Artikel 351 (Schorsing tenuitvoerlegging uitvoerbaar bij voorraad vonnis)
Indien hoger beroep is ingesteld tegen een vonnis dat uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, kan de hogere rechter op vordering van een partij alsnog de tenuitvoerlegging van het vonnis schorsen.
Uitleg in duidelijke taal
Indien hoger beroep is ingesteld tegen een vonnis dat uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, kan de hogere rechter op vordering van een partij alsnog de tenuitvoerlegging van het vonnis schorsen.
Dit artikel bepaalt dat wanneer er hoger beroep is aangetekend tegen een vonnis dat direct mag worden uitgevoerd (uitvoerbaar bij voorraad is verklaard), de rechter in hoger beroep (de hogere rechter) op verzoek (op vordering) van een van de partijen de uitvoering (tenuitvoerlegging) van dat vonnis alsnog kan stopzetten (schorsen).
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:GHARL:2025:4583 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 22 juli 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:4584 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 22 juli 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:2029 - Gerechtshof Den Haag - 30 september 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1840 - Hof schorst bevel tot overbrengen Afghaanse ambassadebeveiligers naar Nederland - 12 september 2025
Het hof schorst de tenuitvoerlegging van een vonnis dat de Staat verplicht Afghaanse eisers naar Nederland over te brengen. De belangenafweging in het incident ex artikel 351 Rv valt in het voordeel van de Staat uit, omdat over de zeer ruime, ongevraagde veroordeling geen hoor en wederhoor hebben plaatsgevonden.
ECLI:NL:GHAMS:2025:2286 - Gerechtshof Amsterdam - 2 september 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2134 - Gerechtshof Amsterdam - 12 augustus 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:4806 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 29 juli 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:1831 - Gerechtshof Amsterdam - 15 juli 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2385 - Hof Amsterdam: Onvoldoende onderbouwing voor schorsing bij voorraad uitvoerbaar verklaard vonnis - 16 september 2025
Het hof wijst een vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging (artikel 351 Rv) af omdat de appellant onvoldoende heeft onderbouwd dat zijn belang zwaarder weegt dan dat van de geïntimeerde. De enkele stelling dat executie tot een groot financieel nadeel leidt, is zonder concretisering onvoldoende.