Artikel 8:58 (Termijn indienen nadere stukken zitting)
1. Tot tien dagen voor de zitting kunnen partijen nadere stukken indienen.
2. Op deze bevoegdheid worden partijen in de uitnodiging, bedoeld in artikel 8:56, gewezen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Tot tien dagen voor de zitting kunnen partijen nadere stukken indienen.
Dit lid bepaalt dat partijen de mogelijkheid hebben om tot tien dagen vóór de geplande zitting aanvullende documenten, oftewel nadere stukken, in te dienen.
2. Op deze bevoegdheid worden partijen in de uitnodiging, bedoeld in artikel 8:56, gewezen.
Dit lid stelt dat partijen geïnformeerd moeten worden over deze bevoegdheid (het kunnen indienen van nadere stukken) in de uitnodiging voor de zitting, welke uitnodiging wordt genoemd in artikel 8:56.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:RBDHA:2025:16551 - Rechtbank Den Haag - 5 september 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:15085 - Rechtbank Den Haag - 14 augustus 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:3610 - Rechtbank Midden-Nederland - 17 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4350 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 9 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:4351 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 9 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3088 - Raad van State - 9 juli 2025
ECLI:NL:RVS:2025:3076 - Raad van State - 9 juli 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6631 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 7 oktober 2025
ECLI:NL:RVS:2025:4533 - Intrekking Nederlanderschap: Hoge bewijslast minister bij toepassing artikel 1F Vluchtelingenverdrag - 24 september 2025
De minister moet bij intrekking van het Nederlanderschap wegens vermoedelijke betrokkenheid bij genocide voldoen aan een hoge bewijslast. Als een ambtsbericht tekortkomingen en onjuistheden bevat, mag de minister dit niet zonder nader onderzoek als basis voor het besluit gebruiken, aldus de Raad van State.