Artikel 30a
1. Onverminderd het elders in deze wet bepaalde terzake van herziening of intrekking van een besluit tot toekenning van ziekengeld en terzake van weigering van ziekengeld, herziet het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een dergelijk besluit of trekt hij dat in:
a. indien het niet of niet behoorlijk nakomen van een verplichting op grond van artikel 30, 31, 38, 45 of 49 heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van ziekengeld; b. indien anderszins het ziekengeld ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend; c. indien het niet of niet behoorlijk nakomen van een verplichting op grond van artikel 28, 31, 45 of 49 ertoe leidt dat niet kan worden vastgesteld of nog recht op ziekengeld bestaat.
2. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan geheel of gedeeltelijk van herziening of intrekking afzien indien daarvoor dringende redenen zijn.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:CRVB:2025:1357 - Centrale Raad van Beroep - 4 september 2025
ECLI:NL:CRVB:2025:1352 - Centrale Raad van Beroep - 3 september 2025
ECLI:NL:CRVB:2025:1291 - Centrale Raad van Beroep - 20 augustus 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:8081 - Rechtbank Gelderland - 29 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:16568 - Rechtbank Den Haag - 5 september 2025
ECLI:NL:CRVB:2025:1243 - Centrale Raad van Beroep - 14 augustus 2025
ECLI:NL:CRVB:2025:1132 - Intrekking WW- en ZW-uitkeringen wegens ontbreken privaatrechtelijke dienstbetrekking - 31 juli 2025
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht een WW- en ZW-uitkering heeft ingetrokken. De Raad bevestigt het oordeel van de rechtbank dat er geen sprake was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking tussen appellant en zijn vermeende werkgever, waardoor appellant niet verzekerd was.