Terug naar bibliotheek
Authentiek : NL
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
TWEEDE DEEL. NON-DISCRIMINATIE EN BURGERSCHAP VAN DE UNIE
Artikel 20

Artikel 20 (Unieburgerschap en burgerrechten)

Laatste versie

1. Er wordt een burgerschap van de Unie ingesteld. Burger van de Unie is een ieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit. Het burgerschap van de Unie komt naast het nationale burgerschap doch komt niet in de plaats daarvan.

2. De burgers van de Unie genieten de rechten en hebben de plichten die bij de Verdragen zijn bepaald. Zij hebben, onder andere,

a. het recht zich vrij op het grondgebied van de lidstaten te verplaatsen en er vrij te verblijven; b. het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement en bij de gemeenteraadsverkiezingen in de lidstaat waar zij verblijf houden, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die staat; c. het recht op bescherming van de diplomatieke en consulaire instanties van iedere andere lidstaat op het grondgebied van derde landen waar de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn, niet vertegenwoordigd is, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die lidstaat; d. het recht om verzoekschriften tot het Europees Parlement te richten, zich tot de Europese ombudsman te wenden, alsook zich in een van de talen van de Verdragen tot de instellingen en de adviesorganen van de Unie te richten en in die taal antwoord te krijgen.

Deze rechten worden uitgeoefend onder de voorwaarden en binnen de grenzen welke bij de Verdragen en de maatregelen ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld.

Uitleg in duidelijke taal

1. Er wordt een burgerschap van de Unie ingesteld. Burger van de Unie is een ieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit. Het burgerschap van de Unie komt naast het nationale burgerschap doch komt niet in de plaats daarvan.

Dit betekent letterlijk dat er een burgerschap van de Europese Unie wordt gecreëerd. Burger van de Unie is iedere persoon die de nationaliteit van een lidstaat van de Europese Unie bezit. Het burgerschap van de Unie bestaat naast het nationale burgerschap en vervangt het nationale burgerschap niet.

2. De burgers van de Unie genieten de rechten en hebben de plichten die bij de Verdragen zijn bepaald. Zij hebben, onder andere,

Dit betekent letterlijk dat de burgers van de Unie de rechten genieten en de plichten hebben die in de Verdragen zijn vastgelegd. Zij hebben, onder meer, de volgende rechten:

a. het recht zich vrij op het grondgebied van de lidstaten te verplaatsen en er vrij te verblijven;

Dit houdt in dat zij het recht hebben om zich vrijelijk te bewegen en vrij te verblijven op het grondgebied van de lidstaten.

b. het actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europees Parlement en bij de gemeenteraadsverkiezingen in de lidstaat waar zij verblijf houden, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die staat;

Dit betekent dat zij het recht hebben om te stemmen (actief kiesrecht) en om gekozen te worden (passief kiesrecht) bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. Dit recht geldt ook voor gemeenteraadsverkiezingen in de lidstaat waar zij wonen (verblijf houden). Deze rechten gelden onder dezelfde voorwaarden als voor de eigen onderdanen van die lidstaat.

c. het recht op bescherming van de diplomatieke en consulaire instanties van iedere andere lidstaat op het grondgebied van derde landen waar de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn, niet vertegenwoordigd is, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van die lidstaat;

Dit houdt in dat zij recht hebben op bescherming door de diplomatieke en consulaire autoriteiten van elke andere lidstaat. Dit recht geldt wanneer zij zich op het grondgebied van derde landen (landen buiten de EU) bevinden en de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn, daar niet vertegenwoordigd is. Deze bescherming wordt verleend onder dezelfde voorwaarden die gelden voor de onderdanen van de lidstaat die de bescherming biedt.

d. het recht om verzoekschriften tot het Europees Parlement te richten, zich tot de Europese ombudsman te wenden, alsook zich in een van de talen van de Verdragen tot de instellingen en de adviesorganen van de Unie te richten en in die taal antwoord te krijgen.

