Artikel 110 (Verbod discriminerende binnenlandse belastingen)
De lidstaten heffen op producten van de overige lidstaten, al dan niet rechtstreeks, geen hogere binnenlandse belastingen van welke aard ook dan die welke, al dan niet rechtstreeks, op gelijksoortige nationale producten worden geheven. Bovendien heffen de lidstaten op de producten van de overige lidstaten geen zodanige binnenlandse belastingen, dat daardoor andere producties zijdelings worden beschermd.
Uitleg in duidelijke taal
De lidstaten heffen op producten van de overige lidstaten, al dan niet rechtstreeks, geen hogere binnenlandse belastingen van welke aard ook dan die welke, al dan niet rechtstreeks, op gelijksoortige nationale producten worden geheven.
Dit betekent dat de lidstaten niet, direct (rechtstreeks
) of indirect, geen hogere binnenlandse belastingen
van welke soort (aard
) dan ook mogen opleggen (heffen
) aan producten van de overige lidstaten
dan de belastingen die zij, direct (rechtstreeks
) of indirect, heffen
op gelijksoortige nationale producten
.
Bovendien heffen de lidstaten op de producten van de overige lidstaten geen zodanige binnenlandse belastingen, dat daardoor andere producties zijdelings worden beschermd.
Daarnaast (Bovendien
) mogen de lidstaten op de producten van de overige lidstaten geen zodanige binnenlandse belastingen heffen
, die tot gevolg hebben (dat daardoor
) andere producties zijdelings worden beschermd
.