Terug naar bibliotheek
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:10164 - Rechtbank Rotterdam - 28 juli 2025

Uitspraak

ECLI:NL:RBROT:2025:1016428 juli 2025

Uitspraak inhoud

Team straf 2

Parketnummer: 71-067872-24 Datum uitspraak: 28 juli 2025 Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975, ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres 1] , [postcode] [plaats] , raadsman mr. P.T.P. van der Made, advocaat te Rotterdam.

1 Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 7, 9 en 28 juli 2025.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging, waarbij de oorspronkelijke opgave van de feiten als bedoeld in artikel 261, derde lid van het Wetboek van Strafvordering op vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de nader omschreven tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3 Eis officier van justitie

De officieren van justitie mr. C. Goedegebuure en P. Huttenhuis (hierna: de officier van justitie) hebben gevorderd:

4 Waardering van het bewijs

4.1. Bewijswaardering

4.1.1. Standpunt verdediging De verdachte dient vrijgesproken te worden van alle tenlastegelegde feiten.

De verdachte was niet op de hoogte van de in haar woning aangetroffen voorwerpen. Dit vindt steun in de verklaring van [getuige] .

4.1.2. Beoordeling

Inleiding

De strafzaak tegen de verdachte vloeit voort uit het onderzoek 26Nimes. Naar aanleiding van opsporingshandelingen binnen dit onderzoek zijn er op 29 januari 2024 doorzoekingen verricht op verschillende adressen waarbij, onder andere, een raketwerper, (automatische) vuurwapens en munitie, verdovende middelen en grote geldbundels zijn aangetroffen. Ook zijn er telefoons gevonden en is de inhoud van deze telefoons onderzocht.

De verdachte is gedagvaard wegens, kort gezegd, het voorhanden hebben van (een deel van) deze vuurwapens, het aanwezig hebben van verdovende middelen, en het witwassen van een geldbedrag van ongeveer € 219.000,-.

Algemene overwegingen

Doorzoeking [adres 2] Op 29 januari 2024 is de woning op [adres 2] te [plaats] doorzocht. De verdachte stond op die datum op dit adres ingeschreven. Haar dochter, de [medeverdachte] , was op die dag met haar zoontje tijdens de doorzoeking aanwezig. Tijdens de doorzoeking zijn in de slaapkamer van de verdachte onder haar bed 21 vuurwapens, een raketwerper, munitie, patroonhouders en vuurwapenonderdelen gevonden. Op diezelfde plek is ook € 219.555,- aan contanten gevonden. In de kelderbox van deze woning zijn twee persen en twee zakjes wit poeder gevonden. Uit onderzoek van het NFI blijkt dat dit zakjes cocaïne zijn van respectievelijk 100 en 50 gram.

Doorzoeking [adres 3] Op 29 januari 2024 is de woning op [adres 3] te [plaats] doorzocht. De [medeverdachte] stond op die datum op dit adres ingeschreven. Tijdens de doorzoeking zijn in de ouderslaapkamer vijf vuurwapens gevonden. In deze kamer zijn ook twee blokken en een zakje wit poeder gevonden. In de meterkast stond een tas met daarin nog elf blokken. Uit onderzoek van het NFI blijkt dat er in de blokken en in het zakje cocaïne zat. In totaal ging het om afgerond 13 kilo cocaïne.

Stash-locatie Gelet op de wijze van opslag, de hoeveelheid wapens, drugs en geld die zijn aangetroffen, en de samenhang tussen deze voorwerpen binnen de alledaagse criminele context, wordt - met de officier van justitie en de verdediging - geconcludeerd dat de woningen aan [adres 2] en [adres 3] werden gebruikt als stash-locaties. De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden is of de verdachte betrokken was bij deze stash-locaties en, zo ja, wat deze betrokkenheid precies was.

Feit 1 – voorhanden hebben van vuurwapens

De verdachte was op 29 januari 2024 de geregistreerd bewoonster van de woning aan [adres 2] en woonde daar ook feitelijk. De vuurwapens, munitie, vuurwapenonderdelen en de raketwerper zijn verdeeld over verschillende tassen gevonden onder haar bed. Onder het bed lagen ook alledaagse gebruiksvoorwerpen zoals kleding. Het is vaste rechtspraak dat een bewoner, behoudens contra-indicaties, bekend wordt verondersteld met de aanwezigheid van de in diens woning aanwezige goederen en daar ook verantwoordelijk voor kan worden gehouden. Dat geldt des te meer in dit geval, nu de vuurwapens onder het bed van de verdachte zijn gevonden.

