Terug naar bibliotheek
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:7290 - Opzegverbod bij ziekte blokkeert ontbinding wegens verstoorde arbeidsverhouding - 1 juli 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBNHO:2025:72901 juli 2025

Essentie

De kantonrechter wijst een ontbindingsverzoek af omdat de verstoorde arbeidsverhouding verband houdt met de ziekte van de werknemer, waardoor het opzegverbod geldt. Ook de gronden als disfunctioneren, verwijtbaar handelen en wanprestatie zijn onvoldoende onderbouwd. Een onterechte loonstop moet door de werkgever worden terugbetaald.

Rechtsgebieden

Civiel RechtArbeidsrecht

Uitspraak inhoud

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Civiel recht Kantonrechter

Zittingsplaats Alkmaar

Zaaknummer / rekestnummer: 11646515 \ AO VERZ 25-33

Beschikking van 1 juli 2025

in de zaak van

EQUANS NEDERLAND N.V., te Bunnik, verzoekende partij, hierna te noemen: Equans, gemachtigde: mr. M.J. Oudenhuijsen,

tegen

[verweerder], te [woonplaats] , verwerende partij, hierna te noemen: [verweerder] , gemachtigde: mr. P.F. Keuchenius.

De zaak in het kort

In deze zaak verzoekt de werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer. De kantonrechter wijst het verzoek af, omdat onvoldoende aannemelijk is geworden dat voor de arbeidsongeschiktheid van de werknemer sprake was van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding en inmiddels sprake is van een opzegverbod. Er is geen sprake van disfunctioneren of verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. De combinatiegrond is ook niet aan de orde en de strenge toets van wanprestatie wordt niet gehaald. De werkgever heeft ten onrechte tweemaal een loonstop toegepast en moet het ingehouden loon alsnog aan de werknemer betalen.

1 De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • het verzoekschrift en de aanvullende producties 55 tot en met 61

  • het verweerschrift

  • de mondelinge behandeling van 3 juni 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt

  • de pleitaantekeningen van Equans en [verweerder] .

1.2. De beschikking is bepaald op vandaag.

2 De feiten

2.1. [verweerder] , geboren op [geboortedatum] 1977, is sinds 1 april 2018 in dienst bij Equans in de functie van kwaliteitsfunctionaris met een salaris van € 3.175,51 exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten. De CAO Technisch Installatiebedrijf is op de arbeidsovereenkomst van toepassing.

2.2. De afdeling Kwaliteit bestaat sinds september 2020 uit drie personen ( [verweerder] , zijn leidinggevende en een directe collega).

2.3. [verweerder] had de ambitie om binnen de kwaliteitsafdeling van Equans door te groeien naar de functie van Auditor . In dat kader is een Plan van Aanpak opgesteld voor de periode van juni tot en met december 2022.

2.4. Jaarlijks vindt bij Equans een Persoonlijk Functioneren Plan (PFP) beoordeling plaats. De PFP-beoordeling die de leidinggevende voor het jaar 2022 van [verweerder] heeft gemaakt vermeldt als totaalindruk van het functioneren ‘groen’. De categorie ‘groen’ betekent bij Equans ‘goed’. Ook voor de jaren 2018 tot en met 2021 heeft [verweerder] een groene beoordeling gekregen.

2.5. Verder staat in de PFP-beoordeling 2022 onder het kopje ‘Opleiding- en ontwikkelingswensen’ dat het wenselijk is dat [verweerder] verbetert in communicatie en dat [verweerder] zelf aangeeft dat hij behoefte heeft aan een sensitiviteitstraining. De PFP-beoordeling sluit af met de loopbaanwens van [verweerder] om door te groeien naar de functie van Auditor . Daarbij heeft de leidinggevende de opmerking geplaatst dat hij op basis van de ontwikkeling in communicatie afgelopen jaar onvoldoende ontwikkeling ziet waardoor hij geen vertrouwen heeft dat [verweerder] dit doel gaat halen.

2.6. Begin 2023 is een PFP-Verbeterplan gestart, met als doel – kort gezegd – het verbeteren van de communicatie en organisatiesensitiviteit. Daarnaast kreeg [verweerder] in 2023 de mogelijkheid ervaring op te doen met auditeren , om stappen te zetten op weg naar de door hem gewenste functie van Auditor . Ook daarvoor is een Plan van Aanpak opgesteld.

2.7. Aan het eind van 2023 heeft [verweerder] een ‘oranje’ PFP-beoordeling voor het jaar 2023 gekregen. De categorie ‘oranje’ betekent bij Equans ‘het kan beter’.

2.8. [verweerder] is sinds 30 januari 2024 arbeidsongeschikt.

3 Het verzoek en het verweer

3.1. Equans verzoekt de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden vanwege een verstoorde arbeidsverhouding, disfunctioneren of verwijtbaar handelen van [verweerder] , een combinatie van omstandigheden of wanprestatie van [verweerder] . Equans legt aan het verzoek ten grondslag – kort weergegeven – dat de arbeidsverhouding tussen [verweerder] en zijn leidinggevenden en de directie en zijn relatie met diverse collega’s ernstig is verstoord. [verweerder] functioneert niet, met name niet door zijn wijze van communiceren, gebrek aan organisatiesensitiviteit en defensieve en starre houding. Verbetering van het functioneren en herstel van de arbeidsverhouding is ondanks een verbetertraject en mediation uitgebleven. Ook is [verweerder] opzettelijk de gedragsregels en re-integratieverplichtingen niet nagekomen en heeft hij wanprestatie gepleegd.

3.2. [verweerder] verweert zich tegen het verzoek. Hij stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. [verweerder] betwist dat sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie en disfunctioneren. Ook heeft hij onvoldoende gelegenheid gekregen om te verbeteren. Verder houdt de moeizame werkrelatie verband met zijn ziekte, zodat een opzegverbod geldt. [verweerder] heeft zijn re-integratieverplichtingen niet (bewust) geschonden en Equans heeft ten onrechte tweemaal een loonstop opgelegd. Ook de combinatie van omstandigheden rechtvaardigt geen ontbinding. Daarnaast heeft Equans niet voldaan aan haar herplaatsingsplicht. Van wanprestatie van [verweerder] is geen sprake. Voor het geval de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, verzoekt [verweerder] om betaling van de transitievergoeding, een billijke vergoeding van € 30.000 en de cumulatievergoeding. [verweerder] vordert ook betaling van het onterecht ingehouden loon met de wettelijke verhoging.

3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4 De beoordeling

het verzoek

4.1. Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden. Een arbeidsovereenkomst kan worden ontbonden als daar een redelijke grond voor is.[1] De kantonrechter oordeelt dat er geen redelijke grond voor ontbinding is. Dit wordt als volgt gemotiveerd.

Geen ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding voor de ziekmelding (g-grond)

4.2. De kantonrechter neemt aan dat er voor de ziekmelding van [verweerder] geen sprake was van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding[2] en legt hierna uit waarom.

4.3. Equans heeft in het verzoekschrift niet concreet gesteld wanneer de arbeidsverhouding met [verweerder] volgens haar ernstig en duurzaam verstoord is geraakt. Op de zitting heeft Equans gesteld dat de arbeidsverhouding al voor de ziekmelding ernstig en duurzaam verstoord was en toen al sprake was van een voldragen grond voor ontbinding. De kantonrechter constateert dat Equans in haar onderbouwing van dit standpunt tegenstrijdig is. In het verzoekschrift beroept Equans zich op de uitspraak van de klachtencommissie van 2 november 2023, e-mails van [verweerder] met een ongepaste en niet collegiale toon (“Lees je mail!”[3]) en het feit dat de partner van [verweerder] de inzetbaarheidsadviseur van Equans (mevrouw [adviseur] ) in het gesprek van 19 december 2024 een “dom wijf” noemde. In het verzoekschrift heeft Equans ook gesteld dat [verweerder] herhaaldelijk heeft aangegeven dat Equans in zijn optiek geen goed werkgever is en dat Equans haar afspraken/re-integratieverplichtingen jegens hem niet nakomt, dat zij de indruk heeft dat [verweerder] gesprekken heeft opgenomen zonder haar daarover vooraf te informeren en het tekenend is dat [verweerder] in een jaar tijd drie klachten tegen collega’s heeft willen indienen waarvan hij er twee heeft doorgezet die door de klachtencommissie ongegrond zijn verklaard[4]. Verder heeft [verweerder] volgens Equans aangegeven dat hij zich buitengesloten voelde en de indruk heeft dat anderen over hem roddelen en dat hij aan het einde van 2024 heeft aangegeven dat hij niet meer in gesprek wilde met zijn leidinggevenden en HR. Hiermee onderbouwt Equans haar standpunt aan de ene kant met omstandigheden van voor de ziekmelding en aan de andere kant met omstandigheden van na de ziekmelding. De kantonrechter vindt deze onderbouwing onvoldoende om vast te kunnen stellen dat er al voor de ziekmelding sprake was van een verstoorde arbeidsverhouding.

4.4. Daarbij komt dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevat om aan te nemen dat de eventuele verstoring van de arbeidsverhouding - voor de ziekmelding - al ernstig en duurzaam was. Hierbij is van belang dat Equans zich als goed werkgever moet inspannen om de arbeidsrelatie te herstellen. Het is de kantonrechter onvoldoende gebleken dat Equans constructieve of reële pogingen heeft gedaan om de volgens haar verstoorde relatie te herstellen of dat op zijn minst heeft onderzocht. Uit het dossier blijkt wel dat Equans verschillende gesprekken met [verweerder] heeft gevoerd, maar die gingen met name over zijn functioneren en het verbetertraject. Equans heeft ook aangeboden om een loopbaancoach in te schakelen, maar dat ziet niet op verbetering van de arbeidsrelatie tussen partijen of collega’s. In de zomer van 2023 is de situatie op de afdeling van [verweerder] geëscaleerd. Het gaat om een kleine afdeling van (toen) drie werknemers: een leidinggevende, een directe collega en [verweerder] . [verweerder] heeft een klacht tegen zijn leidinggevende ingediend maar niet doorgezet. En hij heeft een klacht tegen zijn directe collega en een andere collega ingediend. Deze zijn ongegrond verklaard. De directe collega heeft ook een klacht tegen [verweerder] ingediend. De klachtencommissie heeft deze klacht in november 2023 gegrond verklaard, omdat de klager zich belemmerd heeft gevoeld in de uitoefening van haar werkzaamheden door ongewenst gedrag van en pesten door [verweerder] . Daarbij heeft de klachtencommissie geoordeeld dat de onderlinge samenwerking op de afdeling verre van optimaal is. Los van het individuele handelen van alle betrokkenen onderling, is er volgens de klachtencommissie sprake van een verstoorde communicatie onderling, onduidelijke afspraken, onduidelijke reacties op problemen en onvoldoende sturing door de leidinggevende. Equans heeft op advies van de klachtencommissie [verweerder] op 13 november 2023 een schriftelijke waarschuwing gegeven en gesprekken met de betrokkenen gevoerd. Wat er precies besproken is of wat Equans heeft gedaan om de verhoudingen tussen [verweerder] aan de ene kant en de leidinggevende en directe collega aan de andere kant te verbeteren, is onduidelijk. Sinds oktober 2023 was er een nieuwe leidinggevende op de afdeling, maar niet is gesteld of gebleken waarom dat was en of dat relevant was voor de arbeidsverhouding met [verweerder] . Het gesprek van 12 december 2023, het aanbod van Equans om een loopbaancoach in te schakelen en de e-mail van Equans van 11 januari 2024 betreffen het functioneren van [verweerder] . Vervolgens is pas in maart 2024, dus na de ziekmelding, mediation ingezet.

4.5. In deze omstandigheden is geen sprake van een al voor de ziekmelding ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding.

De verstoorde arbeidsverhouding na de ziekmelding houdt verband met het opzegverbod

4.6. Uit het dossier blijkt dat er na de ziekmelding van [verweerder] een verstoorde arbeidsverhouding tussen partijen is ontstaan en dat deze verstoring verband houdt met de ziekte. De kantonrechter motiveert dat als volgt.

4.7. Na de ziekmelding heeft [verweerder] bezwaar gemaakt tegen zijn beoordeling over 2023. De HR adviseur van Equans heeft dit bezwaar niet ontvankelijk verklaard. Vervolgens is in maart 2024 het mediationtraject gestart. Dit traject is op een gegeven (de kantonrechter onbekend) moment on hold gezet. En de relatie is verslechterd. Zo heeft Equans in juli een loonstop toegepast omdat [verweerder] volgens haar ten onrechte geen machtiging tot het opvragen van medische gegevens verstrekte. En in november volgde een loonstop voor het niet tijdig geven van toestemming voor het tweede spoortraject. Vanaf medio december heeft [verweerder] aangepast werk op een andere afdeling van Equans verricht (dus in het eerste spoortraject). Dit wijst erop dat herstel van de arbeidsrelatie op zich nog mogelijk was, ook volgens Equans. Op dat moment was de verstoring van de relatie kennelijk dus nog niet ernstig en duurzaam.

4.8. Vervolgens vond op 19 december een gesprek over de re-integratie van [verweerder] plaats en dat gesprek verliep moeizaam en onprettig; de emoties liepen over en weer hoog op. In verband met de feestdagen en vakantieperiode heeft Equans die kwestie even laten rusten. Daarna heeft zij op 3 januari 2025 aan [verweerder] gemaild dat zij constateert dat ze een tegengestelde visie hebben op de feiten en omstandigheden en dat de arbeidsrelatie inmiddels dermate verstoord is dat van Equans niet meer verwacht kan worden deze nog voort te zetten, waarbij het feit dat [verweerder] zijn re-integratieverplichtingen niet (volledig) nakomt voor Equans de voornaamste reden is. Equans legt hiermee zelf een verband tussen de verstoorde arbeidsverhouding en de ziekte. Ook uit de gang van zaken vanaf juli blijkt dat er een verband met de ziekte van [verweerder] is.

4.9. Het opzegverbod[5] staat dus in de weg aan ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens deze grond.

Geen disfunctioneren (d-grond)

4.10. Er is geen sprake van een voldragen grond wegens disfunctioneren[6], omdat Equans [verweerder] onvoldoende gelegenheid tot verbetering van zijn functioneren heeft gegeven. Dit wordt toegelicht als volgt.

4.11. Equans stelt dat [verweerder] niet functioneert en dat zij al vanaf eind 2022 met hem in gesprek is over zijn functioneren. Volgens Equans is [verweerder] voldoende in de gelegenheid gesteld om zijn functioneren te verbeteren, maar is er geen verbetering opgetreden. Het voornaamste punt van kritiek is de wijze van communiceren. Volgens Equans voldoet [verweerder] niet aan de functie-eisen. Equans heeft kritiek op zijn houding en gedrag, waarbij het karakter van [verweerder] botst met de collega’s op de afdeling en het hem ontbreekt aan zelfreflectie. Zijn verbeterpunten zien op houding, gedrag, organisatiesensitiviteit en communicatie. [verweerder] erkent dat hij moeite met communiceren had en was het eens met het verbeterplan omdat hij ‘er nog niet was’, maar legt een verband met zijn moeilijke relatie met zijn directe collega.

4.12. De kantonrechter constateert dat [verweerder] tot en met 2022 een ‘groene’ dus goede beoordeling heeft gehad, met op onderdelen een ‘oranje’ score dus ‘het kan beter’. Bij ‘samenwerken’ staat bijvoorbeeld: “Communicatie is nog steeds een punt ter verbetering”. Vervolgens is begin 2023 een verbetertraject gestart. De kantonrechter leidt hieruit af dat [verweerder] tot en met 2022 naar voldoende tevredenheid van Equans heeft gefunctioneerd in zijn functie van kwaliteitsfunctionaris .

4.13. Uit het dossier blijkt dat er - naast het verbetertraject voor de functie van kwaliteitsfunctionaris - een ontwikkelplan was. Equans heeft [verweerder] in de gelegenheid gesteld om door te groeien tot auditor en daarvoor een opleiding te volgen. Uit het door [verweerder] overgelegde plan van aanpak[7] blijkt dat het ontwikkelplan - net als het verbeterplan - gold voor 2023. Equans heeft op de zitting gesteld dat zij voor zover ze heeft kunnen nagaan niet bekend is met dit plan van aanpak, maar de inhoud niet betwist. De kantonrechter gaat daar dus van uit. Daarmee staat vast dat het verbeterplan en het plan van aanpak naast elkaar liepen. Dit impliceert dat Equans op dat moment nog genoeg toekomst zag in (het functioneren van) [verweerder] .

4.14. Partijen hebben vanaf begin 2023 regelmatig voortgangsgesprekken gevoerd. Uit de samenvatting van de gesprekken in het verbeterplan blijkt dat zowel over het verbeteren in de functie van kwaliteitsfunctionaris als over het doorgroeien tot auditor is gesproken. Equans heeft [verweerder] herhaaldelijk meegedeeld dat er te weinig verbetering is, maar is hem ook steeds de kans blijven geven om door te groeien tot auditor . Dit impliceert dat Equans ook tijdens het verbetertraject nog voldoende toekomst zag in (het functioneren van) [verweerder] , ondanks haar toen kennelijk al bestaande kritiek op zijn manier van communiceren en houding of gedrag.

4.15. In het voortgangsgesprek van 13 juni 2023 heeft Equans bijvoorbeeld gesteld te weinig voortgang te zien in verbetering in communicatie zeker in relatie tot hetgeen is gesteld in het verbeterplan, dat eerder in het verbeterplan is gesproken over een andere manier van helpen waaronder een uitgebreid coaching traject dat door [verweerder] naast zich neer is gelegd, dat Equans [verweerder] graag wil helpen in zijn kracht te komen en dat er twijfels zijn of dit in zijn huidige rol gaat lukken. Equans heeft hiervoor voorgesteld het verbeterplan uit te breiden en [verweerder] de ruimte te geven te zoeken naar een ander baan. Er zijn diverse opties besproken, zoals een loopbaancoach, (interne) mobiliteit en gesprekken met recruiters.

4.16. Maar in het verslag van de sessie van 22 november 2023 (dus kort na de gegronde klacht van de directe collega tegen [verweerder] ) staat bijvoorbeeld: “Het verbeter traject loopt veel te traag, welke actie neemt [verweerder] ? Verder met opleiding. Auditeren” en “Het verbeter traject loopt wel door in 2024. Onder leiding [leidinggevende] . Doel van [verweerder] is goed functioneren tot het eind van het jaar. Als er zaken zijn die [verweerder] kan oppakken wil [verweerder] deze oppakken.”[8] De stelling van Equans op de zitting dat de intentie om het traject on 2024 door te laten lopen niet (formeel) is vastgelegd, staat hier haaks op. De kantonrechter stelt vast dat partijen hebben afgesproken dat het verbeter- en ontwikkeltraject in 2024 zouden worden voortgezet.

4.17. Vervolgens heeft [verweerder] voor 2023 een ‘oranje’ beoordeling gekregen, met een aantal ‘rode’ punten. De oranje beoordeling houdt in dat zijn functioneren ‘beter kon’. Dat is iets anders dan onvoldoende of slecht. De kantonrechter vindt het gestelde disfunctioneren voor 2023 daarmee onvoldoende onderbouwd. Vooral omdat er naast het verbeterplan voor de functie van kwaliteitsfunctionaris een ontwikkelplan was dat werd uitgevoerd en zowel het verbeter- als ontwikkelplan in 2024 zouden worden voortgezet. Dat duidt niet op disfunctioneren maar op vertrouwen voor de toekomst. [verweerder] heeft op de zitting terecht gesteld dat een verbetertraject na een ziekmelding niet voortijdig met terugwerkende kracht kan worden beëindigd, zoals Equans kennelijk meent. De kantonrechter neemt daarom aan dat het functioneren van [verweerder] eind 2023 voldoende was.

4.18. Een week later (op 12 december 2023) was er een gesprek tussen de nieuwe en oude leidinggevende en [verweerder] . De nieuwe leidinggevende heeft geconstateerd dat de oranje verbeterpunten uit 2022 niet waren verbeterd, maar dat er meer oranje en ook rode punten bijgekomen waren. Hij heeft geconcludeerd dat de oranje beoordeling over 2022 en 2023, de officiële waarschuwing naar aanleiding van de klacht, de stagnatie in beperkte voortgang op het verbeterplan en de ontoereikende mate van zelfreflectie maken dat hij geen toekomst voor [verweerder] zag binnen het team. Ook heeft hij gezegd dat - hoewel het verbetertraject in 2024 zou doorlopen - er te weinig vertrouwen is dat [verweerder] het tij nog zou gaan keren op de kritieke punten van met name een gebrek aan organisatiesensitiviteit, onvermogen om te verbinden met collega’s, de niet eenduidige, formele en te directe communicatie, het gebrek aan zelfreflectie op zijn functioneren en het vingerwijzen naar collega’s. En hij heeft benadrukt dat Equans [verweerder] graag wil helpen aan een nieuwe toekomst waarin hij beter tot zijn recht zou komen en aangeboden een loopbaancoach in te schakelen. Hiermee is Equans in feite teruggekomen op de oranje beoordeling van de week daarvoor en de afspraak van drie weken eerder over voortzetting van het verbetertraject en de opleiding tot auditor in 2024. En hiermee heeft zij ingezet op een toekomst elders (intern of extern). De kantonrechter leidt hieruit af dat er volgens Equans vanaf medio december 2023 sprake was van disfunctioneren van [verweerder] .

