Artikel 2
1. Het is verboden:
a. sleepnetten of combinaties van sleepnetten van verschillende maaswijdteklassen aan boord te hebben of te gebruiken:
– in de gevallen genoemd in artikel 4, tweede lid, van verordening nr. 850/98 (verordening), en – voor zover het betreft het Skagerrak en het Kattegat, bedoeld in artikel 2, vierde lid, van verordening nr. 850/98 (verordening), tevens in de gevallen genoemd in onderdeel 2 van bijlage III van verordening nr. 43/2009.
b. mariene organismen aan te voeren, indien tijdens de visreis gebruik is gemaakt van combinaties van sleepnetten van meer dan één maaswijdte, in de gevallen genoemd in artikel 4, vierde lid, van verordening nr. 850/98 (verordening).
2. De doelsoorten, het percentage doelsoorten en andere soorten worden vastgesteld:
– overeenkomstig artikel 4, eerste en vijfde lid, van verordening nr. 850/98 (verordening), en – voor zover het betreft het Skagerrak en Kattegat, bedoeld in artikel 2, vierde lid, van verordening nr. 850/98 (verordening), tevens overeenkomstig onderdeel 2 van bijlage III van verordening nr. 43/2009.
3. Het eerste lid is niet van toepassing op dreggen in de gevallen genoemd in artikel 10 van verordening nr. 850/98 (verordening).
4. In afwijking van het eerste lid, onderdeel a, is het verboden sleepnetten, behorend tot de vistuigcategorie TR1 of TR2, bedoeld in bijlage I, onderdeel 1, onder a, van verordening nr. 1342/2008 of combinaties van tot die vistuigcategorie behorende sleepnetten van verschillende maaswijdteklassen aan boord te hebben of te gebruiken in de geografische gebieden die behoren tot de groep geografische gebieden, bedoeld in bijlage I, onderdeel 2, onder b, van verordening nr. 1342/2008, tenzij de netten:
a. indien het TR1 betreft:
i. een maaswijdte hebben van 130 millimeter of meer; ii. een maaswijdte hebben van 120 millimeter tot 130 millimeter en zijn voorzien van een paneel met vierkante mazen met een maaswijdte van 90 millimeter; of iii. een maaswijdte hebben van 100 millimeter tot 120 millimeter en zijn voorzien van een paneel met vierkante mazen met een maaswijdte van 100 millimeter of meer, voor zover ten hoogste 20% van het gewicht van de totale vangst uit kabeljauw bestaat; dan wel
b. indien het TR2 betreft:
i. een maaswijdte hebben van 70 millimeter tot 100 millimeter en zijn voorzien van een paneel met vierkante mazen met een maaswijdte van 120 millimeter of meer en met een minimum lengte van 3 meter of van een paneel met vierkante mazen met een maaswijdte van 130 millimeter in de tunnel, waarvan de achterste rij mazen zich ten hoogste 12 meter van de pooklijn bevindt; of ii. een maaswijdte hebben van 70 millimeter tot 100 millimeter en ten minste 15 grote mazen van 150 millimeter of meer in de bovenkap hebben en zijn voorzien van een paneel met vierkante mazen met een maaswijdte van 90 millimeter, voor zover ten hoogste 20% van het gewicht van de totale vangst uit kabeljauw bestaat.
5. Ten aanzien van de in het vierde lid bedoelde panelen is overigens voldaan aan artikel 7, tweede en derde lid, van verordening nr. 850/98.
6. In afwijking van het eerste lid, onderdeel b, is het verboden mariene organismen aan te voeren, indien tijdens de visreis in de in het vierde lid bedoelde geografische gebieden gebruik is gemaakt van in het vierde lid bedoelde sleepnetten of combinaties van sleepnetten die niet voldoen aan het vierde lid.
Details
[Regeling vervallen per 23-07-2011]