Van contra-indicaties is in de onderhavige zaak niet gebleken, mede nu de verdachte zich bij alle vragen over de vindplaats van de wapens en of, en zo ja op welke wijze, andere mensen toegang tot haar woning hadden, op haar zwijgrecht heeft beroepen. De rechtbank houdt de verdachte daarom verantwoordelijk voor de gevonden wapens.

Verklaring [getuige] De verdediging heeft gewezen op de verklaring van [getuige] (hierna: [getuige] ). [getuige] heeft verklaard dat hij de vuurwapens die gevonden zijn in de woningen aan [adres 2] en [adres 3] op verzoek van een ander daar heeft ‘gezet’ en de verdachte hier niet van op de hoogte was. De hiervoor besproken overwegingen maken echter dat reeds vast is komen te staan dat de verdachte wel degelijk betrokken was bij de aangetroffen vuurwapens. De rechtbank hecht daarom geen waarde aan de verklaring van [getuige] op het punt van de wetenschap van de verdachte en gaat op dit punt aan diens verklaring voorbij.

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de conclusie dat de verdachte wetenschap had van en beschikkingsmacht had over de in haar woning aangetroffen vuurwapens, waaronder de raketwerper. Dit betekent dat wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van het voorhanden hebben van de tenlastegelegde vuurwapens, vuurwapenonderdelen en munitie.

Feit 2 – aanwezig hebben verdovende middelen

In de kelderbox van de woning aan [adres 2] is 150 gram cocaïne in een pedaalemmer gevonden. De kelderbox hoort weliswaar bij de woning van de verdachte, maar vaststaat dat meerdere mensen toegang hadden tot deze kelderbox. In combinatie met de vindplaats van de cocaïne concludeert de rechtbank dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat om vast te kunnen stellen dat de verdachte, al dan niet in vereniging met anderen, deze cocaïne voorhanden heeft gehad. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

Feit 3 – witwassen

Tijdens de doorzoeking is in de slaapkamer van de verdachte in totaal € 219.555,- cash geld aangetroffen.

Ook hier geldt het uitgangspunt dat een bewoner, behoudens contra-indicaties, bekend wordt verondersteld met de aanwezigheid van de in diens woning aanwezige goederen en daar ook verantwoordelijk voor kan worden gehouden. Van dergelijke contra-indicaties is ook hier niet gebleken, mede doordat de verdachte zich bij alle vragen op haar zwijgrecht heeft beroepen. Van indicaties dat de verdachte wist dat er geld in de slaapkamer lag is echter wel gebleken, nu het geld op die plek in huis is aangetroffen. De rechtbank houdt haar dan ook verantwoordelijk voor het aangetroffen geld.

De rechtbank stelt voorop dat het voorhanden hebben van grote contante geldbedragen in combinatie met een grote hoeveelheid vuurwapens, een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen oplevert. Van de verdachte mag verlangd worden dat zij over de herkomst van deze geldbedragen een verklaring aflegt. De verdachte heeft echter geen verklaring willen geven over het geld. Er is dus geen concrete, min of meer verifieerbare en op voorhand niet hoogst onwaarschijnlijke verklaring gegeven over de herkomst van het geld. Het gerechtvaardigd vermoeden van witwassen is daardoor niet ontzenuwd, waardoor met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het geld een legale herkomst had. Op basis van het voorgaande concludeert de rechtbank dat de verdachte wist dat het geld van misdrijf afkomstig was.

Aldus heeft zij zich schuldig gemaakt aan het witwassen van het geldbedrag van € 219.555, aangetroffen in de woning aan [adres 2] .