4.19. In een vervolggesprek op 8 januari en in zijn e-mail van 11 januari heeft [verweerder] (kort gezegd) zijn kant van het verhaal en reactie op de gesprekken gedeeld. Equans heeft op 11 januari teruggemaild: “Hoewel het jou vrij staat te reageren op de gespreksverslagen en documenten van Equans, bevestigt jouw houding en reactie in de lopende processen een groot deel van de kritiek van Equans op jouw functioneren. Daar doel ik met name doel op jouw gebrek aan zelfreflectie/andere de schuld geven, onvermogen om constructief te communiceren en verminderd gevoel voor de onderlinge verhoudingen. Dit maakt dat wij - zoals je inmiddels bekend - hebben moeten concluderen dat jij niet voldoet aan het in redelijkheid te verwachten niveau voor de functie van Kwaliteitsfunctionaris en wij hebben besloten dat wij met jou willen kijken naar passende alternatieven in en/of buiten de organisatie. Je geeft aan dat je geen vertrouwen hebt in onze ondersteuning daarbij. Wij kunnen niet anders dan nogmaals benadrukken dat wij als goed werkgever onze uiterste best zullen doen jou adequaat te ondersteunen.[9] Hieruit volgt dat Equans [verweerder] geen gelegenheid heeft gegeven tot verbetering van zijn disfunctioneren sinds medio december. Dat had van haar wel verwacht mogen worden, omdat [verweerder] tot medio december 2023 nog voldoende functioneerde en zelfs een opleiding mocht volgen om door te groeien tot auditor , er plannen waren het verbetertraject en de opleiding in 2024 voort te zetten en deze plannen drie weken later al in de ijskast zijn gezet. Het had op de weg van Equans gelegen om op een gegeven moment een tussenstap te nemen en duidelijker te zijn: óf verbeteren óf doorgroeien en in geval van verbeteren [verweerder] concreet de kans bieden zijn functioneren te verbeteren, bijvoorbeeld door hem naar een communicatietraining te sturen in plaats van (loopbaan)coaching aan te bieden. [verweerder] heeft dat betwist en uit het dossier blijkt niet dat Equans dat heeft gedaan. De kantonrechter heeft in het verbeterplan gelezen dat er wel meerdere keren is gesproken over opleidingen op het gebied van communicatie en dat [verweerder] een aantal opleidingen heeft genoemd. Maar Equans heeft niet gesteld dat zij [verweerder] zo’n opleiding concreet heeft aangeboden of [verweerder] naar zo’n opleiding heeft gestuurd. Zonder nadere toelichting blijkt uit het verbeterplan niet dat het laatste gesprek hierover (op 15 augustus 2023) is vervolgd, terwijl [verweerder] daartoe het initiatief zou nemen (“zijn voorkeur gaat uit naar Communiceren met oog voor de relatie van SUAS. [naam 1] zal dit met [naam 2] bespreken, na zijn vakantie.”) Uit de aantekeningen in het verbeterplan blijkt alleen dat er later (op 22 november) is gesproken over de opleiding “Auditeren , hoofdstuk 7, 8, 10”.[10] In deze omstandigheden is er geen sprake van een voldragen grond wegens disfunctioneren.

Geen verwijtbaar handelen of nalaten (e-grond)

4.20. Er is geen sprake van verwijtbaar handelen of nalaten[11] van [verweerder] . De kantonrechter motiveert dit als volgt.

4.21. Equans stelt dat [verweerder] opzettelijk de op zijn arbeidsovereenkomst van toepassing zijnde gedragsregels niet is nagekomen en daarom verwijtbaar heeft gehandeld. Daarbij noemt zij drie omstandigheden. De eerste is dat [verweerder] herhaaldelijk zijn re-integratieverplichtingen niet is nagekomen, waarvoor Equans een loonstop heeft toegepast. De kantonrechter kan de arbeidsovereenkomst niet ontbinden op deze grond. De kantonrechter moet een verzoek van een werkgever tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst wegens het zonder deugdelijke grond niet nakomen van de re-integratieverplichtingen namelijk afwijzen, als de werkgever niet beschikt over een deskundigenverklaring tenzij het overleggen van die verklaring in redelijkheid niet van de werkgever kan worden gevergd.[12] Equans heeft geen deskundigenverklaring overgelegd. En ondanks het verweer van [verweerder] heeft zij geen beroep op de uitzondering gedaan.

4.22. De tweede door Equans aangevoerde omstandigheid is dat [verweerder] in zijn gedrag en communicatie richting collega's in strijd met de Gedragscode Veiligheid, Welzijn en Vitaliteit handelt. Daarvoor verwijst Equans naar de uitspraak van de Klachtencommissie. Volgens Equans is het gedrag van [verweerder] na de officiële waarschuwing niet gewijzigd en blijkt dat uit de wijze waarop hij omgaat met collega’s en dan met name zijn hoekige en weinig respectvolle communicatie in de e-mails. De derde omstandigheid is dat [verweerder] zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst niet nakomt, omdat hij niet meewerkt aan redelijke verzoeken van Equans en voortdurend naar collega’s wijst waar het gaat om kritiek op zijn positie binnen de organisatie. De kantonrechter constateert dat Equans deze laatste twee omstandigheden niet concreet heeft toegelicht of onderbouwd, ook niet na de vragen daarover op de zitting. Het is niet de taak van de kantonrechter om in het dossier te spitten naar welke e-mails of redelijke verzoeken Equans bedoelt. Het opsommen van een groot aantal feiten en citeren van vele e-mails is onvoldoende. De kantonrechter kan daarom niet vaststellen dat [verweerder] op deze punten verwijtbaar heeft gehandeld.

