Artikel 1 (Legaliteitsbeginsel en gunstigste bepaling)
1. Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.
2. Bij verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, worden de voor de verdachte gunstigste bepalingen toegepast.
Uitleg in duidelijke taal
1. Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.
Dit betekent letterlijk dat een feit alleen strafbaar is uit kracht van een wettelijke strafbepaling die aan dat feit is voorafgegaan.
2. Bij verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, worden de voor de verdachte gunstigste bepalingen toegepast.
Dit betekent letterlijk dat bij een verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, de bepalingen die het gunstigst zijn voor de verdachte, worden toegepast.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:GHDHA:2025:1715 - Gerechtshof Den Haag - 27 augustus 2025
ECLI:NL:PHR:2025:1066 - Parket bij de Hoge Raad - 3 oktober 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:9781 - Rechtbank Noord-Holland - 14 augustus 2025
ECLI:NL:RVS:2025:2960 - Raad van State - 2 juli 2025
ECLI:NL:HR:2025:1452 - Hoge Raad - 7 oktober 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:3823 - Rechtbank Noord-Nederland: Uitleg van dwang bij opzetaanranding na wetswijziging - 23 september 2025
De rechtbank oordeelt dat na de invoering van de Wet seksuele misdrijven onverhoeds handelen niet langer onder het strafverzwarende bestanddeel 'dwang' bij opzetaanranding valt. Wegens onduidelijkheid in de wetsgeschiedenis kiest de rechtbank voor een beperkte, wetssystematische uitleg van het begrip dwang.