Artikel 8 (Redelijkheid en billijkheid binnen rechtspersonen)
1. Een rechtspersoon en degenen die krachtens de wet en de statuten bij zijn organisatie zijn betrokken, moeten zich als zodanig jegens elkander gedragen naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd.
2. Een tussen hen krachtens wet, gewoonte, statuten, reglementen of besluit geldende regel is niet van toepassing voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Uitleg in duidelijke taal
1. Een rechtspersoon en degenen die krachtens de wet en de statuten bij zijn organisatie zijn betrokken, moeten zich als zodanig jegens elkander gedragen naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd.
Dit lid stelt dat een rechtspersoon en degenen die krachtens de wet en de statuten bij zijn organisatie zijn betrokken, verplicht zijn zich als zodanig jegens elkander te gedragen naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd.
2. Een tussen hen krachtens wet, gewoonte, statuten, reglementen of besluit geldende regel is niet van toepassing voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Dit lid bepaalt dat een regel die tussen hen (de rechtspersoon en de in lid 1 genoemde betrokkenen) geldt krachtens wet, gewoonte, statuten, reglementen of besluit, niet van toepassing is voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBAMS:2025:6095 - Rechtbank Amsterdam - 19 augustus 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:6096 - Rechtbank Amsterdam - 19 augustus 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:5791 - Rechtbank Amsterdam - 7 augustus 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:4061 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 1 juli 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:2012 - Gerechtshof Den Haag - 30 september 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11458 - Rechtbank Rotterdam - 29 september 2025
ECLI:NL:HR:2025:1408 - Hoge Raad verwerpt cassatieberoep in joint venture-geschil met artikel 81 RO - 26 september 2025
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep in een geschil over een joint venture. De klachten, die onder meer betrekking hadden op misbruik van omstandigheden, de toetsing van een schorsing en een uittreedvordering, leiden niet tot vernietiging. De Hoge Raad past artikel 81 RO toe en geeft geen inhoudelijke motivering.
ECLI:NL:RBZWB:2025:6398 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 24 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:17355 - Marginale toetsing van royement studentenvereniging na positieve drugstest - 22 september 2025
De voorzieningenrechter wijst de vordering tot toelating van een geroyeerd lid af. De rechter toetst het royementsbesluit marginaal en oordeelt dat de vereniging, gelet op haar zerotolerancebeleid en interne sanctiesysteem, in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen, ondanks procedurele discussiepunten.
ECLI:NL:GHARL:2025:5708 - Hof schorst intrekking licentie Vitesse wegens procedurele en inhoudelijke gebreken - 17 september 2025
Het hof schorst de besluiten van de KNVB tot onvoorwaardelijke intrekking van de professionele licentie van Vitesse. Het is aannemelijk dat de bodemrechter de besluiten zal vernietigen wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid (art. 2:8 BW) en procedurele zorgvuldigheid (art. 2:15 BW).
ECLI:NL:PHR:2025:999 - Conclusie P-G: Geen verhaal mededingingsboete van moeder op voormalig dochter - 12 september 2025
De P-G adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep te verwerpen. Een voormalige moedermaatschappij die door de ACM is beboet voor een kartelinbreuk, kan deze boete niet verhalen op de (inmiddels verkochte) dochter die de inbreuk feitelijk pleegde. Hiervoor ontbreekt een civielrechtelijke grondslag.
ECLI:NL:RBDHA:2025:17366 - Rechtbank Den Haag - 11 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6128 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 10 september 2025
ECLI:NL:PHR:2025:947 - Parket bij de Hoge Raad - 5 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:16611 - Rechtbank Den Haag - 5 september 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2290 - Gerechtshof Amsterdam - 2 september 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:8576 - Rechtbank Limburg - 2 september 2025
ECLI:NL:PHR:2025:916 - Parket bij de Hoge Raad - 29 augustus 2025
ECLI:NL:GHSHE:2025:2299 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 26 augustus 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:10233 - Ontbinding na botte bijl: billijke vergoeding voor opzijgeschoven bestuurder - 22 augustus 2025
De rechtbank ontbindt de arbeidsovereenkomst van een zieke statutair bestuurder op grond wegens een onoverbrugbaar verschil van inzicht. Dit verschil ontstond door het ernstig verwijtbare handelen van de werkgever, die de bestuurder abrupt op een zijspoor zette, wat een billijke vergoeding rechtvaardigt.