Geen combinatie van omstandigheden (i-grond)

4.23. Equans noemt ter onderbouwing van de combinatiegrond[13] omstandigheden die zij ook aan de andere ontslaggronden ten grondslag heeft gelegd. Het gaat per saldo om dezelfde omstandigheden. De kantonrechter vindt de combinatie van deze omstandigheden niet voldoende om tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst over te gaan. In de eerste plaats weegt ook hier mee dat de inmiddels verstoorde arbeidsverhouding verband houdt met de ziekte van [verweerder] en het opzegverbod aan ontbinding in de weg staat. In de tweede plaats weegt mee dat - ook als de omstandigheden worden gecombineerd - van Equans mag worden verwacht dat zij zich inspant om de arbeidsovereenkomst tussen partijen tot een succes te maken. Het ligt op de weg van Equans om (na herstel van [verweerder] ) de arbeidsrelatie te herstellen en het verbetertraject voort te zetten.

Geen wanprestatie van [verweerder]

4.24. Equans baseert haar vordering ook op een tekortkoming van [verweerder] in de nakoming van de arbeidsovereenkomst.[14] Equans beroept zich in dit verband op het niet nakomen van de re-integratieverplichtingen door [verweerder] en/of het niet voldoen aan redelijke re-integratievoorstellen van Equans werkgever, op het hardnekkig weigeren van [verweerder] te voldoen aan redelijke bevelen/opdrachten die Equans hem verstrekt, waarbij het onder meer gaat om de wijze waarop hij zich opstelt binnen de organisatie (reageren op e-mails/terugbelverzoeken/constructief samenwerken) en op het grovelijk veronachtzamen van [verweerder] van zijn plichten uit de arbeidsovereenkomst als goed werknemer, onder meer door zijn negatieve, agressieve, onbeleefde en respectloze manier van communiceren, zijn zeer wantrouwende en beschuldigende houding naar zijn collega's en de organisatie als geheel, zijn beschuldiging van Equans geen goed werkgever te zijn en zijn weigering om naar zichzelf te kijken/te reflecteren. Volgens Equans is een constructieve samenwerking met [verweerder] onmogelijk gebleken.

4.25. De kantonrechter stelt het volgende voorop. Voor toewijzing van de vordering tot ontbinding wegens wanprestatie is vereist dat sprake is van een ernstige (in de zin van verwijtbare) vorm van wanprestatie. De tekortkoming moet zo ernstig zijn dat deze op een lijn gesteld kan worden met een dringende reden voor ontslag. Aan deze grondslag worden dus zwaardere eisen gesteld dan aan de grondslag van verwijtbaar handelen (de e-grond). Als een lichtere toets mogelijk zou zijn dan de voor de e-grond geldende toets, zou dat namelijk een ontoelaatbare doorkruising opleveren van de in de wet geregelde beëindigingsmogelijkheden.[15]

4.26. Aan deze zware eisen voor ontbinding op grond van wanprestatie is niet voldaan. De kantonrechter verwijst naar wat hiervoor is geoordeeld over de verstoorde arbeidsverhouding, het disfunctioneren en het niet verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerder] . Deze drie gronden maar ook de combinatie van de omstandigheden leveren geen grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst op. Laat staan dat deze gronden en omstandigheden de zwaardere toets van wanprestatie kunnen doorstaan. Voor zover Equans zich op andere omstandigheden beroept, heeft zij onvoldoende concreet toegelicht waaruit de tekortkoming van [verweerder] bestaat, in hoeverre hij is tekortgeschoten en waarom dat zo ernstig is dat deze op een lijn gesteld kan worden met een dringende reden voor ontslag.

De conclusie

4.27. De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van Equans zal afwijzen en dat de arbeidsovereenkomst niet zal worden ontbonden. Daarmee komt de kantonrechter niet toe aan de beoordeling van de door [verweerder] voorwaardelijk verzochte vergoedingen. De proceskosten

4.28. De proceskosten komen voor rekening van Equans, omdat Equans ongelijk krijgt. De proceskosten aan de kant van [verweerder] worden begroot op € 814,00 aan salaris gemachtigde en € 135,00 aan nakosten, plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing.

het tegenverzoek

4.29. Het gaat in deze zaak om de vraag of Equans met de twee loonstoppen onterecht loon heeft ingehouden. De kantonrechter komt niet toe aan de beoordeling van de voorwaardelijk verzochte transitievergoeding, billijke vergoeding en cumulatievergoeding, omdat de arbeidsovereenkomst niet wordt ontbonden en de voorwaarde niet is vervuld.

4.30. De kantonrechter oordeelt dat de Equans de twee loonsancties ten onrechte heeft opgelegd en het ingehouden loon alsnog aan [verweerder] moet betalen. Dit wordt als volgt gemotiveerd.

4.31. Op grond van artikel 7:629 lid 3 BW heeft een werknemer geen recht op doorbetaling van loon tijdens ziekte als de werknemer zonder deugdelijke grond tekortschiet in zijn re-integratieverplichtingen. Dit is (onder meer) het geval als de werknemer weigert mee te werken aan door de werkgever of een aangewezen deskundige gegeven redelijke voorschriften of maatregelen die erop zijn gericht de werknemer in staat te stellen passende arbeid te verrichten (lid 3 sub d). De kantonrechter begrijpt dat Equans zich op deze grond beroept.

De eerste loonstop

4.32. Equans heeft van 23 juli tot 1 augustus 2024 een loonstop opgelegd wegens het niet nakomen van de re-integratieverplichtingen, omdat [verweerder] niet (op de juiste wijze) een machtiging voor het opvragen van medische gegevens verstrekte. Volgens Equans moest de machtiging verstrekt worden via digitale of handmatige ondertekening, was [verweerder] daarvan op de hoogte en heeft hij bewust niet voldaan aan de in redelijkheid daaraan gestelde eisen.

