Artikel 313 (Wijziging telastlegging door officier van justitie)
1. Indien buiten het geval van het voorgaande artikel de officier van justitie oordeelt dat de telastlegging behoort te worden gewijzigd, legt hij den inhoud van de door hem noodzakelijk geachte wijzigingen schriftelijk aan de rechtbank over met vordering dat die wijzigingen zullen worden toegelaten.
2. Indien de rechtbank de vordering toewijst, doet zij den inhoud van de aangebrachte wijzigingen in het proces-verbaal ter terechtzitting opnemen. In geen geval worden wijzigingen toegelaten, als een gevolg waarvan de telastlegging niet langer hetzelfde feit, in den zin van artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht zou inhouden.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien buiten het geval van het voorgaande artikel de officier van justitie oordeelt dat de telastlegging behoort te worden gewijzigd, legt hij den inhoud van de door hem noodzakelijk geachte wijzigingen schriftelijk aan de rechtbank over met vordering dat die wijzigingen zullen worden toegelaten.
Dit betekent dat, indien de officier van justitie van oordeel is dat de telastlegging gewijzigd behoort te worden, en dit een ander geval betreft dan beschreven in het voorgaande artikel, hij de inhoud van de wijzigingen die hij noodzakelijk acht schriftelijk aan de rechtbank overlegt. Hierbij vordert hij dat de rechtbank toestaat dat deze wijzigingen zullen worden toegelaten.
2. Indien de rechtbank de vordering toewijst, doet zij den inhoud van de aangebrachte wijzigingen in het proces-verbaal ter terechtzitting opnemen. In geen geval worden wijzigingen toegelaten, als een gevolg waarvan de telastlegging niet langer hetzelfde feit, in den zin van artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht zou inhouden.
Dit betekent dat, indien de rechtbank de vordering toewijst, zij de inhoud van de aangebrachte wijzigingen in het proces-verbaal ter terechtzitting laat opnemen. In geen geval worden wijzigingen toegelaten, als een gevolg daarvan de telastlegging niet langer hetzelfde feit, in de zin van artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht, zou inhouden.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:PHR:2025:1052 - Parket bij de Hoge Raad - 30 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6858 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 10 oktober 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6514 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 1 oktober 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6520 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 1 oktober 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6535 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 30 september 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6400 - Inrijden op politie: poging zware mishandeling, geen poging doodslag - 25 september 2025
De rechtbank spreekt een verdachte vrij van poging tot doodslag na het inrijden op een politieauto, maar veroordeelt hem voor poging tot zware mishandeling. De kans op zwaar lichamelijk letsel was wel aanmerkelijk, maar de kans op dodelijk letsel was onvoldoende onderbouwd voor voorwaardelijk opzet.
ECLI:NL:RBZWB:2025:6194 - Volledige ontoerekeningsvatbaarheid en TBS bij poging zware mishandeling en bedreiging - 17 september 2025
De rechtbank ontslaat een verdachte, die lijdt aan schizofrenie, van alle rechtsvervolging voor poging tot zware mishandeling en bedreiging. De feiten worden hem vanwege zijn ziekelijke stoornis niet toegerekend. Wegens een hoog recidiverisico wordt de maatregel tbs met verpleging van overheidswege opgelegd.