Artikel 317 (Schriftelijke stuiting verjaring rechtsvorderingen)
1. De verjaring van een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis wordt gestuit door een schriftelijke aanmaning of door een schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt.
2. De verjaring van andere rechtsvorderingen wordt gestuit door een schriftelijke aanmaning, indien deze binnen zes maanden wordt gevolgd door een stuitingshandeling als in het vorige artikel omschreven.
Uitleg in duidelijke taal
1. De verjaring van een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis wordt gestuit door een schriftelijke aanmaning of door een schriftelijke mededeling waarin de schuldeiser zich ondubbelzinnig zijn recht op nakoming voorbehoudt.
Dit lid bepaalt dat de lopende termijn van verjaring van een rechtsvordering die strekt tot nakoming van een verbintenis, wordt onderbroken (gestuit). Dit gebeurt door een schriftelijke aanmaning of door een schriftelijke mededeling. In deze mededeling moet de schuldeiser ondubbelzinnig (op een niet mis te verstane wijze) verklaren dat hij zijn recht op nakoming voorbehoudt.
2. De verjaring van andere rechtsvorderingen wordt gestuit door een schriftelijke aanmaning, indien deze binnen zes maanden wordt gevolgd door een stuitingshandeling als in het vorige artikel omschreven.
Dit lid regelt dat de verjaring van andere rechtsvorderingen (dus niet die tot nakoming van een verbintenis) wordt onderbroken (gestuit) door een schriftelijke aanmaning. Voorwaarde hierbij is dat deze schriftelijke aanmaning binnen zes maanden wordt gevolgd door een stuitingshandeling zoals omschreven in het vorige artikel.