4.2. Bewezenverklaring In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 en 3 tenlastegelegde feiten heeft begaan op die wijze dat:

1.zij op of omstreeks 29 januari 2024 te [plaats] , althans in Nederland,

tezamen en in vereniging met een of meeranderen, althans alleen

(aangetroffen op [adres 2] )

wapen van categorie II, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten

  • een intacte raketwerper bestaande uit een antitankbrisantgranaatraket in bijbehorende

lanceerinrichting, model RPG-18, bijgenaamd ‘Mukha’, [lotnummer] , te weten een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, en/of;

wapens van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten

  • een pistool, van het merk Glock, model 17, kaliber 9x19mm, serienummer onleesbaar

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 336 & 337), en/of;

  • een pistool, van het merk Glock, model 34, kaliber 9x19mm, [serienummer 1]

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 324 & 325), en/of;

  • een pistoolmitrailleur, van het merk CZ, type Scorpion Evo 3S1, kaliber 9x19mm,

[serienummer 2] (proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 332), en/of;

  • een machinegeweer, van het merk Zastava, type M72B1, kaliber 7.62x39mm,

[serienummer 3] en [serienummer 4] (proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 333), en/of;

wapens van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten

  • een pistool, van het merk Glock, model 43X, kaliber 9x19mm, [serienummer 5] ,

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 320), en/of;

  • een revolver, van het merk Amadeo Rossi, kaliber .38 special, ongenummerd (proces-

verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 320 & 321), en/of;

  • een revolver, van het merk Smith & Wesson, model 66-1, .357 magnum, ongenummerd

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 321 & 322), en/of;

  • een pistool, van het merk Glock, model 26, kaliber 9x19mm, [serienummer 6]

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 322 & 323), en/of;

  • een pistool, van het merk Glock, model 26, kaliber 9x19mm, [serienummer 7]

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 323 & 324), en/of;

  • een pistool, van het merk Beretta, model 70, kaliber 7.65br, [serienummer 8]

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 325), en/of;

  • een pistool, van het merk Glock, model 17, kaliber 9x19mm, [serienummer 9]

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 326), en/of;

  • een pistool, van het merk Glock, model 22 Gen 5, scherp schietend kaliber .40,

[serienummer 10] (proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 327), en/of;

  • een pistool, van het merk Beretta, model 70, kaliber 7.65br, [serienummer 11]

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 327 + 328), en/of;

  • een pistool, van het merk Beretta, model 70, kaliber 7.65br, [serienummer 12]

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 328 + 329), en/of;

  • een pistool, van het merk Beretta, model 70, kaliber 7.65br, [serienummer 13]

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 329 + 330), en/of;

  • een semi-automatische karabijn, van het merk Grand Power, model Stribog SP9 A1,

kaliber 9x19mm, [serienummer 14] (proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 331 & 332), en/of;

wapen van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten

  • een aanvalsgeweer, onbekend merk, model AR15, kaliber .410, serienummer onbekend

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 331), en/of;

wapens van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten

  • een pistool, van het merk Grand Power, model P1F Ultra, kaliber 9x19mm, serienummer

onleesbaar (proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 335), en/of;

  • een pistool, van het merk CZ, type P10S, kaliber 9x19mm, [serienummer 15](proces-

verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 335 & 336), en/of;

wapens van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten

  • een aanvalsgeweer, onbekend merk, model AR15, kaliber .410, serienummer onbekend

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 333 & 334), en/of;

  • een aanvalsgeweer, van het merk Cugir, type PM md.65, kaliber 7.62x39mm,

[serienummer 16] (proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 334), en/of; en/of onderdelen van dergelijke vuurwapens (te weten een of meerderedemper(s), lo(o)p(en) en/of eenpatroonhouder(s) en/of munitie van categorie II en/of III voorhanden heeft/hebben gehad;

3. zij op of omstreeks 29 januari 2024 te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meeranderen, althans alleen een groot (contant) geldbedrag ter waarde van € 219.555,- (aangetroffen op [adres 2] ), althans (van) één of meerdere geldbedragen,

  • heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of gebruik

heeft gemaakt, terwijl zij, verdachte, en/of haar mededaders wisten, althans redelijkerwijs moesten vermoeden, dat dat/die geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in haar verdediging geschaad.

