Terug naar bibliotheek
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11409 - Rechtbank Rotterdam - 19 september 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBROT:2025:1140919 september 2025

Rechtsgebieden

Uitspraak inhoud

locatie Rotterdam

zaaknummer: 11760124 CV EXPL 25-14074

datum uitspraak: 19 september 2025

Vonnis van de kantonrechter

in de zaak van

RAI Amsterdam B.V., vestigingsplaats: Amsterdam, eiseres, gemachtigde: CollactiveBMK Incasso B.V.,

tegen

GS Furn B.V., vestigingsplaats: Ouddorp, gedaagde, vertegenwoordigd door: [persoon A] .

De partijen worden hierna ‘RAI Amsterdam’ en ‘GS Furn’ genoemd.

1 De procedure

1.1. Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:

2 De beoordeling

Wat is de kern van de zaak?

2.1. GS Furn heeft zich bij RAI Amsterdam ingeschreven voor deelname aan horecavakbeurs Horecava 2023 en heeft een standruimte op die beurs gehuurd. RAI Amsterdam heeft daarvoor een factuur aan GS Furn gestuurd, die GS Furn niet volledig heeft voldaan. Daarom eist RAI Amsterdam dat GS Furn wordt veroordeeld € 5.104,85, met rente en buitengerechtelijke incassokosten, aan haar te betalen.

2.2. GS Furn heeft op de eis van RAI gereageerd en heeft aangevoerd dat zij in de problemen is gekomen doordat er vanwege een andere probleem beslag was gelegd op heer bankrekeningen. Volgens GS Furn is het beslag eind 2024 geëindigd, maar kost het tijd voordat zij alles weer kan betalen. GS Furn maakt er bezwaar tegen dat RAI Amsterdam vanaf het moment van het conflict al rente heeft berekend.

2.3. De kantonrechter wijst de eis van RAI Amsterdam grotendeels toe, maar matigt wel de buitengerechtelijke incassokosten. Hierna wordt uitgelegd waarom.

GS Furn moet € 5.104,85 aan RAI Amsterdam betalen

2.4. GS Furn heeft niet betwist dat zij de factuur van 3 januari 2023 van € 7.604,85 inclusief btw aan RAI Amsterdam moest betalen en dat zij van die factuur nog een bedrag van € 5.104,85 onbetaald heeft gelaten. Dat GS Furn in financiële problemen is geraakt doordat er beslag was gelegd op haar bankrekeningen is een omstandigheid die – hoe vervelend ook voor GS Furn – voor haar eigen rekening en risico komt. Dat ontslaat haar niet van de verplichting om de factuur van RAI Amsterdam te betalen. Daarom wordt GS Furn veroordeeld het restantbedrag van € 5.104,85 aan RAI Amsterdam te betalen.

GS Furn moet € 630,24 aan buitengerechtelijke incassokosten betalen

2.5. Voldoende gebleken is dat RAI Amsterdam buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht. GS Furn heeft dat ook niet betwist. Als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt € 630,24 toegewezen. Dit is het bedrag waarop RAI Amsterdam recht heeft volgens het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. RAI Amsterdam heeft niet gesteld dat partijen een hoger bedrag hebben afgesproken.

GS Furn moet de wettelijke handelsrente betalen

2.6. Vast staat dat GS Furn de factuur van 3 januari 2023 niet uiterlijk op de in de factuur genoemde vervaldatum heeft betaald. GS Furn is daarmee per 24 januari 2023 in verzuim geraakt (artikel 6:83 aanhef en onder a BW). Anders dan GS Furn heeft aangevoerd maakt RAI Amsterdam dan ook terecht aanspraak op de rente vanaf 24 januari 2023. GS Furn heeft verder ook niet uitgelegd waarom RAI Amsterdam geen recht op rente zou hebben vanaf de laatstgenoemde datum.

2.7. Omdat hier sprake is van een handelstransactie tussen twee rechtspersonen is GS Furn de wettelijke handelsrente in de zin van artikel 6:119a BW verschuldigd over het achterstallige factuurbedrag. De wettelijke handelsrente tot de dag van dagvaarding van € 1.887,06 is door GS Furn niet betwist en wordt daarom toegewezen. Dat geldt ook voor de wettelijke handelsrente over het nog openstaande factuurbedrag vanaf 6 juni 2025.

GS Furn moet de proceskosten betalen

2.8. De proceskosten komen voor rekening van GS Furn, omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die GS Furn aan RAI Amsterdam moet betalen op € 122,35 aan dagvaardingskosten, € 543,- aan griffierecht, € 339,- aan salaris voor de gemachtigde en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 1.139,35. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.

Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad

2.9. Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat RAI Amsterdam dat eist en GS Furn daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3 De beslissing

De kantonrechter:

3.1. veroordeelt GS Furn om aan RAI Amsterdam te betalen € 7.622,15 met de wettelijke handelsrente zoals bedoeld in artikel 119a BW over een bedrag van € 5.104,85 vanaf 6 juni 2025 tot de dag dat volledig is betaald;

3.2. veroordeelt GS Furn in de proceskosten, die aan de kant van RAI Amsterdam worden begroot op € 1.139,35;

3.3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

3.4. wijst al het andere af.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken. 44487