ECLI:NL:RBGEL:2025:7149 - Ontslag op staande voet na niet verschijnen op proefdag ongeldig - 25 juli 2025
Uitspraak
Essentie
De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet, gegeven aan uitzendkrachten die niet verschenen voor een proefdag, niet rechtsgeldig is. De werkgever had onvoldoende gewaarschuwd voor de gevolgen en minder vergaande maatregelen waren mogelijk. Een dringende reden ontbreekt daardoor.
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
RECHTBANK GELDERLAND
Civiel recht Kantonrechter
Zittingsplaats Nijmegen
Zaaknummers / rekestnummers: 11671928 \ HA VERZ 25-34 11672175 \ HA VERZ 25-35 11671555 \ HA VERZ 25-33
Beschikkingen van 25 juli 2025
in de zaak met nummer 11671928 \ HA VERZ 25-34
[verzoeker in zaak 11671928], wonend te [woonplaats] , Roemenië, verzoekende partij, verwerende partij in het tegenverzoek, hierna te noemen: [verzoeker in zaak 11671928] , gemachtigde: mr. S. Heijerman,
tegen
FLEX TEAM NEDERLAND B.V., te Groesbeek, gemeente Berg en Dal, verwerende partij, verzoekende partij in het tegenverzoek, hierna te noemen: Flex Team, gemachtigde: mr. L.G.H.A.M. Evers,
en in de zaak met nummer 11672175 \ HA VERZ 25-35
[verzoeker in zaak 11672175] wonend te [woonplaats] , Roemenië, verzoekende partij, verwerende partij in het tegenverzoek, hierna te noemen: [verzoeker in zaak 11672175] , gemachtigde: mr. S. Heijerman,
tegen
FLEX TEAM NEDERLAND B.V., te Groesbeek, gemeente Berg en Dal, verwerende partij, verzoekende partij in het tegenverzoek, hierna te noemen: Flex Team, gemachtigde: mr. L.G.H.A.M. Evers, en in de zaak met nummer 11671555 \ HA VERZ 25-33
[verzoeker in zaak 11671555] wonend te [woonplaats] , Roemenië, verzoekende partij, verwerende partij in het tegenverzoek, hierna te noemen: [verzoeker in zaak 11671555] , gemachtigde: mr. S. Heijerman,
tegen
FLEX TEAM NEDERLAND B.V., te Groesbeek, gemeente Berg en Dal, verwerende partij, verzoekende partij in het tegenverzoek, hierna te noemen: Flex Team, gemachtigde: mr. L.G.H.A.M. Evers.
De zaken in het kort
Kort gezegd gaan deze zaken over de vraag of het aan de werknemers gegeven ontslag op staande voet rechtsgeldig is. De werknemers vinden van niet. Zij verzoeken om toekenning van een billijke vergoeding, een transitievergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van de arbeidsovereenkomst. Daarnaast verzoeken zij om betaling van achterstallig salaris. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag niet rechtsgeldig is en wijst de verzoeken gedeeltelijk toe. Het tegenverzoek van werkgever om huurpenningen te betalen wordt afgewezen.
1 De procedures
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
de verzoekschriften met producties
-
de verweerschriften met producties en met een zelfstandig tegenverzoek
-
de mondelinge behandeling op 24 juni 2025, waarbij de gemachtigden van de partijen pleitaantekeningen hebben overgelegd en voorgedragen en waarvan de griffier voor het overige aantekeningen heeft gemaakt. Aan de pleitaantekeningen van de gemachtigde van de werknemers waren aanvullende producties gehecht, waartegen de gemachtigde van Flex Team bezwaar heeft gemaakt. De kantonrechter heeft geoordeeld dat hij deze aanvullende producties niet in behandeling zal nemen omdat deze te laat zijn overgelegd.
1.2. Hierna heeft de kantonrechter bepaald dat vandaag uitspraak zal worden gedaan.
2 De feiten
2.1. [verzoeker in zaak 11671928] (geboren op [geboortedatum] ) is sinds 14 februari 2022 in dienst van uitzendbureau Flex Team op basis van een uitzendovereenkomst, inmiddels voor onbepaalde tijd, voor 23 uur per week tegen een uurloon van € 14,81 bruto. Vanaf indiensttreding tot 18 oktober 2024 is [verzoeker in zaak 11671928] ter beschikking gesteld aan [bedrijf 1] te [vestigingsplaats] , een bedrijf waar kalfsvlees wordt geslacht en verwerkt (hierna: [bedrijf 1] ). Hij heeft daar gewerkt in de functie van ‘Uitbener’.
2.2. [verzoeker in zaak 11672175] , de echtgenote van [verzoeker in zaak 11671928] (geboren op [geboortedatum] ) is sinds 25 februari 2022 in dienst van Flex Team op basis van een uitzendovereenkomst, inmiddels voor onbepaalde tijd, voor 24 uur per week en tegen een uurloon van € 14,13 bruto. Vanaf indiensttreding tot 18 oktober 2024 is zij ter beschikking gesteld aan [bedrijf 1] . Zij heeft daar gewerkt in de functie van ‘Algemeen Medewerker’.
2.3. [verzoeker in zaak 11671555] , de moeder van [verzoeker in zaak 11672175] en schoonmoeder van [verzoeker in zaak 11671928] (geboren op [geboortedatum] ) is sinds 10 augustus 2023 in dienst van Flex Team op basis van een uitzendovereenkomst, inmiddels voor onbepaalde tijd, voor 26 uur per week en tegen een uurloon van € 13,68 bruto. Vanaf indiensttreding tot 18 oktober 2024 is zij ook ter beschikking gesteld aan [bedrijf 1] . Zij heeft daar gewerkt als ‘Uitsnijder’.
2.4. Op de genoemde uitzendovereenkomsten is de meest recente ABU-cao (Algemene Bond Uitzendondernemingen) van toepassing verklaard.
2.5. Flex Team heeft ten behoeve van hun werk en verblijf in Nederland met de werknemers een ‘huurovereenkomst naar zijn aard van korte duur’ gesloten op grond waarvan zij onzelfstandige woonruimtes aan hen verhuurt.
2.6. Vanaf 18 oktober 2024 hebben [verzoeker in zaak 11671928] , [verzoeker in zaak 11672175] en [verzoeker in zaak 11671555] (hierna ook gezamenlijk in meervoud te noemen: de werknemers) met toestemming van Flex Team onbetaald verlof opgenomen in verband met een ongeval en ziekenhuisopname van de heer [naam 1] , echtgenoot van [verzoeker in zaak 11671555] en vader respectievelijk schoonvader van [verzoeker in zaak 11672175] en [verzoeker in zaak 11671928] .
2.7. Op [datum] is de heer [naam 1] als gevolg van het ongeval overleden. De werknemers zijn daarna naar Roemenië afgereisd om de uitvaart en alles daaromheen te regelen.
2.8. Op 17 januari 2025 heeft [naam 2] , de Roemeens sprekende coördinator van Flex Team (hierna: [naam 2] ), aan [verzoeker in zaak 11671928] gevraagd of hij de week erna wilde terugkomen omdat ze een uitbener nodig hebben bij het slachtbedrijf [bedrijf 2] te [vestigingsplaats] . [verzoeker in zaak 11671928] heeft op 18 januari 2025 geantwoord dat hiervoor iemand anders mag worden gevraagd. Op de vraag van [naam 2] op 20 januari 2025 wat hij dan wel graag zou willen doen heeft hij geantwoord dat hij graag weer bij [bedrijf 1] wil werken. [naam 2] heeft daarop geantwoord dat [bedrijf 1] op dat moment geen werk voor hem heeft. Op 23 januari 2025 heeft [verzoeker in zaak 11671928] aan [naam 2] laten weten dat de werknemers op 10 februari 2025 weer terug naar Nederland willen komen om te werken.
2.9. Op 6 februari 2025 heeft [naam 2] aan [verzoeker in zaak 11671928] meegedeeld dat ze werk heeft voor de werknemers in een van de slachthuizen en dat zij al heeft aangeboden dat zij aan de slag kunnen bij [bedrijf 2] . [verzoeker in zaak 11671928] heeft gevraagd waar precies, in welke functie en tegen welk salaris en geschreven dat het belangrijk voor de werknemers is om dit van tevoren precies te weten omdat zij geen geld hebben om voor niets naar Nederland te komen.
2.10. Op 12 februari 2025 heeft [naam 2] vervolgens geschreven dat de werknemers alle drie op maandag 17 februari om 8:00 uur bij [bedrijf 2] een ‘test’dag hebben en dat hen dan, afhankelijk van hoe zij functioneren, een passende plek bij [bedrijf 2] zal worden toegedeeld. Op de vraag van [verzoeker in zaak 11671928] tegen welk salaris heeft [naam 2] geantwoord dat dat ‘hetzelfde’ zal zijn. [verzoeker in zaak 11671928] heeft vervolgens aangegeven dat hij met de anderen zal overleggen en de dag erna met een antwoord zal komen. |Op 13 februari 2025 heeft hij aan [naam 2] gevraagd wat de accommodatie zal zijn en of zij naar [vestigingsplaats] zullen worden vervoerd.
2.11. Op 14 februari 2025 heeft [naam 2] geantwoord dat [verzoeker in zaak 11672175] en [verzoeker in zaak 11671928] in kamer [nummer] aan [adres] in [plaats] zullen slapen en dat [verzoeker in zaak 11671555] kamer [nummer] aan [adres] in [plaats] zal krijgen. Ook heeft zij geschreven dat de werknemers met eigen vervoer naar de testdag moeten gaan en dat, afhankelijk van waar zij zullen worden geplaatst, Flex Team vervolgens het vervoer naar werk zal regelen. [verzoeker in zaak 11671928] heeft vervolgens twee keer gevraagd of [naam 2] geen andere kamer voor hem heeft omdat hij het huis kent van een eerder verblijf en dat het te vol en vies was en dat hij dat niet nog een keer wil meemaken. [naam 2] heeft geantwoord dat zij niets anders hebben en dat de accommodaties gecontroleerd worden en in goede staat zijn. Ten slotte heeft zij gevraagd aan haar te laten weten wanneer ze precies aan zullen komen zodat ze kan afspreken om de sleutels aan hen over te dragen.
2.12. Bij brieven van 18 februari 2025 heeft Flex Team het volgende aan de werknemers geschreven:
“Betreft: ontslag op staande voet
Doormiddel van deze brief berichten wij u dat u vandaag op 18 februari 2025 op staand voet bent ontslagen. De redenen voor dit ontslag zullen hieronder nader uiteengezet worden.
U was aan het werk bij onze opdrachtgever [bedrijf 1] toen u op 18 oktober 2024 vanwege een overlijden en de uitvaart van de heer [naam 1] in overleg naar Roemenië bent vertrokken.
U gaf aan dat u voor een korte periode afwezig zou zijn. Op 23 oktober heeft onze teamleider gevraagd wanneer u terug zou komen waarop u hebt laten weten dat u, [verzoeker in zaak 11671555] en [verzoeker in zaak 11672175] nog tijd nodig hadden. Op 25 oktober is wederom gevraagd wanneer u terug zou komen. Ook hierna hebben wij nog verschillende keren contact met u gehad en u verzocht terug te keren om de werkzaamheden weer op te pakken. U bent niet teruggekeerd en hebt geen moment gecommuniceerd waarop u terug zou komen.
Op 17 januari 2025 is er telefonisch en via WhatApp wederom door ons contact met u opgenomen en bent u verzocht terug te keren naar Nederland om werkzaamheden te verrichten voor [bedrijf 2] . Dat werk hebt u geweigerd en u hebt aangegeven dat wij iemand anders naar [bedrijf 2] moesten sturen. U hebt aangegeven te willen werken bij [bedrijf 1] , waarop wij u hebben uitgelegd waarom dat niet meer mogelijk was en is en dat wij om die reden werk bij [bedrijf 2] aanbieden.
Verschillende keren hebben wij u aldus aangegeven dat er passend werk voor u is bij een van onze slachthuizen en u verzocht terug te keren naar Nederland om de werkzaamheden te komen verrichten. Wij hebben u hiervoor rechtstreeks benaderd en ook via uw advocaat. Vooralsnog bent u niet teruggekeerd.
Op 7 februari 2025 bent u via WhatsApp opnieuw verzocht te komen werken. Aan u is opnieuw te kennen gegeven dat er passend werk voor u is. Wederom zijn al uw vragen aangaande deze werkzaamheden beantwoord. Op 12 februari 2025 bent u samen met [verzoeker in zaak 11671555] en [verzoeker in zaak 11672175] opgeroepen zich op maandag 17 februari 2025 om 8:00 uur te komen melden voor het verrichten van passende werkzaamheden bij [bedrijf 2] . Uw advocaat had ons te kennen gegeven dat u vanaf 17 februari 2025 beschikbaar was voor het verrichten van werkzaamheden in Nederland. Details over de werkzaamheden, het salaris en het vervoer zijn u eveneens op 12 februari 2025 kenbaar gemaakt.
U bent verzocht op 13 februari 2025 vóór 10:00 uur in de ochtend te bevestigen dat u aanwezig zou zijn. U hebt niet aangegeven dat u aanwezig zou zijn, in plaats daarvan hebt u in de avond na werktijd aanvullende vragen gesteld over de huisvesting. Deze vragen zijn wederom beantwoord echter een bevestiging dat u aanwezig zou zijn voor het verrichten van werkzaamheden is uitgebleven.
Inmiddels hebben wij van onze opdrachtgever vernomen dat u zich ook niet op 17 februari 2025 om 8:00 uur bij [bedrijf 2] hebt gemeld voor het verrichten van werkzaamheden.
De grens is nu voor ons bereikt. U komt afspraken niet na, volgt instructies niet op, weigert passende werkzaamheden en komt niet opdagen voor passend werk zonder dat daar een goede reden voor is en zonder ons te laten weten dat je niet zult verschijnen. Dat is voor ons ontoelaatbaar. Wij hebben als uitzendbureau verplichtingen en een verantwoordelijkheid naar onze opdrachtgevers. Door uw handelen kunnen wij onze verplichtingen niet nakomen. Dit wordt ons door onze opdrachtgevers aangerekend hetgeen ook inbreuk maakt op onze goede naam.
De hiervoor genoemde gedragingen en nalaten leveren zowel gezamenlijk als ieder afzonderlijk een dringende reden op voor ontslag op staande voet. U heeft met uw gedragingen (en nalaten) de plichten veronachtzaamd welke de arbeidsovereenkomst u oplegt. Van ons kan redelijkerwijs niet worden verlangd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren en daarom ontslag ik u hierbij op staande voet. Dat betekent dat uw arbeidsovereenkomst per direct eindigt.
Schadeplichtigheid Aangezien u ons een dringende reden heeft gegeven voor ontslag op staande voet bent u schadeplichtig op grond van artikel 7:677 lid 2 BW en bent u aan ons de gefixeerde schadevergoeding verschuldigd (een bedrag ter hoogte van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst met regelmatige opzegging had behoren voort te duren (dus bij u het loon over de periode 18 februari 2025 tot en met 18 maart 2025).
Wij behouden ons het recht voor om deze schadevergoeding te verrekenen met mogelijk nog aan u te betalen bedragen.”