5 Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

en handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6 Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7 Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

7.1. Feiten waarop de straf is gebaseerd De verdachte heeft haar woning beschikbaar gesteld als stash-locatie voor (automatische) vuurwapens, munitie, vuurwapenonderdelen, een raketwerper, en grote contante geldbedragen. Zij heeft hiermee hoofdzakelijk het criminele handelen van anderen gefaciliteerd, en er op deze manier aan bijgedragen. Zonder stash-locatie is het immers lastiger om in wapens te handelen. De verdachte heeft ervoor gezorgd dat deze voorwerpen buiten het zicht van justitie bleven.

Het wapenarsenaal dat de verdachte samen met de andere verdachten voorhanden had, vormt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen en leidt tot gevoelens van angst in de maatschappij. Vuurwapens worden in het criminele circuit immers gebruikt om ernstige strafbare feiten mee te begaan, zoals bedreigingen, afpersingen, roofovervallen en levensdelicten. Maar ook tijdens het stashen zelf was er sprake van een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen. De wapens waren opgeslagen in een ruimte waartoe ook kinderen eenvoudig toegang hadden. Gebleken is dat kinderen in huis opgeslagen wapens te pakken kunnen krijgen, daarmee kunnen gaan spelen en dat daarbij dodelijke slachtoffers kunnen vallen.

De raketwerper is bedoeld voor oorlogvoering, waaronder het uitschakelen van bepantserde voertuigen. Doordat de raketwerper geladen was met een antitankbrisantgranaat en de instructies voor het gebruik op de lanceerkoker afgedrukt waren, kon de raketwerper met relatieve eenvoud verschoten worden. Het spreekt voor zich dat het verschieten van deze raketwerper naast materiele schade ook (dodelijk) letsel aan personen in auto’s en/of gebouwen kan opleveren. Het voorhanden hebben van een raketwerper door particulieren is volstrekt onacceptabel.

Het witwassen van uit criminele activiteiten ontvangen gelden heeft een ontwrichtende werking op de integriteit van het economisch verkeer. De verdachte heeft hieraan een bijdrage geleverd.

Het is de rechtbank onduidelijk gebleven waarom de verdachte dit heeft gedaan, zij heeft geen enkele verklaring willen afleggen. Maar vast staat dat zij geen oog heeft gehad voor de hiervoor beschreven belangen. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan.

7.2. Persoonlijke omstandigheden van de verdachte

7.2.1. Strafblad Uit de justitiële documentatie van 24 april 2025 blijkt dat de verdachte niet recent is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.

7.3. Conclusies van de rechtbank Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.

Gelet op de ernst van de feiten, in het licht van hetgeen hiervoor reeds is overwogen, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Zoals hiervoor overwogen acht de rechtbank de bewezenverklaarde feiten zeer ernstig. Desondanks vindt de rechtbank de strafeis te hoog. De rechtbank komt dus uit op een lagere straf dan het openbaar ministerie heeft geëist.

Met inachtneming van de rol van de verdachte in het geheel ziet de rechtbank daarnaast reden om een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen. Het voorwaardelijke strafdeel moet herhaling voorkomen.

Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren waarvan twee jaren voorwaardelijk en daaraan verbonden een proeftijd voor de duur van twee jaren, alsmede de hieronder te bespreken verbeurdverklaringen, passend en geboden.

8 In beslag genomen voorwerpen

8.1. Standpunt officier van justitie De officier van justitie heeft als volgt gevorderd:

Verbeurdverklaring

Onttrekking aan het verkeer

8.2. Beoordeling De bewezenverklaarde feiten zijn met betrekking tot de volgende in beslag genomen voorwerpen begaan en zullen om die reden verbeurd worden verklaard:

Het ongecontroleerde bezit van de volgende in beslag genomen voorwerpen is in strijd met het algemeen belang en deze voorwerpen zullen daarom onttrokken worden aan het verkeer:

9 Kostenmaatregel

Artikel 56a van de Wet wapens en munitie maakt het mogelijk om de kosten die de Staat moet maken voor de vernietiging van vuurwapens en toebehoren te verhalen op degene die wordt veroordeeld voor een strafbaar feit dat in verband staat met die voorwerpen.

Het dossier bevat een rapport maatregel kostenverhaal waarin de kosten van de inzet van het personeel, het transport en de vernietiging van de in de onderhavige zaak in beslag genomen vuurwapens en munitie wordt vastgesteld op € 5.393,-. De officier van justitie heeft gevorderd dat dit bedrag hoofdelijk wordt verhaald op de verdachte en de medeverdachten.

