Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 5. Vrijheidsbeperkende en vrijheidsontnemende maatregelen
Paragraaf 2. Vrijheidsontnemende maatregelen
Artikel 5.3

Artikel 5.3

Laatste versie

1. De maatregel waarbij de bewaring op grond van artikel 59, 59a of 59b van de Wet wordt opgelegd wordt gedagtekend en ondertekend; de maatregel wordt met redenen omkleed. Aan de vreemdeling op wie de maatregel betrekking heeft, wordt onmiddellijk een afschrift daarvan uitgereikt. De vreemdeling wordt daarbij schriftelijk, in een taal die hij verstaat of waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat hij deze verstaat, op de hoogte gebracht van de redenen van bewaring en van de in het nationale recht vastgestelde procedures om het bevel tot bewaring aan te vechten, alsook van de mogelijkheid om gratis rechtsbijstand en vertegenwoordiging aan te vragen.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing in geval van oplegging van de vrijheidsontnemende maatregel op grond van artikel 6, derde of zesde lid, van de Wet en in situaties waarin de bewaring van de vreemdeling op een andere wettelijke grondslag wordt voortgezet.

Gerelateerde rechtspraak

Raad van State127x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:2979 - Raad van State - 23 juli 2024

ECLI:NL:RVS:2024:297923 juli 2024Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2023:4662 - Raad van State - 13 december 2023

ECLI:NL:RVS:2023:466213 december 2023Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2023:21771 - Rechtbank Den Haag - 21 december 2023

ECLI:NL:RBDHA:2023:2177121 december 2023Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:14265 - Rechtbank Den Haag - 29 augustus 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1426529 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2023:19109 - Rechtbank Den Haag - 4 december 2023

ECLI:NL:RBDHA:2023:191094 december 2023Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:5460 - Rechtbank Den Haag - 9 april 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:54609 april 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:7296 - Rechtbank Den Haag - 13 mei 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:729613 mei 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:18121 - Rechtbank Den Haag - 3 november 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:181213 november 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:4237 - Raad van State - 22 oktober 2024

ECLI:NL:RVS:2024:423722 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:13392 - Rechtbank Den Haag - 18 augustus 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1339218 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak