Terug naar bibliotheek
Regeling technische maatregelen 2000Artikel 12

Artikel 12

Laatste versie

1. Het is verboden de visserij uit te oefenen in de gebieden, bedoeld in artikel 1 van verordening (EG) nr. 1954/2003 (verordening) van de Raad van 4 november 2003 betreffende het beheer van de visserij-inspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 (verordening) en tot intrekking van Verordeningen (EG) 685/95 (verordening) en (EG) nr. 2027/95 (verordening) (PBEU 289), op de in de bijlage I en II bij die verordening per visserijgebied genoemde doelsoorten.

2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is in een kalenderjaar voor een doelsoort in een visserijgebied niet van toepassing op vaartuigen als bedoeld in het derde lid in de periode dat het maximale visserij-inspanningsniveau, bedoeld in bijlage I en II bij verordening (EG) nr. 1415/2004 (verordening) van de Raad van 19 juli 2004 tot vaststelling van het maximale jaarlijkse visserij-inspanningsniveau voor bepaalde visserijgebieden en visserijtakken (PbEU 258), voor die doelsoort in dat visserijgebied niet is bereikt. Van bereiken van het maximale jaarlijkse visserij-inspanningsniveau wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is in een vangstgebied niet van toepassing op vissersvaartuigen die staan vermeld op de lijst, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de in het eerste lid bedoelde verordening en waaraan voor het desbetreffende visserijgebied een speciaal visdocument is verleend als bedoeld in artikel 8, derde lid, van die verordening.

4. Onverminderd de voorgaande leden is het verboden te vissen in de gebieden bedoeld in het eerste lid, indien:

a. niet wordt voldaan aan de artikelen 2 tot en met 6 van Verordening (EG) nr. 1449/98 (verordening) van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 7 juli 1998 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2847/93 (verordening) van de Raad ten aanzien van de visserij-inspanningsrapporten (PbEG L192), met dien verstande dat waar gesproken wordt :

in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1449/98 (verordening) over ’die overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 2847/93 (verordening) in het logboek dienen te worden geregistreerd’ moet worden verstaan: die overeenkomstig artikel 15, derde lid, artikel 19, vierde lid en zesde lid, en artikel 20, tweede lid, van de Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij dienen te worden geregistreerd; in artikel 3, derde lid, van Verordening (EG) nr. 1449/98 (verordening) over ’de in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 2847/93 (verordening) bedoelde melding’ moet worden verstaan: de in artikel 3, zesde lid, van de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988 bedoelde melding; In artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1449/98 (verordening) over ’via het VMS’ en over ’via VMS’moet worden verstaan: door middel van datatransmissie met behulp vansatellietvolgapparatuur als bedoeld in artikel 10e van de Regeling technische maatregelen 2000;

b. niet wordt voldaan aan artikel 14 van verordening nr. 1224/2009, of c. een verbod is uitgevaardigd als bedoeld in artikel 35 of 36 van verordening nr. 1224/2009.

5. Het is verboden te vissen, vis aan boord te houden, te verwerken of aan te landen.

Details

[Regeling vervallen per 23-07-2011]