Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 5. Bezit en houderschap
Artikel 107

Artikel 107 (Definities bezit en houderschap)

Laatste versie

1. Bezit is het houden van een goed voor zichzelf.

2. Bezit is onmiddellijk, wanneer iemand bezit zonder dat een ander het goed voor hem houdt.

3. Bezit is middellijk, wanneer iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt.

4. Houderschap is op overeenkomstige wijze onmiddellijk of middellijk.

Uitleg in duidelijke taal

1. Bezit is het houden van een goed voor zichzelf.

Dit artikel definieert bezit als de situatie waarin iemand een goed voor zichzelf houdt.

2. Bezit is onmiddellijk, wanneer iemand bezit zonder dat een ander het goed voor hem houdt.

Volgens dit lid is bezit onmiddellijk als de bezitter het goed zelf houdt, zonder dat een ander het goed voor hem houdt.

3. Bezit is middellijk, wanneer iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt.

Dit lid stelt dat bezit middellijk is wanneer iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt.

4. Houderschap is op overeenkomstige wijze onmiddellijk of middellijk.

Dit lid bepaalt dat houderschap op overeenkomstige wijze onmiddellijk of middellijk is, vergelijkbaar met de definities voor bezit.