Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Tweede afdeling. Kantonzaken
Artikel 93

Artikel 93 (Bevoegdheid kantonrechter typen zaken)

Laatste versie

Door de kantonrechter worden behandeld en beslist: a. zaken betreffende vorderingen met een beloop van ten hoogste € 25.000, de tot aan de dag van dagvaarding verschenen rente daarbij inbegrepen, tenzij de rechtstitel dat bedrag te boven gaat en die rechtstitel wordt betwist; b. zaken betreffende vorderingen van onbepaalde waarde, indien er duidelijke aanwijzingen bestaan dat de vordering geen hogere waarde vertegenwoordigt dan € 25.000; c. zaken betreffende een arbeidsovereenkomst, een collectieve arbeidsovereenkomst, algemeen verbindend verklaarde bepalingen van een collectieve arbeidsovereenkomst, een vut-overeenkomst als bedoeld in de Wet kaderregeling vut overheidspersoneel, een agentuur-, huur- of consumentenkoopovereenkomst, een overeenkomst van consumentenkrediet als bedoeld in artikel 57 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of van goederenkrediet als bedoeld in artikel 84 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, telkens ongeacht het beloop of de waarde van de vordering; d. andere zaken ten aanzien waarvan de wet dit bepaalt.

Uitleg in duidelijke taal

Door de kantonrechter worden behandeld en beslist:

Dit betekent dat de kantonrechter de bevoegdheid heeft om de hieronder genoemde zaken te behandelen en daarover een beslissing te nemen.

a. zaken betreffende vorderingen met een beloop van ten hoogste € 25.000, de tot aan de dag van dagvaarding verschenen rente daarbij inbegrepen, tenzij de rechtstitel dat bedrag te boven gaat en die rechtstitel wordt betwist;

Dit betreft zaken die gaan over vorderingen (eisen tot betaling of prestatie) waarvan het totale bedrag (beloop) niet hoger is dan € 25.000. De rente die is opgebouwd (verschenen) tot en met de dag waarop de dagvaarding is uitgebracht, wordt hierbij meegerekend. Een uitzondering geldt als de juridische basis van de vordering (rechtstitel) een hoger bedrag betreft dan € 25.000 en deze rechtstitel door de wederpartij wordt tegengesproken (betwist).

b. zaken betreffende vorderingen van onbepaalde waarde, indien er duidelijke aanwijzingen bestaan dat de vordering geen hogere waarde vertegenwoordigt dan € 25.000;

Dit betreft zaken die gaan over vorderingen waarvan de waarde niet direct in een geldbedrag is uit te drukken (onbepaalde waarde). Deze vallen onder de kantonrechter als er duidelijke signalen (aanwijzingen) zijn dat de waarde van de vordering in werkelijkheid niet meer is dan € 25.000.

c. zaken betreffende een arbeidsovereenkomst, een collectieve arbeidsovereenkomst, algemeen verbindend verklaarde bepalingen van een collectieve arbeidsovereenkomst, een vut-overeenkomst als bedoeld in de Wet kaderregeling vut overheidspersoneel, een agentuur-, huur- of consumentenkoopovereenkomst, een overeenkomst van consumentenkrediet als bedoeld in artikel 57 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of van goederenkrediet als bedoeld in artikel 84 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, telkens ongeacht het beloop of de waarde van de vordering;

Dit betreft zaken die specifiek gaan over: een arbeidsovereenkomst, een collectieve arbeidsovereenkomst (cao), bepalingen van een cao die voor iedereen gelden (algemeen verbindend verklaard), een vut-overeenkomst zoals gedefinieerd in de Wet kaderregeling vut overheidspersoneel, een agentuurovereenkomst, een huurovereenkomst, een consumentenkoopovereenkomst, een overeenkomst voor consumentenkrediet zoals beschreven in artikel 57 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, of een overeenkomst voor goederenkrediet zoals beschreven in artikel 84 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Voor al deze genoemde zaken geldt dat de kantonrechter bevoegd is, onafhankelijk van de hoogte van het bedrag (beloop) of de waarde van de vordering.

d. andere zaken ten aanzien waarvan de wet dit bepaalt.

Dit betreft alle overige zaken waarbij de wet expliciet aangeeft dat de kantonrechter bevoegd is om deze te behandelen en te beslissen.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

26 uitspraken gevonden
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:8024 - Rechtbank Gelderland - 24 september 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:802424 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:6657 - Rechtbank Amsterdam - 5 september 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:66575 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBouwrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17702 - Rechtbank Den Haag - 24 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1770224 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtArbeidsrecht
BelastingrechtLoonbelasting
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5740 - Rechtbank Overijssel - 17 september 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:574017 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16354 - Rechtbank Den Haag - 3 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:163543 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:9687 - Rechtbank Noord-Holland - 28 augustus 2025

ECLI:NL:RBNHO:2025:968728 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16705 - Rechtbank Den Haag - 27 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1670527 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Ondernemingsrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:4368 - Rechtbank Midden-Nederland - 20 augustus 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:436820 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:14910 - Rechtbank Den Haag - 6 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:149106 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtIntellectueel Eigendomsrecht, Burgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:9685 - Rechtbank Rotterdam - 30 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:968530 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2025:6137 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 7 oktober 2025

ECLI:NL:GHARL:2025:61377 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Goederenrecht
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5742 - Rechtbank Overijssel - 24 september 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:574224 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Burgerlijk Procesrecht
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:5746 - Nederlandse rechter bevoegd bij ontslag werknemer door Deense werkgever - 10 september 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:574610 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Nederlandse rechter is bevoegd in een ontslagzaak van een in Nederland werkzame werknemer tegen zijn Deense werkgever. Op basis van Rome I is dwingend Nederlands ontslagrecht van toepassing, waardoor een opzegging wegens reorganisatie zonder UWV-toestemming vernietigbaar is. Ontbinding wordt eveneens afgewezen.

Civiel RechtArbeidsrecht, Internationaal Privaatrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:16240 - Zorgplicht inlener voor Afghaanse ambassadebewakers na machtsovername Taliban - 2 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:162402 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De kantonrechter oordeelt dat de Staat als inlener zijn zorgplicht ex artikel 7:658 lid 4 BW heeft geschonden jegens voormalige Afghaanse ambassadebewakers. Dit nalaten is onrechtmatig. De Staat is daarom verplicht de bewakers naar Nederland over te brengen en toe te laten tot de asielprocedure.

Civiel RechtArbeidsrecht, Verbintenissenrecht, Internationaal Privaatrecht
BestuursrechtVreemdelingenrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5568 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 30 juli 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:556830 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Internationaal Privaatrecht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:4950 - Rechtbank Amsterdam - 25 juli 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:495025 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Ondernemingsrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:7149 - Ontslag op staande voet na niet verschijnen op proefdag ongeldig - 25 juli 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:714925 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet, gegeven aan uitzendkrachten die niet verschenen voor een proefdag, niet rechtsgeldig is. De werkgever had onvoldoende gewaarschuwd voor de gevolgen en minder vergaande maatregelen waren mogelijk. Een dringende reden ontbreekt daardoor.

Civiel RechtArbeidsrecht, Huurrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10422 - Rechtbank Rotterdam - 25 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:1042225 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:5903 - Rechtbank Gelderland - 23 juli 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:590323 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBouwrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:8950 - Rechtbank Rotterdam - 18 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:895018 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht