Terug naar rechtsgebieden

Huurrecht

Tot 30 recente arresten van de Hoge Raad

Hoge RaadECLI:NL:HR:2024:1065

Wederzijdse dwaling bij onjuiste gemeentelijke toezegging over bestemmingsplan

Arrest

12 juli 2024

Een beroep op wederzijdse dwaling slaagt als beide partijen een overeenkomst sluiten op basis van een onjuiste, ongeclausuleerde mededeling van de gemeente. De dwaling blijft niet voor rekening van de dwalende partij die mocht afgaan op deze door de wederpartij verstrekte informatie.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Huurrecht, Burgerlijk Procesrecht
BestuursrechtOmgevingsrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:822

Uitleg vaststellingsovereenkomst en hoor en wederhoor bij bindend advies

Arrest

2 juni 20235× aangehaald in latere zaken

Bij de uitleg van een vaststellingsovereenkomst (Haviltex) zijn ook omstandigheden rond de eerdere overeenkomst relevant. Bindend adviseurs moeten onafhankelijk zijn en hoor en wederhoor toepassen, wat inhoudt dat partijen gelijke kansen krijgen om op (concept)rapporten en aangeleverde informatie te reageren.

Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2023:828

Vergoeding voor leegstandsbeheer: huur of kostenvergoeding voor bruikleen?

Arrest

2 juni 20232× aangehaald in latere zaken

Een door een bewoner betaalde vergoeding voor leegstandsbeheer kwalificeert pas als huur als deze een tegenprestatie voor het gebruik is. Het oordeel van een rechter dat dit het geval is, moet begrijpelijk zijn in het licht van de door de beheerder aangevoerde, onweersproken kostenposten.

Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2021:1994

Contractuele vertragingsrente op boedelschuld is eveneens een boedelschuld

Arrest

24 december 20214× aangehaald in latere zaken

Contractuele vertragingsrente over een boedelschuld, zoals huur na faillissement, is eveneens een boedelschuld. Een gebrek aan geldmiddelen in de boedel levert geen overmacht op voor de curator, waardoor verzuim kan intreden en de contractueel bedongen rente verschuldigd is als boedelschuld.

Civiel RechtInsolventierecht, Huurrecht, Verbintenissenrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2021:1974

Huurprijscorrectie coronacrisis: onvoorziene omstandigheid, geen gebrek

Arrest

24 december 2021255× aangehaald in latere zaken

De gedwongen sluiting van 290-bedrijfsruimte door overheidsmaatregelen tijdens de coronapandemie is geen gebrek (art. 7:204 BW), maar een onvoorziene omstandigheid (art. 6:258 BW). Dit rechtvaardigt een huurprijsvermindering, waarbij het nadeel in beginsel gelijk wordt verdeeld tussen huurder en verhuurder.

Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2021:1157

Onredelijk voordeel bij servicekosten: Hoge Raad verduidelijkt tweestappentoets

Arrest

16 juli 202112× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad verduidelijkt dat bij de beoordeling van administratiekosten (art. 7:264 BW) eerst gekeken moet worden of de prestatie de huurder een bate oplevert. Is dat zo, dan wordt de redelijkheid van de hoogte van de kosten beoordeeld. Kosten voor normale exploitatie zijn voor de verhuurder.

Civiel RechtHuurrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2021:373

Hoge Raad: Correctiefactoren voor stookkosten onder oude Warmtewet toegestaan

Arrest

12 maart 20213× aangehaald in latere zaken

De Hoge Raad oordeelt dat de Warmtewet 2014 (geldig tot 2019) zo moet worden uitgelegd dat het toepassen van correctiefactoren, zoals voor warmteverlies via leidingen, niet verboden was. Een dergelijke correctie draagt bij aan een nauwkeurige en rechtvaardige kostenverdeling.

Civiel RechtHuurrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2020:1499

Koop breekt geen huur: niet bij gescheiden eigendom en verhuur

Arrest

25 september 202010× aangehaald in latere zaken

De regel 'koop breekt geen huur' (art. 7:226 BW) is niet van toepassing als de eigenaar die de zaak overdraagt een ander is dan de verhuurder. Voor gebondenheid van de koper op grond van onrechtmatige daad zijn bijzondere omstandigheden vereist; enkel wetenschap van de huur is onvoldoende.

Civiel RechtHuurrecht, Goederenrecht, Vastgoedrecht, Verbintenissenrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2019:2034

Kwalificatie pachtovereenkomst: inhoud boven partijbedoeling

Arrest

20 december 2019149× aangehaald in latere zaken

Voor de kwalificatie van een overeenkomst als pacht is niet de partijbedoeling, maar de inhoud beslissend. Voldoen de overeengekomen rechten en verplichtingen aan de wettelijke omschrijving van pacht (art. 7:311 BW), dan is er sprake van pacht, ongeacht de naam die partijen eraan geven.

Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2018:284

Einde hoofdhuur leidt niet automatisch tot tekortkoming van onderverhuurder

Arrest

23 februari 201815× aangehaald in latere zaken

Het beëindigen van een hoofdhuurovereenkomst betekent niet automatisch dat de onderverhuurder tekortschiet jegens de onderhuurder. Van een tekortkoming is pas sprake als het feitelijke gebruik van het gehuurde door de onderhuurder wordt gestoord, bijvoorbeeld doordat de hoofdverhuurder de zaak opeist.

Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2017:485

Weigeren reddingsplan V&D: misbruik van bevoegdheid door verhuurder

Arrest

24 maart 20173× aangehaald in latere zaken

Het weigeren van medewerking aan een buitengerechtelijk akkoord dat slechts met een deel van de schuldeisers is gesloten, kan misbruik van bevoegdheid (art. 3:13 BW) opleveren. Dit geldt met name als de weigerende schuldeiser profiteert van de offers die de andere schuldeisers brengen.

Civiel RechtHuurrecht, Insolventierecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2017:405

Gemengde overeenkomst: cateringopdracht prevaleert boven huurbescherming

Arrest

10 maart 201726× aangehaald in latere zaken

Bij een onsplitsbare gemengde overeenkomst van opdracht en huur van bedrijfsruimte, kunnen de regels van de overheersende overeenkomst (opdracht) prevaleren boven dwingendrechtelijke huurbeschermingsbepalingen, indien de bepalingen onverenigbaar zijn en de aard van de overeenkomst zich daartegen verzet (art. 6:215 BW).

Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2016:726

Verhuiskostenvergoeding bij Renovatie: Wanneer en is het Dwingend Recht?

Arrest

22 april 201647× aangehaald in latere zaken

De verhuiskostenvergoeding bij renovatie (art. 7:220 BW) is alleen verschuldigd als de renovatiewerkzaamheden zelf een verhuizing noodzakelijk maken, los van eventuele andere dringende werkzaamheden. Het initiatief van de huurder is irrelevant. Dit recht is van dwingendrechtelijke aard en kan niet worden weggenomen.

Civiel RechtHuurrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge RaadECLI:NL:HR:2016:340

Ambtshalve toetsing boetebeding: grenzen rechtsstrijd versus omvang grieven

Arrest

26 februari 201633× aangehaald in latere zaken

De appelrechter moet een boetebeding ambtshalve toetsen op oneerlijkheid, ook als de appellant hierover geen specifieke grief aanvoert. Dit moet zolang de vordering die op het beding is gebaseerd, wél onderdeel is van de rechtsstrijd in hoger beroep.

Civiel RechtHuurrecht, Burgerlijk Procesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht