Artikel 258 (Wijziging of ontbinding overeenkomst onvoorziene omstandigheden)
1. De rechter kan op vordering van een der partijen de gevolgen van een overeenkomst wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten. Aan de wijziging of ontbinding kan terugwerkende kracht worden verleend.
2. Een wijziging of ontbinding wordt niet uitgesproken, voor zover de omstandigheden krachtens de aard van de overeenkomst of de in het verkeer geldende opvattingen voor rekening komen van degene die zich erop beroept.
3. Voor de toepassing van dit artikel staat degene op wie een recht of een verplichting uit een overeenkomst is overgegaan, met een partij bij die overeenkomst gelijk.
Uitleg in duidelijke taal
1. De rechter kan op vordering van een der partijen de gevolgen van een overeenkomst wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten. Aan de wijziging of ontbinding kan terugwerkende kracht worden verleend.
Dit lid bepaalt dat de rechter
de gevolgen van een overeenkomst
kan wijzigen
of de overeenkomst geheel of gedeeltelijk
kan ontbinden
. Dit kan de rechter doen op vordering van een der partijen
en op grond van onvoorziene omstandigheden
. Deze onvoorziene omstandigheden
moeten van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid
een ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten
. De wijziging of ontbinding kan
ook terugwerkende kracht worden verleend
.
2. Een wijziging of ontbinding wordt niet uitgesproken, voor zover de omstandigheden krachtens de aard van de overeenkomst of de in het verkeer geldende opvattingen voor rekening komen van degene die zich erop beroept.
Dit lid stelt dat een wijziging of ontbinding niet wordt uitgesproken
als de omstandigheden
voor rekening komen van degene die zich erop beroept
. Dit is het geval voor zover
deze omstandigheden
krachtens de aard van de overeenkomst
of krachtens de in het verkeer geldende opvattingen
tot het risico van die partij behoren.
3. Voor de toepassing van dit artikel staat degene op wie een recht of een verplichting uit een overeenkomst is overgegaan, met een partij bij die overeenkomst gelijk.
Dit lid verduidelijkt dat voor de toepassing van dit artikel
, de persoon of entiteit op wie een recht of een verplichting uit een overeenkomst is overgegaan
(bijvoorbeeld door erfopvolging of contractsovername), gelijk staat met een partij bij die overeenkomst
.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBOBR:2025:5913 - Rechtbank Oost-Brabant - 24 september 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1770 - Gerechtshof Den Haag - 16 september 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4328 - Rechtbank Midden-Nederland - 6 augustus 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:5781 - Niet-opzegbaarheid van een gegarandeerd gebruiksrecht in een duurovereenkomst - 17 september 2025
De rechtbank oordeelt dat een 'voor onbepaalde tijd gegarandeerd gebruiksrecht' in een duurovereenkomst naar partijbedoeling niet opzegbaar is. Een beroep op de slechte staat van onderhoud en een verstoorde relatie maken de instandhouding van de overeenkomst niet onaanvaardbaar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid.
ECLI:NL:GHARL:2025:4776 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 1 juli 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5734 - Uitleg vaststellingsovereenkomst: huur ongebouwde onroerende zaak voor bepaalde tijd - 23 september 2025
Een in een vaststellingsovereenkomst opgenomen gebruiksrecht van een binnenplaats tegen betaling kwalificeert als huur van een ongebouwde onroerende zaak. Als de duur afhankelijk is van objectiveerbare voorwaarden, zoals het eigendom van een pand, is sprake van huur voor bepaalde tijd die niet tussentijds opzegbaar is.
ECLI:NL:RBOBR:2025:5727 - Rechtbank oordeelt: vakantiepark had waarschuwingsplicht bij dreigende sluiting - 11 september 2025
Een exploitant van een vakantiepark handelt onrechtmatig door een nieuwe huurder van een staanplaats niet te waarschuwen voor het reële, kenbare risico van een gedwongen sluiting. Deze mededelingsplicht, gebaseerd op maatschappelijke betamelijkheid, prevaleert boven een eventuele onderzoeksplicht van de huurder die aanzienlijke investeringen doet.
ECLI:NL:RBAMS:2025:6504 - Rechtbank Amsterdam - 3 september 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:5596 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 2 september 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:10238 - Rechtbank Rotterdam - 22 augustus 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:10172 - Rechtbank Rotterdam - 20 augustus 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:5794 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 13 augustus 2025
ECLI:NL:OGHACMB:2025:205 - Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba - 12 augustus 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:4954 - Rechtbank Oost-Brabant - 6 augustus 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:2089 - Gerechtshof Amsterdam - 5 augustus 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:13183 - Rechtbank Den Haag - 30 juli 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:1602 - Gerechtshof Den Haag - 29 juli 2025
ECLI:NL:RBNNE:2025:2982 - Rechtbank Noord-Nederland - 23 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:8336 - Rechtbank Rotterdam - 9 juli 2025
ECLI:NL:HR:2025:1084 - Coronahuurkorting bij omzetgerelateerde huur: rechter mag vastelastenmethode aanpassen - 4 juli 2025
De rechter heeft de vrijheid om de in de prejudiciële beslissing (ECLI:NL:HR:2021:1974) geformuleerde vastelastenmethode voor coronahuurkorting aan te passen. Bij een deels omzetgerelateerde huur mag de rechter de berekening van het omzetverlies en de huurvermindering afstemmen op de specifieke contractuele huurstructuur.