Dit betekent dat zij het recht hebben om verzoekschriften in te dienen bij het Europees Parlement. Zij mogen zich ook wenden tot de Europese Ombudsman. Bovendien hebben zij het recht om zich in een van de officiële talen van de Verdragen te richten tot de instellingen en adviesorganen van de Unie, en zij hebben het recht om in diezelfde taal een antwoord te ontvangen.

Deze rechten worden uitgeoefend onder de voorwaarden en binnen de grenzen welke bij de Verdragen en de maatregelen ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld.

Dit betekent dat de uitoefening van deze rechten plaatsvindt volgens de voorwaarden en binnen de beperkingen (grenzen) die zijn vastgesteld in de Verdragen en in de maatregelen die ter uitvoering van die Verdragen zijn genomen.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

22 uitspraken gevonden
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:13291 - Rechtbank Den Haag - 8 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:132918 juli 2025Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:12252 - Rechtbank Den Haag - 8 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:122528 juli 2025Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:13289 - Rechtbank Den Haag - 8 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:132898 juli 2025Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:14908 - Rechtbank Den Haag - 23 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1490823 juli 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:13293 - Rechtbank Den Haag - 8 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:132938 juli 2025Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
Raad van State2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2025:3344 - Raad van State - 22 juli 2025

ECLI:NL:RVS:2025:334422 juli 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:15899 - Rechtbank Den Haag - 19 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1589919 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2025:15203 - Rechtbank Den Haag - 15 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1520315 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17900 - Rechtbank Den Haag - 30 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1790030 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17642 - Rechtbank Den Haag - 26 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1764226 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Socialezekerheidsrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4492 - Gezag van gewijsde en rechtspraak: binding aan eerdere rechtbankuitspraak - 18 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:449218 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank moet een eerder, onherroepelijk oordeel over een rechtsvraag respecteren wanneer zij een nieuw besluit op bezwaar beoordeelt. Zonder nieuwe feiten of gewijzigd recht is een volledige herbeoordeling in strijd met het gezag van gewijsde, conform de zogenoemde rechtspraak van Brummen.

BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:13174 - Rechtbank Den Haag - 21 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1317421 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:1162 - Hoge Raad - 18 juli 2025

ECLI:NL:HR:2025:116218 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BelastingrechtDividendbelasting
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:12706 - Rechtbank Den Haag - 15 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1270615 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:11592 - Rechtbank Den Haag - 30 juni 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1159230 juni 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17600 - Zwaarwegend openbare orde prevaleert boven het privéleven bij afwijzing verblijfsvergunning - 24 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1760024 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank oordeelt dat de minister de aanvraag voor een verblijfsvergunning en de vrijstelling van het mvv-vereiste terecht heeft afgewezen. Ernstige misdrijven en een actueel recidivegevaar vormen een zwaarwegend belang van de openbare orde dat zwaarder weegt dan het recht op privéleven van de eiser.

BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17265 - Onvoldoende motivering voor ontkenning van het gezinsleven bij biologische vader - 16 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1726516 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank oordeelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom geen sprake is van gezinsleven onder artikel 8 EVRM. Het feit dat een man de biologische vader is en zijn kinderen uit een niet-huwelijkse relatie zijn geboren, vergt een deugdelijke motivering om het bestaan van gezinsleven te ontkennen.

BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4349 - Geen procesbelang na visumverlening, wel recht op proceskostenvergoeding - 12 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:434912 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een hoger beroep is niet ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang als het beoogde visum in een andere procedure alsnog is verleend. De minister kan desondanks in de proceskosten worden veroordeeld als deze erkent dat het oorspronkelijke besluit onrechtmatig was.

BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:17256 - Verkrijgen van asielvergunning beëindigt afgeleid Chavez-Vilchez verblijfsrecht - 11 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1725611 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank oordeelt dat een afgeleid verblijfsrecht op grond van het Chavez-Vilchez arrest eindigt wanneer de ouder een zelfstandig verblijfsrecht verkrijgt, zoals een asielvergunning. De afhankelijkheidsrelatie vervalt, omdat de ouder niet langer de EU hoeft te verlaten met het Nederlandse kind.

BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4159 - Raad van State - 29 augustus 2025

ECLI:NL:RVS:2025:415929 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtVreemdelingenrecht, Bestuursprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht