Uitspraak inhoud

Strafrecht

Zittingsplaats: Breda

Parketnummer: 02-019488-24

Vonnis van de meervoudige kamer van 14 augustus 2025

in de strafzaak tegen verdachte:

[verdachte], geboren op [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats] , ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [adres 1] , Raadsman mr. J.J.J. van Rijsbergen, advocaat te Breda.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 31 juli 2025, waarbij de officier van justitie, mr. R.M.A. in ‘t Veld, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting waardoor hij een lading supboards heeft verkregen. Subsidiair is dit als diefstal tenlastegelegd. Daarnaast wordt verdachte verdacht van diefstal, dan wel heling, van een grote hoeveelheid zwembadtenten, zwembadhoezen en trampolines.

3 De voorvragen

De dagvaarding is geldig. De rechtbank is bevoegd. De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging. Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4 De beoordeling van het bewijs

4.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie vindt dat feit 1 primair en feit 2 primair kunnen worden bewezen.

4.2 Het standpunt van de verdediging De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen.

4.3 Het oordeel van de rechtbank

4.3.1 De bewijsmiddelen De bewijsmiddelen zijn als bijlage II aan dit vonnis gehecht.

4.3.2 De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs Feit 1 Verdachte heeft verklaard dat hij op 14 april 2023 een lading supboards heeft opgehaald bij [benadeelde 1] te [plaats 1] (hierna: [benadeelde 1] ) waarbij hij het referentienummer voor die lading heeft afgegeven. Uit de aangifte volgt dat hij daarbij de naam van de vaste transporteur voor [benadeelde 1] , [bedrijf 1] B.V., heeft genoemd en ook de eindbestemming van de goederen. De rechtbank stelt op basis hiervan vast dat verdachte zich heeft gepresenteerd als de rechtmatige afnemer van de goederen en hierdoor [benadeelde 1] heeft bewogen tot afgifte daarvan. De transporteur wist echter niets van zijn handelen en de goederen zijn nooit aangekomen op hun geplande bestemming. Verdachte heeft verklaard dat een derde hem opdracht had gegeven de goederen op te halen en dat hij in de veronderstelling was dat het om een regulier transport ging. De rechtbank acht dit ongeloofwaardig. Nog daargelaten dat verdachte hier pas voor het eerst ter zitting over heeft verklaard, terwijl hij hier in januari 2024 door de politie over is gehoord en zich daar op zijn zwijgrecht heeft beroepen, is zijn verklaring onvoldoende concreet en daardoor oncontroleerbaar. Verdachte heeft immers niets willen verklaren over de identiteit van deze derde, naar eigen zeggen uit angst voor de veiligheid van zijn familie. Verdachte heeft echter niet verklaard waar de veronderstelde dreiging vanuit deze derde uit bestond. Ook kan verdachte geen opdrachtbevestiging van het transport overleggen en zou hij daarvoor contant zijn betaald - het was een zwarte klus -, waardoor er geen transactiegegevens van beschikbaar zijn. Volgens verdachte was het niet gebruikelijk dat hij contant betaald kreeg voor het uitvoeren van transporten. Daar komt bij dat verdachte het transport heeft uitgevoerd in een gehuurde vrachtwagen met oplegger, waarop valse kentekenplaten waren aangebracht. Verdachte heeft daarover verklaard dat hij niet heeft gelet op de kentekens van de gehuurde vrachtwagen en oplegger. Hij heeft echter een huurcontract voor de vrachtwagen getekend waarin de kentekens vermeld stonden. Nu de rechtbank de verklaring van verdachte als ongeloofwaardig terzijde schuift, blijft het handelen van verdachte en de uiterlijke verschijningsvorm daarvan over. Daaruit concludeert de rechtbank dat verdachte met het oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling [benadeelde 1] heeft bewogen de supboards aan hem af te geven. Op grond van de bewijsmiddelen en gelet op het vorenstaande acht de rechtbank het onder 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

Feit 2 Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij op 18 en op 19 september 2023 bij [benadeelde 2] B.V. te [plaats 2] samen met anderen zwembadtenten, zwembadhoezen en trampolines in zijn vrachtwagen heeft geladen. Verdachte zou dit opnieuw in opdracht van de derde, die hij niet met naam wil noemen, hebben gedaan, waarbij hij dacht dat het normale transporten betroffen van afgekeurde trampolines en zwembadhoezen. Omdat verdachte nog geen eindbestemming had voor deze transporten, heeft hij een deel van deze goederen in de loods aan de [adres 2] opgeslagen en een ander deel in zijn vrachtwagen laten staan. De rechtbank stelt vast dat ook deze verklaring in een zeer laat stadium is afgelegd en niet controleerbaar is. Bij de politie heeft verdachte zich op zijn zwijgrecht beroepen toen hem naar dit feit werd gevraagd. Bovendien verschilt de verklaring ter terechtzitting met hetgeen op 14 maart 2024 op de raadkamerzitting is aangevoerd, namelijk dat verdachte niets wist van deze transporten, hij ten tijde van de diefstallen niet in de vrachtauto heeft gereden, dat hij op vakantie was in Spanje en zijn sleutels in de vrachtwagen had laten liggen zodat anderen daarmee konden rijden. Zijn telefoon zou hij ook in de vrachtwagen hebben laten liggen. Mede gelet daarop acht de rechtbank de verklaring van verdachte ter zitting ongeloofwaardig. Daar komt bij dat de ladingen rond middernacht zijn opgehaald, geen gebruikelijk tijdstip is voor dit soort transporten. Dit draagt naar het oordeel van de rechtbank bij aan de uiterlijke verschijningsvorm van diefstal van deze goederen.

