Terug naar bibliotheek
Authentiek : NL
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
DERDE DEEL. HET BELEID EN INTERN OPTREDEN VAN DE UNIE
TITEL VII. GEMEENSCHAPPELIJKE REGELS BETREFFENDE DE MEDEDINGING, DE BELASTINGEN EN DE ONDERLINGE AANPASSING VAN DE WETGEVINGEN
HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN BETREFFENDE BELASTINGEN
Artikel 110

Artikel 110 (Verbod discriminerende binnenlandse belastingen)

Laatste versie

De lidstaten heffen op producten van de overige lidstaten, al dan niet rechtstreeks, geen hogere binnenlandse belastingen van welke aard ook dan die welke, al dan niet rechtstreeks, op gelijksoortige nationale producten worden geheven. Bovendien heffen de lidstaten op de producten van de overige lidstaten geen zodanige binnenlandse belastingen, dat daardoor andere producties zijdelings worden beschermd.

Uitleg in duidelijke taal

De lidstaten heffen op producten van de overige lidstaten, al dan niet rechtstreeks, geen hogere binnenlandse belastingen van welke aard ook dan die welke, al dan niet rechtstreeks, op gelijksoortige nationale producten worden geheven.

Dit betekent dat de lidstaten niet, direct (rechtstreeks) of indirect, geen hogere binnenlandse belastingen van welke soort (aard) dan ook mogen opleggen (heffen) aan producten van de overige lidstaten dan de belastingen die zij, direct (rechtstreeks) of indirect, heffen op gelijksoortige nationale producten.

Bovendien heffen de lidstaten op de producten van de overige lidstaten geen zodanige binnenlandse belastingen, dat daardoor andere producties zijdelings worden beschermd.

Daarnaast (Bovendien) mogen de lidstaten op de producten van de overige lidstaten geen zodanige binnenlandse belastingen heffen, die tot gevolg hebben (dat daardoor) andere producties zijdelings worden beschermd.