Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Negende afdeling. Bewijs
§ 7. Inzage, afschrift of uittreksel van gegevens
Artikel 195a

Artikel 195a (Veroordeling derde tot gegevensverstrekking)

Laatste versie

1. Als degene die over bepaalde gegevens beschikt, geen partij is bij de rechtsbetrekking waarop deze gegevens betrekking hebben, kan de rechter op verzoek van de partij die daar ingevolge artikel 194, eerste lid, eerste volzin, recht op heeft, deze derde veroordelen tot het verstrekken van inzage, afschrift of uittreksel van die gegevens. De artikelen 194, eerste lid, tweede volzin, tweede, derde en vierde lid, en artikel 195 zijn van overeenkomstige toepassing.

2. Voordat de rechter beslist op het verzoek, bedoeld in het eerste lid, roept de rechter de verzoeker, de derde en de wederpartij van de verzoeker in de hoofdzaak op voor de mondelinge behandeling van het verzoek. Artikel 279, tweede lid, is op de oproeping van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. Als degene die over bepaalde gegevens beschikt, geen partij is bij de rechtsbetrekking waarop deze gegevens betrekking hebben, kan de rechter op verzoek van de partij die daar ingevolge artikel 194, eerste lid, eerste volzin, recht op heeft, deze derde veroordelen tot het verstrekken van inzage, afschrift of uittreksel van die gegevens. De artikelen 194, eerste lid, tweede volzin, tweede, derde en vierde lid, en artikel 195 zijn van overeenkomstige toepassing.

Dit lid bepaalt dat als een persoon of entiteit die over bepaalde gegevens beschikt, zelf geen partij is bij de rechtsbetrekking waarop deze gegevens betrekking hebben, de rechter deze derde kan veroordelen tot het verstrekken van inzage, een afschrift of een uittreksel van die gegevens. Dit gebeurt op verzoek van de partij die daartoe het recht heeft op grond van artikel 194, eerste lid, eerste volzin. De bepalingen van artikel 194, eerste lid, tweede volzin, alsmede het tweede, derde en vierde lid van dat artikel, en artikel 195 zijn op deze situatie op eenzelfde wijze van toepassing (van overeenkomstige toepassing).

2. Voordat de rechter beslist op het verzoek, bedoeld in het eerste lid, roept de rechter de verzoeker, de derde en de wederpartij van de verzoeker in de hoofdzaak op voor de mondelinge behandeling van het verzoek. Artikel 279, tweede lid, is op de oproeping van overeenkomstige toepassing.

Dit lid schrijft voor dat de rechter, alvorens te beslissen op het verzoek om gegevensverstrekking door een derde zoals genoemd in het eerste lid, de verzoeker (degene die het verzoek indient), de derde (degene die over de gegevens beschikt) en de wederpartij van de verzoeker in de hoofdzaak (de andere partij in de oorspronkelijke rechtszaak) oproept. Deze oproeping is bedoeld voor een mondelinge behandeling van het verzoek. Op deze oproeping is artikel 279, tweede lid, op eenzelfde wijze van toepassing (van overeenkomstige toepassing).

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

8 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2025:996 - Conclusie: Overgangsrecht en cassatietermijn bij modernisering van het bewijsrecht - 12 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:99612 september 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

De P-G concludeert dat de nieuwe, kortere cassatietermijn van acht weken uit de Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht niet geldt voor een inzageverzoek dat is ingesteld onder het oude recht (art. 843a Rv-oud). De oude termijn van drie maanden blijft van toepassing.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Parket bij de Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2025:753 - Parket bij de Hoge Raad - 4 juli 2025

ECLI:NL:PHR:2025:7534 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:5666 - Rechtbank Overijssel - 19 september 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:566619 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Ondernemingsrecht, Arbeidsrecht
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3760 - Rechtbank wijst vordering tot verwijdering anonieme Google-reviews en gegevensverstrekking af - 15 september 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:376015 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de onrechtmatigheid van negatieve reviews niet aannemelijk is gemaakt. Een vordering tot verwijdering wordt afgewezen omdat subjectieve persoonlijke oordelen in reviews acceptabel zijn en onrechtmatigheid per review concreet moet worden onderbouwd. De vordering tot gegevensverstrekking wordt eveneens afgewezen bij gebrek aan een onrechtmatige daad.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Informatierecht
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:5466 - Rechtbank Oost-Brabant - 3 september 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:54663 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2025:5136 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 19 augustus 2025

ECLI:NL:GHARL:2025:513619 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Gerechtshof Amsterdam

ECLI:NL:GHAMS:2025:2200 - Gerechtshof Amsterdam - 31 juli 2025

ECLI:NL:GHAMS:2025:220031 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Ondernemingsrecht, Financieel Recht, Verbintenissenrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:5090 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 30 juli 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:509030 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtHuurrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht