Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Negende afdeling. Bewijs
§ 8. Voorlopige bewijsverrichtingen
Artikel 196

Artikel 196 (Voorlopig bewijsverzoek, bevel en afwijzingsgronden)

Laatste versie

1. Voordat een zaak aanhangig is, of als het geding aanhangig is gemaakt, voordat de zaak op de rol is ingeschreven, kan de rechter op verzoek van een belanghebbende een of meer voorlopige bewijsverrichtingen bevelen. De wederpartij en andere belanghebbenden kunnen volgend op dat verzoek ook een of meer voorlopige bewijsverrichtingen verzoeken, waarna de rechter deze gezamenlijk kan behandelen.

2. De rechter wijst het verzoek toe, tenzij hij van oordeel is dat:

a. de informatie die verlangd wordt, niet voldoende bepaald is; b. onvoldoende belang bij de voorlopige bewijsverrichting bestaat; c. het verzoek om voorlopige bewijsverrichtingen in strijd is met de goede procesorde; d. sprake is van misbruik van bevoegdheid; of e. andere gewichtige redenen bestaan die zich verzetten tegen de voorlopige bewijsverrichting.

Uitleg in duidelijke taal

1. Voordat een zaak aanhangig is, of als het geding aanhangig is gemaakt, voordat de zaak op de rol is ingeschreven, kan de rechter op verzoek van een belanghebbende een of meer voorlopige bewijsverrichtingen bevelen. De wederpartij en andere belanghebbenden kunnen volgend op dat verzoek ook een of meer voorlopige bewijsverrichtingen verzoeken, waarna de rechter deze gezamenlijk kan behandelen.

Dit lid bepaalt dat de rechter de bevoegdheid heeft om, op verzoek van een persoon met een gerechtvaardigd belang (een belanghebbende), opdracht te geven tot een of meer voorlopige bewijsverrichtingen. Dit kan plaatsvinden voordat een juridische procedure (zaak) formeel is gestart (aanhangig is), of, indien de procedure reeds is gestart (het geding aanhangig is gemaakt), voordat de zaak officieel is geregistreerd bij de rechtbank (op de rol is ingeschreven). Nadat een dergelijk verzoek is ingediend, hebben ook de tegenpartij (wederpartij) en andere belanghebbenden de mogelijkheid om een verzoek voor voorlopige bewijsverrichtingen in te dienen. De rechter kan er vervolgens voor kiezen om deze verzoeken tegelijkertijd (gezamenlijk) te behandelen.

2. De rechter wijst het verzoek toe, tenzij hij van oordeel is dat:

Dit lid stelt dat de rechter het verzoek om een voorlopige bewijsverrichting in principe goedkeurt (toewijst), behalve wanneer de rechter tot de conclusie komt dat een van de onderstaande omstandigheden van toepassing is:

a. de informatie die verlangd wordt, niet voldoende bepaald is;

Dit betekent dat de rechter het verzoek kan afwijzen als de gevraagde informatie niet specifiek en helder genoeg is omschreven (niet voldoende bepaald is).

b. onvoldoende belang bij de voorlopige bewijsverrichting bestaat;

Dit houdt in dat afwijzing mogelijk is als er geen of een te gering gerechtvaardigd belang aanwezig is bij het uitvoeren van de voorlopige bewijsverrichting.

c. het verzoek om voorlopige bewijsverrichtingen in strijd is met de goede procesorde;

Dit betekent dat het verzoek zal worden afgewezen indien het indienen van het verzoek voor voorlopige bewijsverrichtingen niet overeenkomt met de fundamentele beginselen van een eerlijk en doelmatig procesverloop (de goede procesorde).

d. sprake is van misbruik van bevoegdheid; of

Dit houdt in dat een afwijzing zal volgen als het verzoek wordt beschouwd als misbruik van de wettelijke mogelijkheid om een voorlopige bewijsverrichting te verzoeken.

e. andere gewichtige redenen bestaan die zich verzetten tegen de voorlopige bewijsverrichting.

Dit betekent dat de rechter het verzoek eveneens kan afwijzen wanneer er andere zwaarwegende (gewichtige) redenen zijn die maken dat het uitvoeren van de voorlopige bewijsverrichting niet wenselijk is.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

26 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2025:996 - Conclusie: Overgangsrecht en cassatietermijn bij modernisering van het bewijsrecht - 12 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:99612 september 2025Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak

De P-G concludeert dat de nieuwe, kortere cassatietermijn van acht weken uit de Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht niet geldt voor een inzageverzoek dat is ingesteld onder het oude recht (art. 843a Rv-oud). De oude termijn van drie maanden blijft van toepassing.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:5198 - Rechtbank Amsterdam - 17 juli 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:519817 juli 2025Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Personen en Familierecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:14322 - Rechtbank Den Haag - 31 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1432231 juli 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Informatierecht, Internationaal Privaatrecht
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:10770 - Voorlopig getuigenverhoor afgewezen wegens ontbreken huidig belang bij onderzoek naar onrechtmatigheid - 23 september 2025

ECLI:NL:RBNHO:2025:1077023 september 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank wijst een verzoek voor een voorlopig getuigenverhoor af omdat er onvoldoende belang bestaat. De onrechtmatigheid van een gewijzigd gemeentelijk standpunt kan pas worden onderzocht nadat in een bestuursrechtelijke procedure is vastgesteld dat dit standpunt daadwerkelijk onjuist is. Het verzoek is prematuur.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:9687 - Rechtbank Noord-Holland - 28 augustus 2025

ECLI:NL:RBNHO:2025:968728 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3398 - Rechtbank Noord-Nederland - 20 augustus 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:339820 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:6730 - Rechtbank Amsterdam - 4 september 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:67304 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2025:5194 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 25 augustus 2025

ECLI:NL:GHARL:2025:519425 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:7465 - Rechtbank Gelderland - 8 juli 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:74658 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:7700 - Rechtbank Gelderland - 1 september 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:77001 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:7081 - Rechtbank Gelderland - 21 augustus 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:708121 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Personen en Familierecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:4201 - Rechtbank Midden-Nederland - 8 augustus 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:42018 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInformatierecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:5480 - Rechtbank Amsterdam - 23 juli 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:548023 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3187 - Rechtbank Noord-Nederland - 21 juli 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:318721 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:6047 - Rechtbank Gelderland - 7 juli 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:60477 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtLetselschaderecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2025:8342 - Rechtbank Limburg - 3 juli 2025

ECLI:NL:RBLIM:2025:83423 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5666 - Rechtbank Overijssel - 19 september 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:566619 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Ondernemingsrecht, Arbeidsrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:7447 - Rechtbank Gelderland - 5 september 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:74475 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Huurrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:7487 - Rechtbank Gelderland - 3 september 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:74873 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:7308 - Rechtbank Gelderland - 28 augustus 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:730828 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGoederenrecht, Vastgoedrecht, Verbintenissenrecht, Internationaal Privaatrecht