Uitspraak inhoud

Civiel recht

Zittingsplaats Arnhem

Zaaknummer: C/05/454290 / HA ZA 25-284

Vonnis van 3 september 2025

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid YELLOWGRAPE B.V., gevestigd te Amersfoort, eisende partij, hierna te noemen: Yellowgrape, advocaat: mr. H.J. Ulehake-Mink te Soest,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

  1. HORRENTOTAAL B.V.,

hierna te noemen: Horrentotaal, statutair gevestigd te Puiflijk en kantoorhoudende te Boven-Leeuwen,de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

  1. KOZIJNENTOTAAL B.V.,

hierna te noemen: Kozijnentotaal, statutair gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te Boven-Leeuwen, gedaagde partijen, hierna samen te noemen: Horrentotaal c.s., niet verschenen.

1 De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • de dagvaarding;

  • het tegen Horrentotaal c.s. verleende verstek.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De beoordeling

2.1. Yellowgrape heeft gevorderd zoals is vermeld in de dagvaarding waarmee deze procedure is ingeleid. De inhoud van deze dagvaarding moet als hier herhaald en ingelast worden beschouwd.

2.2. De vordering komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor, behoudens voor zover hierna anders wordt overwogen. Het gevorderde zal als volgt worden toegewezen.

2.3. Yellowgrape vordert onder I. van het petitum hoofdelijke veroordeling van Horrentotaal en Kozijnentotaal. De enkele verwijzing naar de handelswijze van de gezamenlijk bestuurder en de nauwe verwevenheid tussen de bedrijven is daarvoor, gelet op de stelling dat zij ieder een eigen overeenkomst hebben gesloten met Yellowgrape, onvoldoende. De gevorderde hoofdelijke veroordeling is daarom als zijnde ongegrond niet toewijsbaar, met dien verstande dat de gevorderde hoofdelijke veroordeling in de proces- en nakosten wel toewijsbaar is.

2.4. Het door Yellowgrape onder telkens II.i. van het petitum primair gevorderde betreft in de kern een bewijsverrichting, omdat afschrift in de zin van artikel 194 Rv wordt gevorderd. Op grond van het sinds 1 januari 2025 geldende bewijsrecht kan een dergelijk verzoek weliswaar op grond van artikel 195 Rv tegenover de wederpartij in de procedure worden gedaan, maar voor de hand ligt dat een dergelijk verzoek in de dagvaarding als incident wordt gedaan en behandeld waarop, indien het verzoek voor toewijzing in aanmerking komt, bij tussenvonnis wordt beslist. In zaken waarin na verstekverlening vonnis wordt gewezen, is het evenwel niet mogelijk om een tussenvonnis te wijzen. Een verzoek om inzage, afschrift of uittreksel is thans integraal onderdeel van de wettelijke regeling van de bewijsmiddelen, zodat een dergelijk verzoek niet meer als zelfstandige vordering in een dagvaardingsprocedure kan worden gedaan. Een dergelijk zelfstandig verzoek dient op grond van artikel 196 Rv in de vorm van een voorlopige bewijsverrichting te worden gedaan. Op grond van het voorgaande zijn de vorderingen strekkende tot het verkrijgen van afschrift van ERP omzetgegevens derhalve als zijnde ongegrond niet toewijsbaar. Dit brengt mee dat het door Yellowgrape onder telkens II.ii van het petitum primair gevorderde evenmin toewijsbaar is, omdat voor toewijzing van die vorderingen noodzakelijk is dat afschrift van ERP omzetgegevens is verkregen.

2.5. Het door Yellowgrape onder II. telkens subsidiair (onder iii. en iv.) van het petitum gevorderde is wel toewijsbaar.

2.6. Horrentotaal en Kozijnentotaal worden ieder - met inachtneming van de in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten dan wel in het Rapport Voorwerk 2 en het Rapport BGK-Integraal genoemde, redelijk geachte tarieven - afzonderlijk in de buitengerechtelijke kosten veroordeeld, zoals vermeld in het dictum.

2.7. Yellowgrape heeft wettelijke rente ‘vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van’ de openstaande facturen, schadevergoeding en buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Yellowgrape heeft die tijdstippen niet of onvoldoende onderbouwd. De rechtbank zal daarom wettelijke rente toewijzen met ingang van de dag van dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening.

2.8. Horrentotaal c.s. zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Yellowgrape worden begroot op:

3 De beslissing

De rechtbank

ten aanzien van Horrentotaal

3.1. veroordeelt Horrentotaal om aan Yellowgrape een bedrag van € 21.347,56 (inclusief btw) te betalen voor de openstaande facturen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW met ingang van de dag van dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening,

3.2. veroordeelt Horrentotaal om aan Yellowgrape een bedrag van € 29.088,08 (exclusief btw) te betalen, aan schadevergoeding over de niet in acht genomen opzegtermijn, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW met ingang van de dag van dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening,

3.3. veroordeelt Horrentotaal om aan Yellowgrape een bedrag van € 1.279,36 aan buitengerechtelijke incassokosten te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, met ingang van de dag van dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening,

ten aanzien van Kozijnentotaal

3.4. veroordeelt Kozijnentotaal om aan Yellowgrape een bedrag van € 3.699,44 (inclusief btw) te betalen voor de openstaande facturen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW met ingang van de dag van dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening,

3.5. veroordeelt Kozijnentotaal om aan Yellowgrape een bedrag van € 5.040,84 (exclusief btw) te betalen, aan schadevergoeding over de niet in acht genomen opzegtermijn, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW met ingang van de dag van dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening,

3.6. veroordeelt Kozijnentotaal om aan Yellowgrape een bedrag van € 812,01 aan buitengerechtelijke incassokosten te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, met ingang van de dag van dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening,

ten aanzien van Horrentotaal en Kozijnentotaal

3.7. veroordeelt Horrentotaal c.s. hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten van € 4.506,40, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Horrentotaal c.s. niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,

3.8. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,

3.9. wijst het meer of anders gevorderde af.