Artikel 611a (Dwangsom bij niet-nakoming hoofdveroordeling)
1. De rechter kan op vordering van een der partijen de wederpartij veroordelen tot betaling van een geldsom, dwangsom genaamd, voor het geval dat aan de hoofdveroordeling niet wordt voldaan, onverminderd het recht op schadevergoeding indien daartoe gronden zijn. Een dwangsom kan echter niet worden opgelegd in geval van een veroordeling tot betaling van een geldsom.
2. De dwangsom kan ook voor het eerst in verzet of in hoger beroep worden gevorderd.
3. De dwangsom kan niet worden verbeurd vóór de betekening van de uitspraak waarbij zij is vastgesteld.
4. De rechter kan bepalen dat de veroordeelde pas na verloop van een zekere termijn de dwangsom zal kunnen verbeuren.
Uitleg in duidelijke taal
1. De rechter kan op vordering van een der partijen de wederpartij veroordelen tot betaling van een geldsom, dwangsom genaamd, voor het geval dat aan de hoofdveroordeling niet wordt voldaan, onverminderd het recht op schadevergoeding indien daartoe gronden zijn. Een dwangsom kan echter niet worden opgelegd in geval van een veroordeling tot betaling van een geldsom.
Dit betekent dat de rechter, wanneer één van de partijen hierom verzoekt (op vordering), de andere partij (de wederpartij) kan veroordelen tot het betalen van een geldbedrag, dat een dwangsom wordt genoemd. Dit is voor de situatie waarin de wederpartij niet voldoet aan de hoofdveroordeling. Het recht op schadevergoeding blijft bestaan als daar redenen (gronden) voor zijn. Een dwangsom kan echter niet worden opgelegd als de hoofdveroordeling zelf al een verplichting tot het betalen van een geldsom inhoudt.
2. De dwangsom kan ook voor het eerst in verzet of in hoger beroep worden gevorderd.
Dit houdt in dat een dwangsom ook voor de eerste maal geëist kan worden (gevorderd) tijdens een verzetprocedure of gedurende een hoger beroep.
3. De dwangsom kan niet worden verbeurd vóór de betekening van de uitspraak waarbij zij is vastgesteld.
Dit betekent dat de dwangsom pas verschuldigd wordt (niet kan worden verbeurd) nadat de uitspraak waarin de dwangsom is vastgesteld, officieel is meegedeeld (betekening) aan de veroordeelde partij.
4. De rechter kan bepalen dat de veroordeelde pas na verloop van een zekere termijn de dwangsom zal kunnen verbeuren.
De rechter heeft de bevoegdheid om te beslissen (bepalen) dat de veroordeelde partij de dwangsom pas verschuldigd zal worden (zal kunnen verbeuren) nadat een door de rechter vastgestelde periode (een zekere termijn) is afgelopen (na verloop van).
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:PHR:2025:1073 - Parket bij de Hoge Raad - 3 oktober 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:6436 - Rechtbank Limburg - 2 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11658 - Rechtbank Rotterdam - 3 oktober 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:7983 - Regresvordering na schuldsanering: stilzitten leidt niet tot rechtsverwerking, wel verjaring - 17 september 2025
Een regresvordering van een vrouw op haar ex-man, die voor een gezamenlijke schuld finale kwijting verkreeg in een minnelijke sanering, slaagt deels. Lang stilzitten leidt niet tot rechtsverwerking, maar regresvorderingen die ouder zijn dan vijf jaar zijn op grond van artikel 3:310 BW verjaard.
ECLI:NL:GHARL:2025:5696 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 16 september 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1841 - Hof: werkgever faalt in bewijs van correcte cao-naleving - 16 september 2025
Het Gerechtshof oordeelt dat een transportbedrijf niet aantoont de cao correct te hebben nagekomen. Een vakbond kan als cao-partij zowel nakoming van de cao-verplichtingen jegens werknemers vorderen als vergoeding van haar eigen materiële en immateriële schade, die door de niet-nakoming is ontstaan.
ECLI:NL:RBOBR:2025:5849 - Rechtbank Oost-Brabant - 10 september 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4120 - Raad van State - 27 augustus 2025
ECLI:NL:OGHACMB:2025:210 - Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba - 12 augustus 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:7054 - Rechtbank: Zieke werknemer bouwt ook zonder salaris vakantiedagen op - 12 augustus 2025
De rechtbank Gelderland oordeelt, in lijn met het Max Planck-arrest, dat een zieke werknemer ook na het einde van de loondoorbetalingsplicht vakantiedagen blijft opbouwen. Het Nederlandse artikel 7:634 BW, dat opbouw koppelt aan loon, wordt op grond van artikel 31 lid 2 Handvest Grondrechten EU buiten toepassing gelaten.
ECLI:NL:RBDHA:2025:15429 - Rechtbank Den Haag - 6 augustus 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:5830 - Rechtbank Amsterdam - 29 juli 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:4936 - Rechtbank Overijssel - 22 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11264 - Manager gaat te ver: ontbinding wegens verwijtbaar handelen na 40 dienstjaren - 21 juli 2025
De rechtbank ontbindt een arbeidsovereenkomst van ruim 40 jaar op grond van verwijtbaar handelen. De werknemer handelde verwijtbaar doordat hij, ondanks een verbod, zelfstandig een instemmingsaanvraag bij de OR indiende en bedrijfsfondsen achterhield. Het handelen wordt niet als ernstig verwijtbaar gekwalificeerd, waardoor de werknemer recht heeft op de transitievergoeding.
ECLI:NL:RBMNE:2025:3531 - Rechtbank Midden-Nederland - 17 juli 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:7219 - Rechtbank Gelderland - 16 juli 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:5560 - Verstekvonnis: kantonrechter wijst loonvordering na vaststellingsovereenkomst toe - 11 juli 2025
De kantonrechter veroordeelt een werkgever bij verstek tot betaling van achterstallig loon, zoals overeengekomen in een vaststellingsovereenkomst. De aard van een loonvordering brengt spoedeisendheid met zich mee. Een dwangsom wordt gekoppeld aan de verplichting tot afgifte van loonspecificaties, maar niet aan de geldsom zelf.
ECLI:NL:RBZWB:2025:4558 - Opzegverbod tijdens ziekte: werkgever bewijst onvoldoende dat ontbindingsgrond losstaat van ziekte - 11 juli 2025
De rechtbank wijst een ontbindingsverzoek af vanwege het opzegverbod tijdens ziekte. De werkgever slaagde er niet in voldoende te stellen dat de aangevoerde ontslaggronden, zoals een verstoorde verhouding, geen verband hielden met de arbeidsongeschiktheid van de werknemer, zoals vastgesteld door de bedrijfsarts.
ECLI:NL:RBLIM:2025:6681 - Verrekening IVA-uitkering bij deeltijdcontract en loondoorbetalingsplicht tijdens ziekte - 10 juli 2025
Een werkgever mag een IVA-uitkering, gebaseerd op een volledige arbeidsduur, slechts pro rata verrekenen met de loondoorbetalingsplicht voor een zieke werknemer met een deeltijdcontract. De verrekening is beperkt tot het deel van de uitkering dat betrekking heeft op de bedongen arbeid waaruit loon wordt genoten.