3 De verzoeken
3.1. De werknemers verzoeken de kantonrechter: I) Flex Team te veroordelen om binnen 48 uren na de te wijzen beschikking aan hen te betalen het achterstallig salaris vanaf 10 januari 2025 tot de datum waarop de arbeidsovereenkomst is komen te eindigen, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente; II) Flex Team te veroordelen om binnen 48 uren na de te wijzen beschikking aan [verzoeker in zaak 11671928] te betalen:
- de wettelijke rente over de voormelde bedragen vanaf de dag van verschuldigdheid tot aan de dag van algehele betaling
III) Flex Team te veroordelen om binnen 48 uren na de te wijzen beschikking aan [verzoeker in zaak 11672175] te betalen:
- de wettelijke rente over de voormelde bedragen vanaf de dag van verschuldigdheid tot aan de dag van algehele betaling
IV) Flex Team te veroordelen om binnen 48 uren na de te wijzen beschikking aan [verzoeker in zaak 11671555] te betalen:
- de wettelijke rente over de voormelde bedragen vanaf de dag van verschuldigdheid tot aan de dag van algehele betaling
V) Flex Team te veroordelen om binnen 48 uren na de te wijzen beschikking aan de werknemers bruto/netto specificaties te verstrekken van de voornoemde aan hen te betalen bedragen, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag, VI) Flex Team te veroordelen in de kosten van de werknemers van deze drie procedures, te vermeerderen met de wettelijke rente en de nakosten en met de bepaling dat indien de gedingkosten en nakosten niet binnen 14 dagen na dagtekening van de beschikking zijn betaald deze zullen worden vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2. De werknemers leggen aan hun verzoeken ten grondslag dat Flex Team ten onrechte vanaf 10 januari 2025 geen salaris meer aan hen heeft betaald en dat het aan hen gegeven ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. Zij stellen dat de in de brief van 18 februari 2025 genoemde gronden voor het ontslag op staande voet niet worden gedragen door de feiten. Van een eenvoudige werkweigering is geen sprake. Er was volgens hen geen sprake van een dringende reden en een zodanig onwerkbare situatie dat het dienstverband niet langer kon worden voortgezet. De werknemers hebben aangegeven te berusten in het gegeven ontslag, maar stellen dat zij op grond van artikel 7:681 BW recht hebben op de gevorderde billijke vergoedingen omdat het ontslag ernstig verwijtbaar is. Ook stellen zij dat zij op grond van artikel 7:672 lid 1 BW recht hebben op de verzochte gefixeerde schadevergoedingen wegens opzegging zonder inachtneming van de opzegtermijn en dat zij op grond van artikel 7:673 BW recht hebben op de verzochte transitievergoedingen.
3.3. Flex Team voert verweer en stelt dat de verzoeken moeten worden afgewezen. Zij betwist dat de werknemers recht hebben op loon vanaf 10 januari 2025 en zij voert aan dat en waarom er volgens haar wel een dringende reden was voor het ontslag op staande voet van de werknemers.
3.4. Op de stellingen van partijen zal bij de beoordeling, voor zover nodig, nader worden ingegaan.
4 De tegenverzoeken
4.1. Flex Team heeft tegen elk van de werknemers een tegenverzoek ingediend. Zij verzoekt:
4.2. Aan haar tegenverzoeken legt Flex Team ten grondslag dat zij vanaf de ingangsdatum van de arbeidsovereenkomsten ook huurovereenkomsten heeft gesloten met de werknemers om hen te huisvesten. Op grond daarvan waren de werknemers per week een bedrag van € 92,50 aan huur verschuldigd. Dit bedrag hield Flex Team in op het loon. Omdat de werknemers sinds 18 oktober 2024 geen recht meer hadden op loon, heeft zij geen huur kunnen inhouden op het loon. Daarom stelt zij tot aan de ontslagdatum een vordering te hebben op de werknemers van 18 weken x € 92,50 = € 1.6650,00. Mocht zij worden veroordeeld tot het betalen van (achterstallig) loon aan de werknemers, dan verzoekt zij een verklaring voor recht dat zij gerechtigd is om de door haar gevorderde huurpenningen daarmee te verrekenen. Zij stelt ten slotte dat de kantonrechter bevoegd is om in deze procedure haar tegenverzoeken in behandeling te nemen omdat deze betrekking hebben op de arbeidsverhouding tussen partijen.
4.3. De werknemers voeren verweer en stellen dat de tegenverzoeken moeten worden afgewezen omdat uit de loonstroken niet blijkt dat zij huur betaald. Van achterstallige huurpenningen is volgens hen geen sprake.
5 De beoordeling van de verzoeken
De kantonrechter is bevoegd om van de verzoeken kennis te nemen
5.1. De zaak heeft een internationaal karakter, omdat de werknemers in Roemenië wonen. De kantonrechter moet daarom ambtshalve beoordelen of de Nederlandse rechter bevoegd is om van de verzoeken kennis te nemen en welk recht van toepassing is.
5.2. Op grond van artikel 21 lid 1 van de EEX-Verordening van 12 december 2012 (de Herschikte EEX-Verordening ofwel de Brussel I bis Verordening)
5.3. Op grond van artikel 8 lid 1 Rome I-Verordening
het ontslag op staande voet is niet rechtsgeldig
5.4. Het gaat in deze zaak om de vraag of aan de werknemers een billijke vergoeding moet worden toegekend omdat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. Ook komt aan de orde of Flex Team moet worden veroordeeld tot betaling aan hen van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een transitievergoeding.