Op grond van de bewijsmiddelen en gelet op het vorenstaande acht de rechtbank het onder 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van het bestanddeel braak, verbreking of inklimming.

4.4 De bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte

1. Primairop 14 april 2023 te [plaats 1] , met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid, [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een hoeveelheid supboards (396 stuks), door- in strijd met de waarheid zich voor te doen als chauffeur en/of transporteur van [bedrijf 1] B.V en - in de hoedanigheid van die chauffeur/transporteur zich te melden bij de balie van [benadeelde 1] en aan te geven een lading goederen op te komen halen en vervolgens het benodigde referentienummer te overleggen en daarbij de eindbestemming en vervoerder te vermelden en vervolgens de lading supboards in te laden en te vervoeren;

2 Primairin de periode van 11 september 2023 tot en met 20 september 2023 te [plaats 2] tezamen en in vereniging met anderen, een hoeveelheid zwembadhoezen en zwembadtenten en een hoeveelheid trampolines, die aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededaders toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5 De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.

Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6 De strafoplegging

6.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden.

6.2 Het standpunt van de verdediging De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit.

6.3 Het oordeel van de rechtbank Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan oplichting en diefstallen van een grote hoeveelheid trampolines, zwembadhoezen en zwembadtenten. Het betroffen goederen met een hoge waarde. Deze vormen van vermogenscriminaliteit brengen enorme schade toe aan onder meer transportbedrijven, de detailhandel en de verzekeraars. Daardoor wordt indirect ook schade toegebracht aan de consument, die uiteindelijk een hogere prijs moet gaan betalen vanwege de doorberekening van de geleden schade in de prijzen. Daarnaast leiden dit soort feiten tot veel overlast bij de bedrijven en worden zij genoodzaakt steeds verdergaande maatregelen te nemen ter voorkoming van deze vormen van criminaliteit. Verdachte heeft op een brutale en bijna professionele werkwijze goederen van grote waarde weggenomen en daarbij enkel oog gehad voor eigen gewin. De rechtbank neemt het de verdachte kwalijk dat hij geen verantwoordelijkheid neemt voor de feiten die hij heeft gepleegd.

Gelet op de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden passend is. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de vrachtauto, zoals hieronder zal worden besproken, wordt verbeurdverklaard.

Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

7 De benadeelde partij

[benadeelde 2] B.V. heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 10.692,50 aan materiële schade terzake van het onder feit 2 tenlastegelegde.

Beoordeling [persoon 1] heeft namens de benadeelde partij [benadeelde 2] B.V. de vordering tot schadevergoeding ingediend. Uit het dossier volgt dat [persoon 1] werkzaam is bij [benadeelde 2] B.V. en gemachtigd was om namens [benadeelde 2] B.V. aangifte bij de politie te doen. Gelet daarop gaat de rechtbank ervan uit dat zij ook bevoegd was om namens de benadeelde partij de vordering in te dienen. De verdediging heeft die bevoegdheid niet gemotiveerd betwist.

De benadeelde partij heeft een bedrag van € 8.077,50 gevorderd voor de tijd die medewerkers bezig zijn geweest met onder andere de inventarisatie van de voorraad, het doen van aangifte, contacten met verzekering, alles naar aanleiding van het bewezenverklaarde feit. Mede gelet op de betwisting van die kosten is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd welke werkzaamheden tegen welk uurtarief zijn verricht en tot welke extra kosten dit voor de benadeelde partij heeft geleid. Nader onderzoek daarnaar levert een onevenredige belasting (maak een keuze)van het strafgeding op, om welke reden de benadeelde partij daarin niet-ontvankelijk wordt verklaard.

Het deel van de vordering van € 20,- dat ziet op het uitlezen van het alarm betreft, gelet op de factuur van Alarm Meldnet, door [bedrijf 2] B.V. geleden schade, niet door de benadeelde partij. De benadeelde partij wordt daarin niet-ontvankelijk verklaard.

