Artikel 669
1. De werkgever kan de arbeidsovereenkomst opzeggen indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie niet mogelijk is of niet in de rede ligt. Herplaatsing ligt in ieder geval niet in de rede indien sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer als bedoeld in lid 3, onderdeel e.
2. Herplaatsing, bedoeld in lid 1, is niet vereist, indien de werknemer een geestelijk ambt bekleedt.
3. Onder een redelijke grond als bedoeld in lid 1 wordt verstaan:
a. het vervallen van arbeidsplaatsen als gevolg van de beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming of het, over een toekomstige periode van ten minste 26 weken bezien, noodzakelijkerwijs vervallen van arbeidsplaatsen als gevolg van het wegens bedrijfseconomische omstandigheden treffen van maatregelen voor een doelmatige bedrijfsvoering; b. ziekte of gebreken van de werknemer waardoor hij niet meer in staat is de bedongen arbeid te verrichten, mits de periode, bedoeld in artikel 670, leden 1 en 11, is verstreken en aannemelijk is dat binnen 26 weken, of bij een werknemer die de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd heeft bereikt, 6 weken, geen herstel zal optreden en dat binnen die periode de bedongen arbeid niet in aangepaste vorm kan worden verricht; c. het bij regelmaat niet kunnen verrichten van de bedongen arbeid als gevolg van ziekte of gebreken van de werknemer met voor de bedrijfsvoering onaanvaardbare gevolgen, mits het bij regelmaat niet kunnen verrichten van de bedongen arbeid niet het gevolg is van onvoldoende zorg van de werkgever voor de arbeidsomstandigheden van de werknemer en aannemelijk is dat binnen 26 weken, of bij een werknemer die de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd heeft bereikt, 6 weken, geen herstel zal optreden en dat binnen die periode de bedongen arbeid niet in aangepaste vorm kan worden verricht; d. de ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid, anders dan ten gevolge van ziekte of gebreken van de werknemer, mits de werkgever de werknemer hiervan tijdig in kennis heeft gesteld en hem in voldoende mate in de gelegenheid heeft gesteld zijn functioneren te verbeteren en de ongeschiktheid niet het gevolg is van onvoldoende zorg van de werkgever voor scholing van de werknemer of voor de arbeidsomstandigheden van de werknemer; e. verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, zodanig dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren; f. het weigeren van de werknemer de bedongen arbeid te verrichten wegens een ernstig gewetensbezwaar, mits aannemelijk is dat de bedongen arbeid niet in aangepaste vorm kan worden verricht; g. een verstoorde arbeidsverhouding, zodanig dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren; h. andere dan de hiervoor genoemde omstandigheden die zodanig zijn dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren; i. een combinatie van omstandigheden genoemd in twee of meer van de gronden, bedoeld in de onderdelen c tot en met e, g en h, die zodanig is dat van de werkgever in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren.
4. Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, kan de werkgever de arbeidsovereenkomst, die is ingegaan voor het bereiken van een tussen partijen overeengekomen leeftijd waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, of, indien geen andere leeftijd is overeengekomen, de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd, eveneens opzeggen in verband met of na het bereiken van de tussen partijen overeengekomen leeftijd waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, of, indien geen andere leeftijd is overeengekomen, de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd.
5. Bij regeling van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden:
a. nadere regels gesteld met betrekking tot een redelijke grond voor opzegging, de herplaatsing van de werknemer en de redelijke termijn, bedoeld in lid 1, waarbij onderscheid kan worden gemaakt naar categorieën van werknemers; b. regels gesteld voor het bepalen van de volgorde van opzegging bij het vervallen van arbeidsplaatsen, bedoeld in lid 3, onderdeel a.
6. De regels, bedoeld in lid 5, onderdeel b, zijn niet van toepassing indien bij collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan, andere regels worden gesteld voor het bepalen van de volgorde van opzegging bij het vervallen van arbeidsplaatsen, bedoeld in lid 3, onderdeel a, en een onafhankelijke commissie als bedoeld in artikel 671a, lid 2, wordt aangewezen.
7. Dit artikel is niet van toepassing op een opzegging tijdens de proeftijd.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBNHO:2025:8193 - Ontslag op staande voet vernietigd wegens niet onverwijld gegeven, arbeidsovereenkomst alsnog ontbonden - 17 juli 2025
De kantonrechter vernietigt een ontslag op staande voet omdat dit niet onverwijld is gegeven. De arbeidsovereenkomst wordt echter alsnog ontbonden wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, die de politie misleidde en bewijsmateriaal probeerde weg te maken op de werkvloer van Schiphol.