5.5. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. De kantonrechter legt hierna uit hoe tot dit oordeel is gekomen.
5.6. Een ontslag op staande voet is een uiterste maatregel, waarvan een werkgever niet zomaar gebruik mag maken. In de wet
- de werkgever moet een dringende reden hebben om de werknemer te ontslaan;
- het ontslag moet onverwijld worden gegeven;
- de werkgever moet de werknemer de reden voor het ontslag onverwijld meedelen. Als aan één van die drie voorwaarden niet is voldaan is het ontslag niet rechtsgeldig.
5.7. In deze zaak verschillen partijen van mening over de vraag of aan het ontslag een dringende reden ten grondslag lag. Zo’n dringende reden kan bestaan als de werknemer zich zó gedraagt, dat het niet redelijk is om van de werkgever te verlangen dat hij hem nog in dienst houdt
5.8. Flex Team stelt ter onderbouwing van de dringende reden dat de maat vol was op 17 februari 2025, toen de werknemers zonder tegenbericht niet, zoals verzocht, verschenen op de testdag bij [bedrijf 2] . Zij heeft daardoor (reputatie)schade opgelopen bij haar opdrachtgever [bedrijf 2] . Zij stelt dat er op dat moment sprake was van werkweigering en er een onwerkbare situatie was ontstaan, omdat zij van haar kant qua beschikbaarheid van werk en huisvesting telkens rekening moest houden met de terugkeer van de werknemers, terwijl de werknemers zich op hun beurt niet aan de afspraken hielden en passende werkzaamheden weigerden. Zo heeft zij dat ook geschreven in de ontslagbrief: De grens is nu voor ons bereikt. U komt afspraken niet na, volgt instructies niet op, weigert passende werkzaamheden en komt niet opdagen voor passend werk zonder dat daar een goede reden voor is en zonder ons te laten weten dat je niet zult verschijnen. Dat is voor ons ontoelaatbaar. Wij hebben als uitzendbureau verplichtingen en een verantwoordelijkheid naar onze opdrachtgevers. Door uw handelen kunnen wij onze verplichtingen niet nakomen. Dit wordt ons door onze opdrachtgevers aangerekend hetgeen ook inbreuk maakt op onze goede naam
5.9. De werknemers stellen hier het volgende tegenover. Zij betwisten dat zij tot en met december 2024 ‘zomaar’ zijn weggebleven. Vanaf 18 oktober 2024 tot het einde van 2024 zijn zij druk bezig geweest met het ongeval en overlijden van hun familielid [naam 1] en het regelen van de uitvaart en alles daaromheen in Roemenië. Pas op 20 december 2024 is in Roemenië de overlijdensakte afgegeven. In de tussentijd hebben zij Flex Team via [naam 3] , destijds hun Roemeens sprekende coördinator bij Flex Team, op de hoogte gehouden van de gang van zaken rondom de ziekenhuisopname en het overlijden van [naam 1] en hun aansluitende vertrek naar Roemenië. Op 31 december 2024 heeft [verzoeker in zaak 11671928] telefonisch contact opgenomen met [naam 3] en aangegeven dat zij weer wilden komen werken in Nederland. Op 7 januari 2025 heeft [naam 3] geappt dat zij een weekend van tevoren zal laten weten wanneer de werknemers weer kunnen werken en hoe het dan zit met de accommodatie. Tot zover hebben zij geen enkele afspraak geschonden, aldus de werknemers. Daarna is [verzoeker in zaak 11671928] met [naam 2] van Flex Team, vanaf 14 januari 2025 hun nieuwe Roemeens sprekende coördinator, gaan communiceren over de mogelijkheden om weer in Nederland te werken. Het klopt dat de werknemers het liefst weer bij [bedrijf 1] wilden gaan werken en liever niet bij [bedrijf 2] . Dat komt mede doordat [verzoeker in zaak 11671928] bij [bedrijf 1] een aanvullend prestatieloon (stukloon) kon verdienen. Maar zij zijn uiteindelijk niet komen opdagen bij de voorgestelde ‘proef’werkdag op 17 februari 2025 bij [bedrijf 2] omdat zij zich niet konden vinden in de door Flex Team aangeboden huisvesting aan [adres] in [plaats] , waar [verzoeker in zaak 11671928] eerder heeft gewoond en Flex Team geen andere woonruimte wilde aanbieden en omdat zij het niet eens waren met een ‘proef’werkdag. Volgens hen betrof de aangeboden woning een vieze woning met veel lawaai en overlast door de bewoners, een woning die Flex Team niet met goed fatsoen aan [verzoeker in zaak 11671928] en zijn vrouw kon aanbieden. Daarnaast bood een ‘proef’werkdag onvoldoende zekerheid en zou het werk bij [bedrijf 2] minder verdienen waardoor het voor hen financieel te onzeker was om naar Nederland af te reizen, aldus de werknemers.
5.10. Flex Team betwist op haar beurt dat sprake zou zijn van een vieze woning en stelt dat zij SNF-gecertificeerd is, een keurmerk dat inhoudt dat al haar verhuurde woonruimtes voldoen aan de gestelde normeisen. Ook betwist zij dat sprake is van een stukloon bij [bedrijf 1] en dat het loon bij [bedrijf 2] lager zou zijn dan het loon bij [bedrijf 1] .
5.11. De kantonrechter overweegt als volgt. Het hardnekkig weigeren van redelijke bevelen of opdrachten kan een dringende reden vormen voor een ontslag op staande voet
5.12. Daarbij overweegt de kantonrechter ten eerste dat Flex Team de aan deze opdracht voorafgaande gebeurtenissen vanaf 18 oktober 2024 in haar ontslagbrief ook aan de werknemers verwijt en aanduidt als het niet nakomen van afspraken. Het gaat dan om de volgende passage in die brief: U gaf aan dat u voor een korte periode afwezig zou zijn. Op 23 oktober heeft onze teamleider gevraagd wanneer u terug zou komen waarop u hebt laten weten dat u, [verzoeker in zaak 11671555] en [verzoeker in zaak 11672175] nog tijd nodig hadden. Op 25 oktober is wederom gevraagd wanneer u terug zou komen. Ook hierna hebben wij nog verschillende keren contact met u gehad en u verzocht terug te keren om de werkzaamheden weer op te pakken. U bent niet teruggekeerd en hebt geen moment gecommuniceerd waarop u terug zou komen.
5.13. Tegenover het verweer van de werknemers dat zij tot 14 januari 2025 actief contact hebben onderhouden met [naam 3] van Flex Team, heeft Flex Team het niet nakomen van afspraken tot 17 januari 2025 onvoldoende onderbouwd. De kantonrechter acht het onvoldoende aannemelijk dat de werknemers voorafgaand aan 17 januari 2025 afspraken niet zouden zijn nagekomen of helemaal niets van zich zouden hebben laten horen. Dat de oorspronkelijk als kortdurend bedoelde afwezigheid in verband met het ongeval van [naam 1] is uitgemond in een meer langdurige afwezigheid vanwege zijn overlijden en het regelen van de uitvaart in Roemenië hebben beide partijen niet voorzien en kan niet zonder meer (mede) ten grondslag worden gelegd aan het ontslag op staande voet.
5.14. Dan resteert alleen ter beoordeling de communicatie tussen Flex Team ( [naam 2] ) en [verzoeker in zaak 11671928] vanaf 17 januari 2025 tot de datum van ontslag en de vraag of het voor de werknemers voldoende duidelijk was wat de gevolgen zouden zijn, als zij op 17 februari 2025 niet zouden komen opdagen voor de ‘test’werkdag bij [bedrijf 2] . Daarbij wordt meegenomen dat in die periode de gemachtigden van partijen ook met elkaar hebben gecommuniceerd.
5.15. Daarover overweegt de kantonrechter het volgende. Toen [verzoeker in zaak 11671928] op 18 januari 2025 aan [naam 2] had laten weten dat de werknemers het aanbod om de week erna bij [bedrijf 2] aan de slag te gaan niet zouden accepteren, heeft [naam 2] daar geen enkel probleem van gemaakt; er waren immers meer belangstellenden voor het werk. [naam 2] en [verzoeker in zaak 11671928] appten elkaar over en weer nog vriendelijke emoji’s. Van het weigeren van passende arbeid is naar het oordeel van de kantonrechter op dat moment (nog) geen sprake. Daarna volgt het verzoek van Flex Team van 12 februari 2025 om op 17 februari 2025 te verschijnen bij [bedrijf 2] voor een testwerkdag, zodat kon worden beoordeeld welke werkplek hen daar het best zou passen. Tijdens de mondelinge behandeling hebben de werknemers hierover nog verklaard dat uit de WhatsApp correspondentie daarna blijkt dat zij dit niet als een concreet aanbod van Flex Team beschouwden omdat zij niet akkoord gingen met de huisvesting en zij ook niet blij waren met opnieuw een proeftijd omdat zij al bewezen hadden dat zij goed functioneerden.
5.16. Met Flex Team is de kantonrechter van oordeel dat het absoluut niet netjes is van de werknemers om na 14 februari 2025 niet aan Flex Team te laten weten dat zij definitief niet naar Nederland zouden komen voor de testwerkdag op 17 februari 2025 bij [bedrijf 2] , terwijl Flex Team expliciet om een bevestiging had verzocht dat ze zouden komen. Als zij geen vertrouwen hadden in dit aanbod en de aangeboden huisvesting, hadden zij dat uitdrukkelijk aan Flex Team moeten aangeven. Gelet op de redelijk vrijblijvende toon waarop [naam 2] tot dat moment met hen via WhatsApp communiceerde, is dit naar het oordeel van de kantonrechter toch onvoldoende om te kunnen spreken van het zodanig hardnekkig weigeren van een redelijke bevel of opdracht dat dit meteen een ontslag op staande voet rechtvaardigt, mede in aanmerking genomen dat een ontslag op staande voet een uiterste maatregel is. Ook het feit dat de gemachtigde van Flex Team op 10 februari 2025 aan de gemachtigde van de werknemers heeft geschreven “Indien de betreffende werknemers zich niet melden (…) zijn zij ongeoorloofd afwezig” is daarvoor niet voldoende, omdat (ook) de gemachtigden hierna verder zijn gaan corresponderen over de exacte voorwaarden waaronder de werknemers op 17 februari 2025 aan de slag zouden gaan. Een (laatste) waarschuwing, waarbij de gevolgen van het weigeren van het aanvaarden van een nieuw aanbod voor werk duidelijk zouden worden gecommuniceerd, zou naar het oordeel van de kantonrechter meer op zijn plaats zijn geweest. Ook minder vergaande maatregelen zoals een loonstop (op grond van artikel 23 lid 5 van de ABU-cao) of een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst waren mogelijk geweest of, eventueel, een onderhandeling over beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden. Dit betekent dat de kantonrechter het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig acht.
