Artikel 8. Recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven (Recht op eerbiediging privé-, familie- en gezinsleven)
1. Een ieder heeft recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een ieder heeft recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
Dit artikelonderdeel stelt dat elke persoon recht heeft op respect voor zijn of haar privéleven, zijn of haar familie- en gezinsleven, zijn of haar woning en zijn of haar correspondentie.
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
Dit artikelonderdeel bepaalt dat geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht (het recht zoals omschreven in lid 1). Deze regel geldt echter niet als aan twee voorwaarden is voldaan: de inmenging moet bij de wet zijn voorzien én de inmenging moet in een democratische samenleving noodzakelijk zijn. Deze noodzakelijkheid kan gebaseerd zijn op de volgende belangen: het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBDHA:2025:17642 - Rechtbank Den Haag - 26 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:15121 - Rechtbank Den Haag - 7 augustus 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:13392 - Rechtbank Den Haag - 7 juli 2025
ECLI:NL:PHR:2025:1005 - Conclusie AG: Termijnoverschrijding bloedafname bij drugsgebruik in verkeer - 16 september 2025
De Procureur-Generaal adviseert de Hoge Raad het arrest te vernietigen wat betreft de strafoplegging. De motivering van het hof voor strafvermindering wegens een te late bloedafname is onbegrijpelijk, omdat een termijnoverschrijding in het voordeel van de verdachte werkt en dus geen nadeel veroorzaakt.
ECLI:NL:RBDHA:2025:13334 - Rechtbank Den Haag - 17 juli 2025
ECLI:NL:GHSHE:2025:2347 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 4 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:12046 - Rechtbank Den Haag - 8 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3076 - Raad van State - 9 juli 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4036 - Rechtbank Midden-Nederland - 30 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:14682 - Rechtbank Den Haag - 7 augustus 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4557 - Raad van State: Bedrijfsadressen en dieraantallen zijn emissiegegevens onder de Woo - 24 september 2025
De Afdeling oordeelt dat bedrijfsgegevens van veehouderijen, inclusief adressen, dieraantallen en staltypen, kwalificeren als emissiegegevens. Op grond van de Wet open overheid (Woo) moeten deze gegevens verplicht openbaar worden gemaakt, waarbij geen ruimte is voor een belangenafweging, ook niet als de persoonlijke levenssfeer wordt geraakt.
ECLI:NL:RBDHA:2025:17008 - Unieburgers zonder voldoende middelen: geen verblijfsrecht ondanks familie in Nederland - 16 september 2025
De rechtbank oordeelt dat Bulgaarse unieburgers die een beroep doen op algemene middelen, geen rechtmatig verblijf hebben. Het bestaan van familie- en gezinsleven in Nederland leidt niet tot een andere conclusie, omdat het Nederlands algemeen belang zwaarder weegt in de belangenafweging onder artikel 8 EVRM.