Artikel 56 (Eén strafbepaling voortgezette handeling en valsheidsdelicten)
1. Staan meerdere feiten, ofschoon elk op zichzelf misdrijf of overtreding opleverende, in zodanig verband dat zij moeten worden beschouwd als één voortgezette handeling, dan wordt slechts één strafbepaling toegepast, bij verschil die waarbij de zwaarste hoofdstraf is gesteld.
2. Insgelijks wordt slechts één strafbepaling toegepast bij schuldigverklaring aan valsheid of muntschennis en aan het gebruikmaken van het voorwerp ten opzichte waarvan de valsheid of muntschennis gepleegd is.
Uitleg in duidelijke taal
1. Staan meerdere feiten, ofschoon elk op zichzelf misdrijf of overtreding opleverende, in zodanig verband dat zij moeten worden beschouwd als één voortgezette handeling, dan wordt slechts één strafbepaling toegepast, bij verschil die waarbij de zwaarste hoofdstraf is gesteld.
Dit betekent letterlijk: Indien meerdere feiten, hoewel elk feit op zichzelf een misdrijf of overtreding oplevert, in een zodanig verband staan dat zij als één voortgezette handeling moeten worden beschouwd, dan wordt slechts één strafbepaling toegepast. Bij een verschil in de toepasselijke strafbepalingen, wordt die strafbepaling toegepast waaraan de zwaarste hoofdstraf is gesteld.
2. Insgelijks wordt slechts één strafbepaling toegepast bij schuldigverklaring aan valsheid of muntschennis en aan het gebruikmaken van het voorwerp ten opzichte waarvan de valsheid of muntschennis gepleegd is.
Dit betekent letterlijk: Op eenzelfde wijze (insgelijks) wordt slechts één strafbepaling toegepast bij een schuldigverklaring aan enerzijds valsheid of muntschennis en anderzijds aan het gebruikmaken van het voorwerp ten opzichte waarvan de valsheid of muntschennis is gepleegd.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:PHR:2025:890 - Parket bij de Hoge Raad - 26 augustus 2025
ECLI:NL:PHR:2025:891 - Parket bij de Hoge Raad - 26 augustus 2025
ECLI:NL:PHR:2025:892 - Parket bij de Hoge Raad - 26 augustus 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:5315 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 20 augustus 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:5289 - Rechtbank Midden-Nederland - 10 oktober 2025
ECLI:NL:PHR:2025:1052 - Parket bij de Hoge Raad - 30 september 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:3941 - Rechtbank Noord-Nederland - 30 september 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2597 - Gerechtshof Amsterdam - 26 september 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:5083 - Rechtbank Midden-Nederland - 22 september 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2526 - Gerechtshof Amsterdam - 18 september 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:3743 - Wetenschap van drugslab aangenomen ondanks ontkenning en passieve rol bewoner - 12 september 2025
De rechtbank oordeelt dat een bewoner moet hebben geweten van een drugslab op haar perceel, ondanks haar ontkenning. De constante bedrijvigheid en geur maken haar verklaring ongeloofwaardig. Omdat haar rol passief was, kwalificeert de rechtbank haar bijdrage als medeplichtigheid en niet als medeplegen.