Wetboek van Strafvordering

1. Tegen de door de rechtbank genomen beslissing staat de officier van justitie binnen veertien dagen daarna en de gewezen verdachte of zijn erfgenamen binnen een maand na de betekening hoger beroep open bij het gerechtshof.

Dit betekent dat tegen een beslissing die door de rechtbank is genomen, de officier van justitie de mogelijkheid heeft om binnen veertien dagen na die beslissing in hoger beroep te gaan. De gewezen verdachte of diens erfgenamen hebben eveneens het recht om hoger beroep in te stellen, namelijk binnen een maand nadat de beslissing officieel aan hen is medegedeeld (betekening). Dit hoger beroep wordt behandeld door het gerechtshof.

2. Ten aanzien van de gewezen verdachte of zijn erfgenamen vinden de artikelen 447 tot en met 455 overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat hetgeen in die artikelen met betrekking tot de raadsman is bepaald, geldt voor hun advocaat.

Dit lid stelt dat voor de gewezen verdachte of zijn erfgenamen de artikelen 447 tot en met 455 op een vergelijkbare wijze van toepassing zijn (overeenkomstige toepassing). Hierbij geldt de specificatie (met dien verstande) dat de bepalingen in die artikelen die betrekking hebben op de raadsman, in dit geval van toepassing zijn op hun advocaat.

3. Artikel 534, vijfde lid, is van toepassing.

Dit betekent dat het vijfde lid van artikel 534 ook hier geldt en toegepast moet worden.