Artikel 3.10
1. Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de voorbereiding van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op:
a. een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, voor zover er strijd is met het bestemmingsplan of een beheersverordening en slechts vergunning kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°; b. een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d; c. een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e; d. een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, voor zover voor die activiteit krachtens artikel 2.26, derde lid, een adviseur is aangewezen; e. een geval waarin een verklaring vereist is, als bedoeld in artikel 2.27; f. een geval dat behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie met mogelijk belangrijke gevolgen voor de fysieke leefomgeving of de belangen van derden; g. een activiteit als bedoeld in artikel 2.19, voor zover dat in het betrokken wettelijk voorschrift is aangegeven.
2. Het bevoegd gezag kan bepalen dat de toepassing van artikel 3.1 of afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geheel of gedeeltelijk achterwege blijft, indien:
a. de aanvraag betrekking heeft op een activiteit waarvan de uitvoering als gevolg van een ongewone omstandigheid op korte termijn nodig is; b. de uitvoering van een voor Nederland verbindend verdrag of een voor Nederland verbindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie dat vereist.
3. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder c, is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de voorbereiding van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een verandering van een inrichting of mijnbouwwerk of de werking daarvan, die niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende omgevingsvergunning is toegestaan, waarvoor geen verplichting bestaat tot het maken van een milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer, en die niet leidt tot een andere inrichting of mijnbouwwerk dan waarvoor eerder een omgevingsvergunning is verleend.
4. Indien op de voorbereiding van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, zijn tevens de artikelen 13.6, 13.9 en 13.11, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet milieubeheer van toepassing.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBROT:2025:9102 - Rechtbank Rotterdam - 21 juli 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:8591 - Rechtbank Noord-Holland - 11 juli 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1321 - Gerechtshof Den Haag - 8 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3568 - Raad van State - 30 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4518 - Milieuneutrale wijziging vereist geen toetsing aan beste beschikbare technieken (BBT) - 24 september 2025
Bij een aanvraag voor een milieuneutrale wijziging van een inrichting hoeft niet te worden getoetst aan de beste beschikbare technieken. De Afdeling oordeelt dat artikel 21 van de Richtlijn industriële emissies niet vereist dat bij iedere vergunningverlening een BBT-toets plaatsvindt en dat dit correct is geïmplementeerd.
ECLI:NL:RBGEL:2025:6703 - Rechtbank Gelderland - 12 augustus 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:8096 - Rechtbank Gelderland - 30 september 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4524 - Onjuiste procedure omgevingsvergunning camping buiten de bebouwde kom - 24 september 2025
De Afdeling oordeelt dat een campingterrein dat zich ver uitstrekt tussen agrarische velden buiten de bebouwde kom ligt. Daarom had het college voor het afwijken van het bestemmingsplan niet de reguliere, maar de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure moeten volgen zoals de Wabo voorschrijft.
ECLI:NL:RBZWB:2025:6367 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 23 september 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3573 - Raad van State - 30 juli 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:4893 - Rechtbank Overijssel - 23 juli 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:11666 - Rechtbank Den Haag - 4 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3103 - Raad van State - 9 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3834 - Raad van State - 13 augustus 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5678 - Toetsingskader omgevingsvergunning boring en bezwaren tegen gaswinning - 23 september 2025
De rechtbank oordeelt dat bezwaren tegen gaswinning, zoals bodemdaling, geen deel uitmaken van het toetsingskader voor een omgevingsvergunning voor een diepboring. Deze bezwaren horen thuis in de procedure tegen de wijziging van het winningsplan, niet in die van de vergunning voor de boring zelf.