ECLI:NL:RBROT:2025:9338 - Rechtbank Rotterdam - 24 juli 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
beschikking
Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/697557 / HA RK 25-341
Beschikking van 24 juli 2025
in de zaak van
[naam vrouw], wonende te [woonplaats 1] ( [land] ), verzoekster, advocaat mr. S.J. Hasselaar-Veltkamp te Den Haag,
tegen
[naam man], wonende te [woonplaats 2] , verweerder, advocaat mr. L. Vieira te Rotterdam.
Partijen worden de vrouw en de man genoemd.
1 De kern van het geschil
De vrouw verzoekt om tenuitvoerlegging van een door haar tegen de man verkregen uitspraak van een Kazachse rechter waarin de man bij verstek is veroordeeld om kinderalimentatie ten behoeve van hun minderjarige zoon [voornaam minderjarige] te betalen. Het verzoek van de vrouw wordt afgewezen wegens strijd van de Kazachse uitspraak met de Nederlandse openbare orde. De rechtbank legt die beslissing hierna uit.
2 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
3.1. De vrouw en de man zijn met elkaar gehuwd geweest.
3.2. Op 11 juli 2024 heeft de vrouw de Bijzondere Regionale Rechtbank voor Minderjarigen te Atyrau (Kazachstan) verzocht om de man te veroordelen tot het betalen van kinderalimentatie ten aanzien van [naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2009 (hierna: het kind).
3.3. Op 28 augustus 2024 heeft de in 3.2 genoemde rechtbank de man bij verstek veroordeeld om een vierde deel van zijn maandelijkse salaris en/of ander inkomen aan kinderalimentatie aan de vrouw te betalen, met ingang van 11 juli 2024 totdat het kind meerderjarig is.
4 Het verzoek
4.1. De vrouw verzoekt de rechtbank bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, het besluit van de Bijzondere Regionale Rechtbank voor Minderjarigen te Atyrau (Kazachstan) van 28 augustus 2024 in Nederland uitvoerbaar te verklaren.
4.2. De man voert verweer en concludeert tot afwijzing van het verzoek van de vrouw. De man verzoekt bij toewijzing van het verzoek de beschikking niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Ten slotte verzoekt de man om de vrouw in de proceskosten te veroordelen, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
5 De beoordeling
5.1. Dit betreft een internationaal geschil. De rechtbank beoordeelt daarom ambtshalve of zij (internationaal) bevoegd is en welk recht van toepassing is.
5.2. De rechtbank Rotterdam is bevoegd kennis te nemen van het geschil, omdat de man in het werkgebied van deze rechtbank woont (artikel 4 lid 1 Brussel I-bis en artikel 262 sub a dan wel 985 Rv).
Het Haags Alimentatieverdrag 2007 is in beginsel van toepassing; voor het overige en anders is Nederlands recht van toepassing
5.3. Het Haags Alimentatieverdrag 2007 is in beginsel van toepassing op het verzoek van de vrouw.
5.4. Op grond van artikel 23 lid 1 Haags Alimentatieverdrag 2007 is, onder voorbehoud van de bepalingen in dat verdrag, Nederlands recht van toepassing op het verzoek tot tenuitvoerlegging van deze Kazachse beslissing in Nederland.
5.5. Ingeval niet aan één van de voorwaarden van artikel 20 lid 1 Haags Alimentatieverdrag 2007 is voldaan, moet voor beoordeling van het toepasselijk recht worden teruggevallen op het Nederlands commune recht. Op grond van artikel 10:3 BW is Nederlands recht van toepassing op de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen van buitenlandse rechters, en dus op dit verzoek.
Juridisch kader: Haags Alimentatieverdrag 2007
5.6. Het Haags Alimentatieverdrag 2007 bepaalt dat de erkenning en tenuitvoerlegging van een beslissing kan worden geweigerd als dat kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde van, in dit geval, de Nederlandse staat (artikel 22 aanhef en sub a).
Juridisch kader: artikel 431 lid 2 Rv en het Gazprombank-arrest
5.7. In het geval voor beoordeling van dit verzoek moet worden teruggevallen op het Nederlandse recht is het volgende juridisch kader van belang.
5.8. Uit artikel 431 lid 1 in samenhang met artikel 985 Rv volgt dat beslissingen van rechters van een vreemde Staat alleen in Nederland ten uitvoer kunnen worden gelegd als daarvoor i) een grondslag is krachtens een Verdrag of krachtens de Nederlandse wet, en ii) daartoe van een Nederlandse rechter verlof is verkregen. In dit geval is de gestelde grondslag het Haags Alimentatieverdrag 2007.
5.9. Artikel 431 lid 2 Rv bepaalt dat wanneer beslissingen niet op grond van artikel 431 lid 1 in samenhang met artikel 985 Rv ten uitvoer kunnen worden gelegd, de Nederlandse rechter het geding opnieuw kan behandelen en afdoen. In het Gazprombank-arrest heeft de Hoge Raad hieraan nader invulling gegeven.
De Kazachse beslissing is in strijd met de Nederlandse openbare orde
5.10. Ter zitting is erkend dat de Kazachse rechter Engels recht had moeten toepassen, gelet op artikel 3 Haags Alimentatieprotocol 2007.
Afwijzing verzoek
5.11. Erkenning en tenuitvoerlegging stuit dus af op strijd met de Nederlandse openbare orde. De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw daarom af.
De proceskosten worden tussen partijen gecompenseerd
5.12. Gelet op de relatie tussen partijen (ex-echtelieden) worden de proceskosten tussen hen gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
De beschikking wordt niet uitvoerbaar bij voorraad verklaard
5.13. Het uitvoerbaar bij voorraad verklaren van deze beschikking sorteert geen effect en wordt daarom achterwege gelaten (artikel 288 Rv).
6 De beslissing
De rechtbank
6.1. wijst het verzoek van de vrouw af;
6.2. compenseert de kosten tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2025. [3718/2009]
Verordening (EU) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken.
Verdrag van Den Haag van 23 november 2007 inzake de internationale inning van levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden.
Hoge Raad 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2838.
Protocol van Den Haag van 23 november 2007 inzake het recht dat van toepassing is op onderhoudsverplichtingen.