Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk III. Het ouderdomspensioen en de toeslag
§ 1. Het recht op ouderdomspensioen en toeslag
Artikel 7a

Artikel 7a

Laatste versie

1. De pensioengerechtigde leeftijd en de aanvangsleeftijd zijn:

a. vóór 1 januari 2013: 65, respectievelijk 15 jaar; b. in 2013: 65 jaar en één maand, respectievelijk 15 jaar en één maand; c. in 2014: 65 jaar en twee maanden, respectievelijk 15 jaar en twee maanden; d. in 2015: 65 jaar en drie maanden, respectievelijk 15 jaar en drie maanden; e. in 2016: 65 jaar en zes maanden, respectievelijk 15 jaar en zes maanden; f. in 2017: 65 jaar en negen maanden, respectievelijk 15 jaar en negen maanden; g. in 2018: 66 jaar, respectievelijk 16 jaar; h. in 2019: 66 jaar en vier maanden, respectievelijk 16 jaar en vier maanden; i. in 2020: 66 jaar en vier maanden, respectievelijk 16 jaar en vier maanden; j. in 2021: 66 jaar en vier maanden, respectievelijk 16 jaar en vier maanden; k. in 2022: 66 jaar en zeven maanden, respectievelijk 16 jaar en zeven maanden; l. in 2023: 66 jaar en tien maanden, respectievelijk 16 jaar en tien maanden; m. in 2024: 67 jaar, respectievelijk 17 jaar; n. in 2025: 67 jaar, respectievelijk 17 jaar; o. in 2026 en de kalenderjaren daarna: de pensioengerechtigde leeftijd en de aanvangsleeftijd, die jaarlijks op basis van de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en de aanvangsleeftijd op grond van het tweede lid worden vastgesteld.

Op pensioengerechtigden die in een bepaald kalenderjaar de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt zijn de pensioengerechtigde leeftijd en de aanvangsleeftijd in de kalenderjaren daarna niet van toepassing.

2. De verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en de aanvangsleeftijd in 2026 en de kalenderjaren daarna wordt jaarlijks, voor de eerste maal uiterlijk op 1 januari 2021 voor het jaar 2026, vastgesteld volgens de formule:V = 2/3 * (L – 20,64) – (P – 67)waarbij:V staat voor de periode waarmee de pensioengerechtigde leeftijd respectievelijk aanvangsleeftijd wordt verhoogd, uitgedrukt in perioden van een jaar;L staat voor de geraamde macro gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd in het kalenderjaar van verhoging;P staat voor de pensioengerechtigde leeftijd in het kalenderjaar voorafgaande aan het kalenderjaar van verhoging.Indien V negatief is of minder dan 0,25 bedraagt, wordt deze gesteld op 0. Indien V 0,25 of meer bedraagt, wordt deze gesteld op drie maanden.De volgens de formule vastgestelde verdere verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en de aanvangsleeftijd wordt door of namens Onze Minister medegedeeld in de Staatscourant.

3. De verhoging, bedoeld in het tweede lid, treedt telkens in werking vijf jaar na de uiterste datum van vaststelling, bedoeld in het tweede lid, voor de eerste maal met ingang van 1 januari 2026.

4. De ramingen van de macro gemiddelde resterende levensverwachting, bedoeld in het tweede lid, worden uitgevoerd en bekendgemaakt door het CBS.

Gerelateerde rechtspraak

Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2024:2288 - Gerechtshof Amsterdam - 24 juni 2024

ECLI:NL:GHAMS:2024:228824 juni 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:3035 - Rechtbank Amsterdam - 28 mei 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:303528 mei 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:1489 - Rechtbank Midden-Nederland - 7 maart 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:14897 maart 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2023:9089 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 21 december 2023

ECLI:NL:RBZWB:2023:908921 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2023:21192 - Rechtbank Den Haag - 12 december 2023

ECLI:NL:RBDHA:2023:2119212 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:3735 - Rechtbank Gelderland - 18 juni 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:373518 juni 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:3419 - Rechtbank Gelderland - 4 juni 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:34194 juni 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:2161 - Rechtbank Amsterdam - 16 april 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:216116 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:2553 - Rechtbank Midden-Nederland - 11 april 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:255311 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Den Haag

ECLI:NL:GHDHA:2024:828 - Gerechtshof Den Haag - 8 april 2024

ECLI:NL:GHDHA:2024:8288 april 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak