Artikel 282 (Opzettelijke wederrechtelijke vrijheidsberoving)
1. Hij die opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid berooft of beroofd houdt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2. Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.
3. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
4. De in dit artikel bepaalde straffen zijn ook van toepassing op hem die opzettelijk tot de wederrechtelijke vrijheidsberoving een plaats verschaft.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hij die opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid berooft of beroofd houdt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Dit lid bepaalt dat de persoon die opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid berooft of beroofd houdt, gestraft wordt met een gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of een geldboete van de vijfde categorie.
2. Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Indien de wederrechtelijke vrijheidsberoving (het feit) zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of een geldboete van de vijfde categorie.
3. Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Indien de wederrechtelijke vrijheidsberoving (het feit) de dood ten gevolge heeft, wordt de dader (hij) gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of een geldboete van de vijfde categorie.
4. De in dit artikel bepaalde straffen zijn ook van toepassing op hem die opzettelijk tot de wederrechtelijke vrijheidsberoving een plaats verschaft.
De straffen die in dit artikel bepaald zijn, zijn ook van toepassing op de persoon die opzettelijk een locatie ter beschikking stelt (een plaats verschaft) tot de wederrechtelijke vrijheidsberoving.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:PHR:2025:1052 - Parket bij de Hoge Raad - 30 september 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:5918 - Rechtbank Gelderland - 16 juli 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:3231 - Rechtbank Noord-Nederland - 5 augustus 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:9446 - Rechtbank Rotterdam - 1 augustus 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:9447 - Rechtbank Rotterdam - 1 augustus 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:4998 - Rechtbank Overijssel - 29 juli 2025
ECLI:NL:PHR:2025:764 - Parket bij de Hoge Raad - 8 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:11987 - Rechtbank Den Haag - 8 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:11988 - Rechtbank Den Haag - 8 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:11989 - Rechtbank Den Haag - 8 juli 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:1698 - Gerechtshof Amsterdam - 3 juli 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:11559 - Rechtbank Noord-Holland - 9 oktober 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:9618 - Rechtbank Limburg - 7 oktober 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:9638 - Rechtbank Limburg - 7 oktober 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:9651 - Rechtbank Limburg - 7 oktober 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:9678 - Rechtbank Limburg - 7 oktober 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:7199 - Rechtbank Amsterdam - 30 september 2025
ECLI:NL:GHSHE:2025:2636 - Hof veroordeelt verdachte voor verkrachting en legt TBS met dwangverpleging op - 26 september 2025
Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch veroordeelt een verdachte voor verkrachting en vrijheidsberoving tot een gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging. Het hof baseert de TBS-maatregel op rapportages die een ziekelijke stoornis en een hoog recidiverisico aantonen, ondanks het feit dat de deskundigen geen uitspraak deden over de toerekeningsvatbaarheid.
ECLI:NL:RBAMS:2025:7160 - Rechtbank Amsterdam - 23 september 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:5777 - Poging verkrachting: handelingen in samenhang bezien als begin van uitvoering - 17 september 2025
De Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat handelingen zoals het meenemen van een minderjarige, het betasten en het halen van een condoom, in samenhang en naar hun uiterlijke verschijningsvorm een begin van uitvoering van verkrachting opleveren. De verklaring van het slachtoffer wordt betrouwbaar geacht en ondersteund door steunbewijs.