Flex Team zal verschillende vergoedingen aan de werknemers moeten betalen
5.17. Het verzoek van de werknemers tot toekenning van een billijke vergoeding zal worden toegewezen, omdat hiervoor is geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is.
5.18. Voor het vaststellen van de hoogte van de toe te kennen billijke vergoeding zijn in de rechtspraak uitgangspunten geformuleerd.
5.19. De werknemers stellen dat gelet op alle omstandigheden van het geval een billijke vergoeding van drie bruto maandsalarissen op zijn plaats is. De kantonrechter acht in dit geval gelet op alle omstandigheden een lagere vergoeding op zijn plaats en weegt daarbij mee dat de werknemers na 14 februari 2025 niet aan Flex Team hebben laten weten dat zij niet naar Nederland zouden komen op 17 februari 2025. De kantonrechter zal de hoogte van de billijke vergoeding daarom bij elk van de werknemers beperken tot één bruto maandsalaris. Flex Team zal tot betaling daarvan worden veroordeeld. De gevorderde wettelijke rente over deze vergoeding wordt toegewezen, te rekenen vanaf de veertiende dag na de datum deze beschikking.
5.20. Ook de vergoeding wegens onregelmatige opzegging zal worden toegewezen, omdat is opgezegd tegen een eerdere dag dan die tussen partijen geldt.
5.21. Het verzoek om Flex Team te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding wordt ten slotte ook toegewezen zoals verzocht. Flex Team heeft aangevoerd dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemers en dat daarom geen transitievergoeding moet worden toegekend, maar bij gebreke van een dringende reden voor ontslag, mede gelet op de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden, is er naar het oordeel van de kantonrechter geen grond om te oordelen dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemers. Dat betekent dat de transitievergoeding verschuldigd is.
Flex Team zal netto/bruto specificaties moeten verstrekken
5.22. Flex Team zal zoals verzocht worden veroordeeld om van de door haar te betalen vergoedingen aan de werknemers deugdelijke bruto/netto specificaties te verstrekken, binnen tien dagen na deze beschikking. De kantonrechter acht het niet nodig om daaraan dwangsommen te verbinden, omdat het niet in de verwachting ligt dat Flex Team niet aan deze veroordeling zal voldoen.
Het verzoek tot betaling van achterstallig salaris vanaf 10 januari 2025 zal worden afgewezen
5.23. Tegenover het verweer van Flex Team dat partijen hebben afgesproken dat de werknemers met onbetaald verlof zouden gaan en dat het niet verrichten van arbeid vanaf dat moment voor rekening en risico van de werknemers moest komen omdat zij in die periode (nog) niet bereid waren om werkzaamheden te verrichten, hebben de werknemers hun verzoek onvoldoende onderbouwd. Dit verzoek zal daarom worden afgewezen.
Flex Team zal in de proceskosten worden veroordeeld
5.24. De proceskosten komen voor rekening van Flex Team, omdat Flex Team overwegend ongelijk krijgt. De proceskosten aan de zijde van de werknemers worden voor elk van hen begroot op € 452,00 (€ 90,00 aan griffierecht en € 362,00 aan salaris gemachtigde). Daarbij overweegt de kantonrechter dat Flex Team in het totaal, voor de drie verschillende zaken, slechts één keer het gemachtigdensalaris van € 1.086,00 (voor een complexe zaak) hoeft te betalen omdat de zaken grotendeels gelijk zijn en tijdens één mondelinge behandeling gezamenlijk zijn behandeld. Dat komt dan neer op een gemachtigdensalaris van € 362,00 per werknemer.
5.25. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Uitvoerbaar bij voorraad
5.26. De kantonrechter zal de beslissingen uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is gevorderd. Dat betekent dat de beslissingen moeten worden gevolgd, ook als één van partijen hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissingen van de kantonrechter gelden in dat geval totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt.
6 De beoordeling van de tegenverzoeken
6.1. De tegenverzoeken van Flex Team tot betaling van huurpenningen zullen worden afgewezen.
6.2. Uit het feit dat de werknemers verzochten welke woonruimte ze dan in februari 2025 zouden krijgen en het antwoord daarop van Flex Team blijkt namelijk niet dat de onzelfstandige woonruimtes die zij eerder huurden voor hen zijn vrijgehouden en niet in de tussentijd aan andere huurders zijn verhuurd.
6.3. De proceskosten in de tegenverzoeken komen voor rekening van Flex Team, omdat Flex Team ongelijk krijgt. De proceskosten aan de zijde van de werknemers worden begroot op nihil omdat het verweer hiertegen de gemachtigde van de werknemers naar verhouding nauwelijks tijd heeft gekost.