4.33. De kantonrechter stelt voorop dat het op zich gaat om een redelijk voorschrift. De bedrijfsarts heeft de machtiging nodig voor zijn oordeel en het is aan [verweerder] om de machtiging te verstrekken; digitaal of handmatig. Maar de kantonrechter kan niet vaststellen dat [verweerder] zonder deugdelijke grond heeft geweigerd mee te werken aan dit voorschrift. Equans stelt zelf dat [verweerder] tijdens het spreekuur op 4 juli 2024 mondeling toestemming voor het opvragen van gegevens heeft gegeven. Verder staat vast dat [verweerder] op 2 en 4 juli 2024 de Arboarts per e-mail toestemming heeft gegeven om de relevante medische gegevens op te vragen. Hieruit volgt dat [verweerder] op zich bereid was mee te werken aan het redelijk voorschrift.

4.34. De bedrijfsarts had een specifieke ondertekende machtiging nodig en heeft daarom een machtigingsformulier aan [verweerder] verstrekt. Omdat de ondertekende machtiging uitbleef, heeft Equans [verweerder] op 17 juli 2024 gewezen op zijn re-integratie-inspanningen en gewaarschuwd dat zij de loondoorbetaling zal stopzetten als hij de toestemming niet heeft verleend voor 19 juli. Equans stelt dat uit navraag bleek dat de machtiging niet binnen was en zij de loonstop daarom heeft doorgevoerd. De kantonrechter kan uit deze stelling die verder niet is toegelicht of onderbouwd, niet afleiden dat [verweerder] (zonder deugdelijke grond) heeft geweigerd de machtiging te verstrekken. [verweerder] voert namelijk aan dat het hem niet lukte om het machtigingsformulier digitaal te ondertekenen en dat hij op 19 juli aan Equans heeft gemaild dat hij het machtigingsformulier op de post had gedaan. Volgens [verweerder] ontving hij op 23 juli de brief waarin stond dat de loonstop werd toegepast en heeft hij in reactie daarop meerdere medewerkers binnen Equans gemaild dat hij het formulier al op de post had gedaan en zijn toestemming per e-mail had verleend. Equans heeft deze stellingen van [verweerder] niet betwist; zij is alleen ingegaan op de volgens [verweerder] op 29 juli opnieuw per post verstuurde machtiging. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat [verweerder] het machtigingsformulier op 19 juli al op de post had gedaan. Mogelijk is er iets mis gegaan met de postbezorging, maar dat is onvoldoende om aan te nemen dat [verweerder] bewust (of zonder deugdelijke grond) heeft geweigerd mee te werken aan het redelijke voorschrift.

De tweede loonstop

4.35. Equans heeft van 11 november 2024 tot 7 januari 2025 een loonstop opgelegd wegens het niet nakomen van de re-integratieverplichtingen, omdat [verweerder] geen toestemming voor het inzetten van het tweede spoor traject verleende door de benodigde link voor het opstarten van het tweede spoortraject niet te activeren. Volgens Equans was het klikken op de activatielink nodig voor het daadwerkelijk in gang zetten van het tweede spoortraject en de toestemming van [verweerder] daarvoor en blijkt uit het gesprek op 6 november 2024 en de e-mails van [verweerder] van 7 en 8 november 2024 niet dat [verweerder] aan het tweede spoor meewerkte of wilde meewerken.

4.36. De kantonrechter oordeelt dat Equans onvoldoende heeft toegelicht of onderbouwd dat sprake was van een redelijk voorschrift. Naar aanleiding van de terugkoppeling van de bedrijfsarts van 31 oktober 2024 heeft Equans de verlofaanvraag van [verweerder] goedgekeurd onder een aantal voorwaarden. Deze zijn bevestigd in de e-mail van 5 november 2024. In de e-mail staat dat de aanmelding voor het tweede spoor zojuist is gedaan, dat [verweerder] een e-mail van het zilveren kruis heeft ontvangen met een link om toestemming te geven voor de aanmelding met het verzoek via de link toestemming te geven voor 7 november voor 13:00 uur en dat het intakegesprek zal worden gepland in de week van 16 tot en met 20 december. Equans stelt niet waarop deze aanmelding voor het tweede spoortraject is gebaseerd. De terugkoppeling van de bedrijfsarts van 31 oktober 2024 biedt die basis niet. De bedrijfsarts adviseert in die terugkoppeling de inzet van een arbeidsdeskundig onderzoek, stelt dat het de voorkeur heeft om eerst het arbeidsdeskundig onderzoek af te wachten en dat het arbeidsdeskundig onderzoek zowel mogelijkheden in het een eerste spoor als tweede spoor zal onderzoeken. Equans is hier kennelijk op vooruit gelopen. Volgens [verweerder] had Equans op 14 oktober 2024 ook al gemaild dat ze hem wilde aanmelden voor een tweede spoortraject en verzocht om toestemming te geven via een link. Equans heeft dat niet betwist.

