Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:1423 - Hoge Raad past artikel 80a RO toe in belastingzaak - 26 september 2025

Arrest

ECLI:NL:HR:2025:142326 september 2025

Essentie

De Hoge Raad verklaart een cassatieberoep in een belastingzaak niet ontvankelijk met toepassing van artikel tachtig-a Wet RO. De klachten kunnen duidelijk niet slagen, waardoor een inhoudelijke motivering achterwege blijft. De verschoonbaarheid van het niet betalen van griffierecht wordt om proceseconomische redenen in het midden gelaten.

Rechtsgebieden

BelastingrechtProcesrecht Belastingen

Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer24/00350 Datum26 september 2025

ARREST

op het door [X] (hierna: belanghebbende) ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 18 januari 2024, nr. 22/482.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).Om redenen van proceseconomie laat de Hoge Raad in het midden of het onbetaald laten van het voor het cassatieberoep verschuldigde griffierecht verschoonbaar is in verband met betalingsonmacht.

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 26 september 2025.