7 De beslissing
De kantonrechter
in de zaak met nummer 11671928 \ HA VERZ 25-34
in de verzoeken
7.1. veroordeelt Flex Team om binnen 14 dagen na de datum van deze beschikking aan [verzoeker in zaak 11671928] een billijke vergoeding te betalen van € 1.599,02 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf de veertiende dag na de datum van deze beschikking, tot aan de dag van de gehele betaling,
7.2. veroordeelt Flex Team om aan [verzoeker in zaak 11671928] de vergoeding wegens onregelmatige opzegging te betalen van € 1.599,02 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 18 februari 2025 tot aan de dag van de gehele betaling,
7.3. veroordeelt Flex Team om aan [verzoeker in zaak 11671928] een transitievergoeding te betalen van € 1.650,74 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 19 maart 2025 tot aan de dag van de gehele betaling,
7.4. veroordeelt Flex Team om binnen 10 dagen na de datum van deze beschikking aan [verzoeker in zaak 11671928] te verstrekken een deugdelijke bruto/netto specificatie van de hiervoor genoemde te betalen vergoedingen,
7.5. veroordeelt Flex Team in de proceskosten van € 452,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Flex Team niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de beschikking daarna wordt betekend,
7.6. veroordeelt Flex Team tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
7.7. verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad
7.8. wijst het meer of anders verzochte af,
in het tegenverzoek
7.9. wijst het verzoek af,
7.10. veroordeelt Flex Team in de proceskosten, aan de zijde van [verzoeker in zaak 11671928] bepaald op nihil,
en in de zaak met nummer 11672175 \ HA VERZ 25-35
in de verzoeken
7.11. veroordeelt Flex Team om aan [verzoeker in zaak 11672175] een billijke vergoeding te betalen van € 1.591,93 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf de veertiende dag na de datum van deze beschikking, tot aan de dag van de gehele betaling,
7.12. veroordeelt Flex Team om aan [verzoeker in zaak 11672175] de vergoeding wegens onregelmatige opzegging te betalen van € 1.591,93 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 18 februari 2025 tot aan de dag van de gehele betaling,
7.13. veroordeelt Flex Team om aan [verzoeker in zaak 11672175] een transitievergoeding te betalen van € 1.623,91, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 19 maart 2025 tot aan de dag van de gehele betaling,
7.14. veroordeelt Flex Team om binnen 10 dagen na deze beschikking aan [verzoeker in zaak 11672175] te verstrekken een deugdelijke bruto/netto specificatie van de hiervoor genoemde te betalen vergoedingen,
7.15. veroordeelt Flex Team in de proceskosten van [verzoeker in zaak 11672175] van € 452,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Flex Team niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de beschikking daarna wordt betekend,
7.16. veroordeelt Flex Team tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
7.17. verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad
7.18. wijst het meer of anders verzochte af,
in het tegenverzoek
7.19. wijst het verzoek af,
7.20. veroordeelt Flex Team in de proceskosten, aan de zijde van [verzoeker in zaak 11672175] bepaald op nihil,
en in de zaak met nummer 11671555 \ HA VERZ 25-33
in de verzoeken
7.21. veroordeelt Flex Team om aan [verzoeker in zaak 11671555] een billijke vergoeding te betalen van € 1.669,67 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf de veertiende dag na de datum van deze beschikking, tot aan de dag van de gehele betaling,
7.22. veroordeelt Flex Team om aan [verzoeker in zaak 11671555] de vergoeding wegens onregelmatige opzegging te betalen van € 1.669,67 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 18 februari 2025 tot aan de dag van de gehele betaling,
7.23. veroordeelt Flex Team om aan [verzoeker in zaak 11671555] een transitievergoeding te betalen van € 894,94 te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 19 maart 2025 tot aan de dag van de gehele betaling,
7.24. veroordeelt Flex Team om binnen 10 dagen na deze beschikking aan [verzoeker in zaak 11671555] te verstrekken een deugdelijke bruto/netto specificatie van de hiervoor genoemde te betalen vergoedingen,
7.25. veroordeelt Flex Team in de proceskosten van [verzoeker in zaak 11671555] van € 452,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Flex Team niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de beschikking daarna wordt betekend,
7.26. veroordeelt Flex Team tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
7.27. verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad
7.28. wijst het meer of anders verzochte af,
in het tegenverzoek
7.29. wijst het verzoek af,
7.30. veroordeelt Flex Team in de proceskosten, aan de zijde van [verzoeker in zaak 11671555] bepaald op nihil.
560\636
Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking).
Verordening (EG) nr 593/2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst
Artikel 7:677 lid 1 BW
Artikel 7:678 lid 1 BW
artikel 7:678 lid 2 sub j BW
Artikel 7:681 lid 1, onderdeel a, BW.
Kamerstukken I, 2013-2014, 33 818, nr. C, pag. 99 en 113.
Zie de uitspraak van de Hoge Raad van 30 juni 2017, te vinden op www.rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL:HR:2017:1187 (New Hairstyle).
Artikel 7:672 lid 11 BW.
Artikel 7:686a lid 1 BW
Artikel 7:673 lid 1 BW.
Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.
Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.
Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.