4.37. Uit het dossier blijkt dat een inzet op het tweede spoortraject pas aan de orde is in de rapportage arbeidsdeskundig onderzoek van 17 november 2024. De arbeidsdeskundige concludeert onder andere dat partijen voor duurzame re-integratie op dit moment zijn aangewezen op het 2e spoor (ander werk bij andere werkgever), indien er na interne inventarisatie geen of onvoldoende passend werk beschikbaar is. Aanbevolen wordt onder andere voortzetting van het huidige re-integratietraject te starten met een interne inventarisatie op de beschikbaarheid van het genoemde passend werk en indien de inventarisatie geen passend werk oplevert, zal een re-integratietraject op spoor 2 moeten worden opgestart, eventueel gelijktijdig met het lopende interne traject dat in het kader van het opbouwen van arbeidsritme wordt aangeboden. Equans heeft niet onderbouwd waarom zij een kleine twee weken eerder (op 5 november) al een aanmelding voor het tweede spoor heeft gedaan en [verweerder] om toestemming heeft verzocht. Dat was vlak voor de vakantie van [verweerder] (vanaf 11 november), maar die was in oktober al goedgekeurd. Met deze handelwijze is Equans kennelijk vooruitgelopen op het latere advies van de arbeidsdeskundige om een tweede spoor in te zetten áls interne inventarisatie geen passend werk oplevert. Dat maakt de op 5 november gestelde (en later herhaalde) voorwaarde om de link alvast te activeren onredelijk.

4.38. Daar komt bij dat onvoldoende is gebleken dat [verweerder] heeft geweigerd om mee te werken. Het staat vast dat [verweerder] op 7 en 8 november aan Equans heeft gemaild dat hij de activatielink niet heeft ontvangen. In zijn e-mail van (vrijdag) 8 november schrijft [verweerder] ook dat zijn vakantie is begonnen en hij verwacht dat geregeld wordt dat hij een kennismakingsgesprek krijgt na zijn vakantie. Verder heeft [verweerder] onbetwist gesteld dat hij aan Equans heeft bericht dat hij zelf telefonisch contact heeft opgenomen om een kennismakingsgesprek in te plannen. Hieruit blijkt niet dat [verweerder] heeft geweigerd om toestemming voor het inzetten van het tweede spoortraject te geven. Het dossier bevat geen andere aanknopingspunten voor de stelling van Equans dat [verweerder] bewust heeft geweigerd op de link te klikken.

De conclusie

4.39. De kantonrechter zal het verzoek van [verweerder] tot betaling van achterstallig loon toewijzen.

4.40. De kantonrechter zal de verzochte wettelijke verhoging en wettelijke rente toewijzen zoals gevorderd, omdat daartegen geen verweer is gevoerd.

De proceskosten

4.41. De proceskosten komen voor rekening van Equans, omdat Equans ongelijk krijgt. De proceskosten aan de kant van [verweerder] worden begroot op nihil gelet op de samenhang met het verzoek.

5 De beslissing

De kantonrechter

het verzoek

5.1. wijst het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst af,

5.2. veroordeelt Equans in de proceskosten van € 949,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Equans niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en de beschikking daarna wordt betekend,

het tegenverzoek

5.3. veroordeelt Equans tot betaling aan [verweerder] van het bruto maandsalaris van € 3.175,51 te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en overige emolumenten op grond van de toepasselijke cao voor de periode van 23 juli 2024 tot 1 augustus 2024 en voor de periode van 11 november 2024 tot 7 januari 2025,

5.4. veroordeelt Equans tot betaling aan [verweerder] van de wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW over het niet betaalde salaris zoals hiervoor in 5.3. vermeld,

5.5. veroordeelt Equans tot betaling aan [verweerder] van de wettelijke rente van artikel 6:119 BW over het niet betaalde salaris zoals hiervoor in 5.3. vermeld en over de wettelijke verhoging zoals hiervoor in 5.4. vermeld vanaf de respectievelijke data van opeisbaarheid tot aan de dag van de gehele betaling,

5.6. veroordeelt Equans in de proceskosten van [verweerder] , tot op vandaag begroot op nihil,

het verzoek en het tegenverzoek

5.7. wijst het meer of anders verzochte af,

5.8. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. I.H. Lips en in het openbaar uitgesproken op 1 juli 2025.

Artikel 7:669 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

Artikel 7:669 lid 3, onderdeel g, BW.

Naar de kantonrechter begrijpt betreft dit de e-mail van 8 november 2024 (bijlage bij productie 37 van Equans).

Omstreeks juli en augustus 2023.

Artikel 7:671b lid 6 BW.

Artikel 7:669 lid 3, onderdeel d, BW.

Productie 5 van [verweerder] .

Productie 13 van Equans, laatste pagina onderaan.

Zie het citaat in het verzoekschrift, alinea 46.

Productie 13 van Equans.

Artikel 7:669 lid 3, onderdeel e, BW.

Artikel 7:671b lid 5 onder b BW.

Artikel 7:669 lid 3, onderdeel i, BW.

Artikel 7:686 BW.

Zie Gerechtshof Den Bosch 8 juli 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:2157.


Voetnoten

Artikel 7:669 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

Artikel 7:669 lid 3, onderdeel g, BW.

Naar de kantonrechter begrijpt betreft dit de e-mail van 8 november 2024 (bijlage bij productie 37 van Equans).

Omstreeks juli en augustus 2023.

Artikel 7:671b lid 6 BW.

Artikel 7:669 lid 3, onderdeel d, BW.

Productie 5 van [verweerder] .

Productie 13 van Equans, laatste pagina onderaan.

Zie het citaat in het verzoekschrift, alinea 46.

Productie 13 van Equans.

Artikel 7:669 lid 3, onderdeel e, BW.

Artikel 7:671b lid 5 onder b BW.

Artikel 7:669 lid 3, onderdeel i, BW.

Artikel 7:686 BW.

Zie Gerechtshof Den Bosch 8 juli 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:2157.