De gevorderde schade van € 300,- die ziet op het schadeloosstellen van de buurman voor het bekijken van de camerabeelden wordt afgewezen, nu uit de toelichting blijkt dat deze kosten niet daadwerkelijk bij de benadeelde partij in rekening zijn gebracht.

De benadeelde partij heeft verder een bedrag van € 1.200,- gevorderd aan kosten van [bedrijf 3] en een bedrag van € 695,- aan transportkosten. Deze gevorderde schadebedragen zijn niet betwist en komen de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en zullen daarom worden toegewezen.

Daarnaast heeft de benadeelde partij een bedrag van € 400,- gevorderd in verband met het ompakken van beschadigde dozen, waaronder tevens dozen van [bedrijf 2] B.V. zijn begrepen. De rechtbank schat de door [benadeelde 2] B.V. geleden schade op € 200,-, zodat dit deel van de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen. De benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard in het overige deel.

Nu verdachte het strafbare feit samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededaders de benadeelde betalen is verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd. Conclusie De rechtbank is van oordeel dat de vordering kan worden toegewezen tot een bedrag van € 2.095,-. Het deel van de vordering van € 300,- dat ziet op het schadeloos stellen van de buurman voor het bekijken van de camerabeelden wordt afgewezen. De benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard in het resterende deel van de vordering. Dit deel kan enkel worden aangebracht bij de burgerlijke rechter. De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel. Verder zal over het toegekende bedrag de wettelijke rente worden toegewezen met ingang van de dag waarop de schade is ontstaan, te weten 20 september 2023.

8 Het beslag

De in beslag genomen vrachtwagen van verdachte zal worden verbeurd verklaard. Het onder 2 bewezen verklaarde feit is met behulp van dit voorwerp begaan.

Ten aanzien van de inbeslaggenomen geldbedragen, de Audi A1 personenauto en de quad (motorfiets) zal een last worden gegeven tot teruggave aan verdachte.

9 De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 36f, 47, 57, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10 De beslissing

De rechtbank:

Bewezenverklaring

Strafbaarheid

  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:

feit 1 Primair: oplichting; feit 2 Primair: diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;

  • verklaart verdachte strafbaar;

Strafoplegging

  • veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 12 maanden;

Benadeelde partij

  • veroordeelt verdachte hoofdelijk met diens mededader(s), des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] B.V., van € 2.095,-, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;

  • wijst af een gedeelte van € 300,- dat ziet op het schadeloosstellen van de buurman voor het bekijken van de camerabeelden;

  • verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering en bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;

  • veroordeelt verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;

  • legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van [benadeelde 2] B.V. te betalen € 2.095,-(hoofdsom), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 september 2023 tot aan de dag van volledige betaling;

  • bepaalt dat bij niet betaling30 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;

  • bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;

Beslag

  • verklaart verbeurd als bijkomende straf:

  • 1 stk vrachtauto, Volvo, [kenteken 1] , chassisnr [nummer 1] ;

  • gelast de teruggave aan verdachte van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:

  • 1 stk geldbedrag EUR 508,89;

  • 1 stk geldbedrag EUR 15,00;

  • 1 stk personenauto, Audi, [kenteken 2] , chassisnr [nummer 2] ;

  • 1 stk motorfiets, chassisnr [nummer 3] .

Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.M. Collombon, voorzitter, en mrs. E.G.F. Vliegenberg en K. Verhoeven, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. van Biert, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 14 augustus 2025. Mr. Collombon en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen. Bijlage I

De tenlastelegging

Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat

1hij op of omstreeks 14 april 2023 te [plaats 1] , althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] en/of [bedrijf 4] , heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een hoeveelheid supboards (ongeveer 396 stuks), door;- in strijd met de waarheid zich voor te doen als chauffeur en/of transporteur van [bedrijf 1] B.V en/of- in de hoedanigheid van die chauffeur/transporteur zich te melden bij de balie van [benadeelde 1] en/of aan te geven een lading goederen op te komen halen en/of (vervolgens) het benodigde referentienummer te overleggen en/of (daarbij) de eindbestemming en vervoerder te vermelden en/of (vervolgens) de lading supboards in te laden en/of te vervoeren;

subsidiair:

hij op of omstreeks 14 april 2023 te [plaats 1] een hoeveelheid supboards (ongeveer 396 stuks), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] en/of [bedrijf 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

2hij in of omstreeks de periode van 11 september 2023 tot en met 20 september 2023 te [plaats 2] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid zwembadhoezen en/of zwembadtenten en/of een hoeveelheid trampolines, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] B.V. en/of [bedrijf 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen hoeveelheid zwembadhoezen en/of zwembadtenten en/of een hoeveelheid trampolines onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;

subsidiair:

hij in of omstreeks de periode van 11 september tot en met 2 oktober 2023 te [plaats 3] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, zwembadhoezen en/of zwembadtenten, althans goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.