ECLI:NL:PHR:2025:699 - Parket bij de Hoge Raad - 20 juni 2025
ECLI:NL:PHR:2025:617 - Conclusie P-G: Rol van verwijtbaarheid werkgever bij ontbinding op grond - 29 augustus 2025
De P-G adviseert het cassatieberoep te verwerpen. De klacht dat het hof de verwijtbaarheid van de werkgever onvoldoende meewoog bij de grond (verstoorde arbeidsverhouding) mist belang. De motiveringsklacht over het ontbrekende causaal verband voor een billijke vergoeding faalt eveneens, omdat het hof dit oordeel voldoende heeft gemotiveerd.
ECLI:NL:PHR:2025:914 - Conclusie PG: Rol verwijtbaarheid werkgever bij ontbinding op grond - 29 augustus 2025
De Procureur-Generaal concludeert tot verwerping van het cassatieberoep. Hij meent dat het hof de verwijtbaarheid van de werkgever voldoende heeft meegewogen bij de ontbinding wegens een verstoorde arbeidsverhouding op grond van dringende redenen en dat de klachten over de afwijzing van de billijke vergoeding wegens gebrek aan causaal verband falen.
ECLI:NL:HR:2025:1171 - Hoge Raad: Toetsing herplaatsingsplicht en extra vergoeding bij cumulatiegrond (i-grond) - 18 juli 2025
Bij ontbinding op de cumulatiegrond (i-grond) moet de rechter de herplaatsingsplicht toetsen. De rechter kan ambtshalve een extra vergoeding toekennen op grond van het betreffende artikel lid 8 BW, maar moet de werkgever dan in de gelegenheid stellen het ontbindingsverzoek in te trekken.
ECLI:NL:PHR:2025:993 - Conclusie A-G: Verstoorde arbeidsverhouding, buitenlandse clausule en berekening transitievergoeding - 12 september 2025
De Procureur-Generaal adviseert de Hoge Raad het cassatieberoep te verwerpen. De ontbinding op grond van een verstoorde arbeidsverhouding is terecht, en een eerder door de werknemer zelf beëindigd dienstverband telt niet mee voor de berekening van de transitievergoeding.
ECLI:NL:RBNHO:2025:7838 - Ontbinding wegens verstoorde arbeidsverhouding ondanks gebrek aan eerdere waarschuwing - 3 juli 2025
De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst op grond van verstoorde arbeidsverhouding vanwege aanhoudende communicatie en samenwerkingsproblemen. Het feit dat de werkgever pas laat waarschuwde voor mogelijke arbeidsrechtelijke consequenties, staat ontbinding niet in de weg, nu de verhouding inmiddels onherstelbaar is. Een billijke vergoeding wordt afgewezen.
ECLI:NL:RBNHO:2025:7290 - Opzegverbod bij ziekte blokkeert ontbinding wegens verstoorde arbeidsverhouding - 1 juli 2025
De kantonrechter wijst een ontbindingsverzoek af omdat de verstoorde arbeidsverhouding verband houdt met de ziekte van de werknemer, waardoor het opzegverbod geldt. Ook de gronden als disfunctioneren, verwijtbaar handelen en wanprestatie zijn onvoldoende onderbouwd. Een onterechte loonstop moet door de werkgever worden terugbetaald.
ECLI:NL:RBGEL:2025:6922 - Ontbinding op cumulatiegrond na afwijzing bedrijfseconomische en andere ontslaggronden - 18 juli 2025
De kantonrechter wijst ontbinding op de a-, e- en g-grond af, maar ontbindt de arbeidsovereenkomst op de i-grond. De combinatie van een onvoldoende onderbouwde reorganisatie en verwijtbaar handelen van de werknemer maakt voortzetting van de arbeidsovereenkomst in redelijkheid niet meer mogelijk.
ECLI:NL:RBMNE:2025:4468 - Ernstig verwijtbaar handelen van werkgever bij afhandeling conflict tussen werknemers - 18 augustus 2025
De kantonrechter oordeelt dat een werkgever ernstig verwijtbaar handelt door onvoldoende onderzoek te doen naar een incident tussen werknemers en niet transparant te zijn. Dit rechtvaardigt de toekenning van een billijke vergoeding bij de ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond.
ECLI:NL:RBZWB:2025:4576 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 12 juni 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5522 - Weigering van gesprek leidt tot ontbinding wegens verstoorde arbeidsverhouding - 4 september 2025
De rechtbank Overijssel ontbindt de arbeidsovereenkomst op de grond. De werknemer heeft door het herhaaldelijk weigeren van gesprekken en het stellen van eigen voorwaarden, de oplossing van een arbeidsconflict gefrustreerd. Dit leidt tot een duurzaam verstoorde arbeidsverhouding die aan hem kan worden toegerekend.
ECLI:NL:RBLIM:2025:8645 - Onbereikbare werknemer: ontbinding wegens verwijtbaar handelen en geen transitievergoeding - 28 augustus 2025
De Rechtbank Limburg ontbindt de arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar handelen (e-grond) omdat een zieke werknemer structureel onbereikbaar is en zijn reintegratieverplichtingen niet nakomt, ook na een loonstop. Dit handelen wordt als ernstig verwijtbaar gekwalificeerd, waardoor de werknemer geen recht heeft op een transitievergoeding.
ECLI:NL:RBOVE:2025:4739 - Dreigende appjes rechtvaardigen ontbinding, maar loonvordering wordt gematigd - 17 juli 2025
De rechtbank ontbindt de arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar handelen van de werknemer door dreigende WhatsApp-berichten. Het handelen is echter niet ernstig verwijtbaar, waardoor de transitievergoeding verschuldigd blijft. De loonvordering van de werknemer wordt met analoge toepassing van artikel 7:680a BW gematigd vanwege onaanvaardbare gevolgen.
ECLI:NL:GHAMS:2025:1790 - Hof Amsterdam: Ontslagverzoek Crocs afgewezen wegens ontbreken redelijke grond - 8 juli 2025
Het hof wijst het ontbindingsverzoek van Crocs af omdat de bedrijfseconomische noodzaak onvoldoende is aangetoond en er geen sprake is van een duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. De verwijzing naar de schadestaatprocedure vanwege schending van goed werkgeverschap blijft wel in stand, maar de reële proceskostenvergoeding wordt vernietigd.
ECLI:NL:RBGEL:2025:6863 - Ontbindingsverzoek afgewezen wegens onvoldoende herplaatsingsinspanningen door grote internationale werkgever - 8 juli 2025
De kantonrechter wijst het ontbindingsverzoek op grond van een verstoorde arbeidsverhouding af. De werkgever heeft niet voldaan aan zijn herplaatsingsplicht, omdat enkel het verstrekken van een vacatureoverzicht onvoldoende is en er geen onderzoek is gedaan naar herplaatsing binnen de internationale groep of met scholing.
ECLI:NL:RBLIM:2025:9197 - Ontbindingsverzoek ziekenhuis afgewezen wegens falend werkgeverschap - 24 september 2025
De rechtbank wijst een ontbindingsverzoek op grond g, h en i af omdat de werkgever de verstoorde arbeidsverhouding zelf heeft veroorzaakt en zich onvoldoende heeft ingespannen deze te herstellen. De werkgever handelde in strijd met goed werkgeverschap en moet de werknemer weer toelaten tot het werk.
ECLI:NL:RBOBR:2025:5784 - Kantonrechter: Inhoudsloze arbeidsovereenkomst komt voor risico van de werkgever - 16 september 2025
De kantonrechter wijst een ontbindingsverzoek op grond van deze omstandigheid af. De arbeidsovereenkomst is inhoudsloos geworden. Dit komt voor risico van de werkgever die te snel een opvolger voor de werknemer heeft gezocht, voordat voor de werknemer een nieuwe functie was gevonden.
ECLI:NL:RBROT:2025:10935 - Ontbinding arbeidsovereenkomst statutair bestuurder op cumulatiegrond (i-grond) - 29 augustus 2025
De rechtbank oordeelt dat afzonderlijke ontslaggronden zoals een verschil van inzicht, disfunctioneren en een verstoorde arbeidsverhouding onvoldoende zijn. De combinatie van deze omstandigheden rechtvaardigt echter wel een ontbinding op de i-grond, wat leidt tot toekenning van de maximale cumulatievergoeding aan de statutair bestuurder.
ECLI:NL:RBLIM:2025:8179 - Kantonrechter wijst ontbinding op grond af wegens onvoldoende onderbouwing - 21 augustus 2025
De kantonrechter wijst het ontbindingsverzoek op de grond af omdat de werkgever onvoldoende aannemelijk maakt dat de arbeidsverhouding duurzaam en ernstig verstoord is. De rechter oordeelt dat subjectieve ervaringen van de leidinggevende, zonder concrete en verifieerbare feiten, niet volstaan om ontbinding te rechtvaardigen.