Terug naar bibliotheek
Eerste tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheidArtikel 13. Verplichtingen

Artikel 13. Verplichtingen

Laatste versie

1. Aan de werkgever aan wie subsidie wordt verleend, worden de volgende verplichtingen opgelegd:

a. de werkgever is verplicht de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden; b. de werkgever doet na 17 maart 2020 geen verzoek om toestemming om de arbeidsovereenkomst op te zeggen op grond van artikel 669, derde lid, onderdeel a, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, gedurende het tijdvak waarover subsidie is verleend; c. de werkgever is verplicht de subsidie uitsluitend aan te wenden voor de betaling van de loonkosten; d. de werkgever is verplicht de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging, bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden, of bij het ontbreken daarvan, de werknemers te informeren over de subsidieverlening; e. de werkgever voert een zodanig controleerbare administratie dat alle voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde gegevens kunnen worden nagegaan en verleent desgevraagd tot vijf jaar na de datum van vaststelling van de subsidie inzage in deze administratie; f. de werkgever doet de loonaangifte op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 op de voorgeschreven momenten; g. de werkgever meldt onverwijld en schriftelijk aan de Minister indien zich andere omstandigheden voordoen die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie; h. de werkgever overlegt na afloop van de periode waarover subsidie is verleend een definitieve opgave van de omzetdaling in de periode, bedoeld in artikel 8, vierde lid, onderdeel c; i. de werkgever werkt tot vijf jaar na de datum van vaststelling van de subsidie, onder meer door het verschaffen van de daartoe benodigde inlichtingen, gegevens en bescheiden, mee aan door of namens de Minister ingesteld onderzoek dat erop is gericht de Minister inlichtingen te verschaffen die van belang zijn voor het nemen van een besluit over het verstrekken van de subsidie, de vaststelling van de rechtmatigheid daarvan, of de ontwikkeling van het beleid van de Minister.

2. De aanvraag van de vaststelling gaat vergezeld van een verklaring over de naleving van de subsidievoorwaarden, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het accountantsberoep. Deze verklaring voldoet aan standaarden die door de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants zijn vastgesteld, met inachtneming van het in de bijlage bij deze regeling opgenomen accountantsprotocol. Van de verplichting om een verklaring van een accountant over te leggen is de werkgever vrijgesteld, indien het totale voorschot dat is verstrekt aan die natuurlijke persoon, rechtspersoon of groep als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, minder is dan € 100.000,–. In afwijking van de vorige zin geldt de vrijstelling van de verplichting om een verklaring van een accountant over te leggen niet indien de totale subsidie voor die natuurlijke persoon, rechtspersoon of groep als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, wordt vastgesteld op een bedrag van € 125.000,– of meer, of indien de werkgever heeft verzocht om toepassing van artikel 6a.

3. De werkgever die op grond van het tweede lid is vrijgesteld van de verplichting om een verklaring van een accountant over te leggen, overlegt ten behoeve van de vaststelling van de subsidie het in de bijlage bij deze regeling opgenomen formulier met een verklaring van een deskundige derde waarmee de omzetdaling wordt bevestigd. De Minister wijst aan welke deskundige derden een verklaring kunnen afgeven. Van de verplichting om een verklaring van een deskundige derde te overleggen is de werkgever vrijgesteld, indien het totale voorschot voor die natuurlijke persoon, rechtspersoon of groep als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, dat verstrekt is minder dan € 20.000,– bedraagt. In afwijking van de vorige zin geldt de vrijstelling van de verplichting om een verklaring van een deskundige derde te overleggen niet indien de totale subsidie voor die natuurlijke persoon, rechtspersoon of groep als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, wordt vastgesteld op een bedrag van € 25.000,– of meer.

Details

[Regeling vervallen per 01-08-2022]

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

8 uitspraken gevonden
Centrale Raad van Beroep

ECLI:NL:CRVB:2025:1452 - Centrale Raad van Beroep - 1 oktober 2025

ECLI:NL:CRVB:2025:14521 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 24 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:7155 - Rechtbank Gelderland - 26 augustus 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:715526 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 11 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2025:8188 - Rechtbank Gelderland - 2 oktober 2025

ECLI:NL:RBGEL:2025:81882 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 10 keer genoemd in deze uitspraak
Centrale Raad van Beroep

ECLI:NL:CRVB:2025:1164 - Centrale Raad van Beroep - 30 juli 2025

ECLI:NL:CRVB:2025:116430 juli 2025Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Centrale Raad van Beroep

ECLI:NL:CRVB:2025:1087 - Centrale Raad van Beroep - 16 juli 2025

ECLI:NL:CRVB:2025:108716 juli 2025Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:4277 - Rechtbank Midden-Nederland - 17 juli 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:427717 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Centrale Raad van Beroep1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:CRVB:2025:1106 - Centrale Raad van Beroep - 23 juli 2025

ECLI:NL:CRVB:2025:110623 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht
Centrale Raad van Beroep

ECLI:NL:CRVB:2025:1290 - Centrale Raad van Beroep - 20 augustus 2025

ECLI:NL:CRVB:2025:129020 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtSocialezekerheidsrecht, Bestuursprocesrecht