Artikel 107
1. Aan de bestuurder van een motorrijtuig op de weg dient door de daartoe bevoegde autoriteit een rijbewijs te zijn afgegeven voor het besturen van motorrijtuigen van de categorie waartoe dat motorrijtuig behoort.
2. Het rijbewijs dient:
a. te voldoen aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen inzake inrichting, uitvoering en invulling, b. zijn geldigheid niet te hebben verloren, en c. behoorlijk leesbaar te zijn.
3. Op het rijbewijs wordt, indien de aanvrager:
a. als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen:
1°. het in de basisregistratie opgenomen burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, vermeld op de bij ministeriële regeling vastgestelde wijze, en 2°. overeenkomstig bij ministeriële regeling gegeven regels een publiek identificatiemiddel als bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de Wet digitale overheid geplaatst, dan wel
b. niet als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen een bij ministeriële regeling vastgestelde aanduiding vermeld.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBLIM:2025:6963 - Rechtbank Limburg - 16 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6559 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 1 oktober 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:15647 - Rechtbank Den Haag - 21 augustus 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:5427 - Rechtbank Amsterdam - 23 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4718 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 22 juli 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:7250 - Rechtbank Amsterdam - 30 september 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:7135 - Rechtbank Amsterdam - 26 september 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2528 - Gerechtshof Amsterdam - 18 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:16950 - Bewezenverklaring diefstal met geweld en ernstige gevaarzetting op de weg - 16 september 2025
De rechtbank Den Haag acht een diefstal met geweld, gepleegd om de vlucht mogelijk te maken, bewezen. Daarnaast kwalificeert de rechtbank een achtervolging met diverse verkeersovertredingen als opzettelijke en ernstige schending van verkeersregels, wat leidt tot een bewezenverklaring van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994.