De rechtbank overweegt dat de kosten in het proces-verbaal voldoende concreet onderbouwd zijn en dat de kosten die gevorderd worden ook de kosten zijn die hiervoor, blijkens de bedoeling van de wetgever, in aanmerking komen. De vuurwapens en munitie zijn ook daadwerkelijk vernietigd. Hiermee is aan de vereisten voor oplegging van de maatregel kostenverhaal in beginsel voldaan.

Zoals overwogen heeft de verdachte een stash-locatie voor de wapens beschikbaar gesteld. Uit de Memorie van Toelichting volgt dat het met name de bedoeling van de wetgever is geweest om veroordeelden te raken die de vuurwapens op de markt brengen. De verdachte heeft de wapens niet op de markt gebracht en valt daarmee buiten het bereik van deze maatregel.

De rechtbank zal aan de verdachte niet de gevorderde kostenmaatregel opleggen.

10 Voorlopige hechtenis

De voorlopige hechtenis van de verdachte is op 3 april 2024 door de raadkamer gevangenhouding geschorst onder voorwaarden. Ten grondslag aan dit voorarrest ligt de recidivegrond. Mede gelet op het voor het overige blanco strafblad en het gegeven dat de verdachte tijdens haar schorsing niet opnieuw met justitie in aanraking is gekomen, is deze grond niet meer van toepassing. De rechtbank zal daarom ambtshalve de voorlopige hechtenis van de verdachte opheffen.

11 Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36d, 47, 55, 57 en 420bis en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

12 Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

13 Beslissing

De rechtbank:

verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;

verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 3 tenlastegelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren; bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 2 jaren, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;

verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaren;

tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;

stelt als algemene voorwaarde:

  • de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht; beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:verklaart verbeurd:

verklaart onttrokken aan het verkeer:

wijst af het opleggen van een kostenmaatregel;

heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.

Dit vonnis is gewezen door mr. drs. K.Th. van Barneveld, voorzitter, en mrs. W.M. Stolk en J. van de Klashorst, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Westhof, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 28 juli 2025. Bijlage I

Tekst nader omschreven tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat

1. zij op of omstreeks 29 januari 2024 te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (aangetroffen op [adres 2] ) wapen van categorie II, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten

  • een intacte raketwerper bestaande uit een antitankbrisantgranaatraket in bijbehorende

lanceerinrichting, model RPG-18, bijgenaamd ‘Mukha’, [lotnummer] , te weten een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, en/of; wapens van categorie II, onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten

  • een pistool, van het merk Glock, model 17, kaliber 9x19mm, serienummer onleesbaar

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 336 & 337), en/of;

  • een pistool, van het merk Glock, model 34, kaliber 9x19mm, [serienummer 1]

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 324 & 325), en/of;

  • een pistoolmitrailleur, van het merk CZ, type Scorpion Evo 3S1, kaliber 9x19mm,

[serienummer 2] (proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 332), en/of;

  • een machinegeweer, van het merk Zastava, type M72B1, kaliber 7.62x39mm,

[serienummer 3] en [serienummer 4] (proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 333), en/of; wapens van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten

  • een pistool, van het merk Glock, model 43X, kaliber 9x19mm, [serienummer 5] ,

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 320), en/of;

  • een revolver, van het merk Amadeo Rossi, kaliber .38 special, ongenummerd (proces-

verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 320 & 321), en/of;

  • een revolver, van het merk Smith & Wesson, model 66-1, .357 magnum, ongenummerd

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 321 & 322), en/of;

  • een pistool, van het merk Glock, model 26, kaliber 9x19mm, [serienummer 6]

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 322 & 323), en/of;

  • een pistool, van het merk Glock, model 26, kaliber 9x19mm, [serienummer 7]

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 323 & 324), en/of;

  • een pistool, van het merk Beretta, model 70, kaliber 7.65br, [serienummer 8]

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 325), en/of;

  • een pistool, van het merk Glock, model 17, kaliber 9x19mm, [serienummer 9]

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 326), en/of;

  • een pistool, van het merk Glock, model 22 Gen 5, scherp schietend kaliber .40,

[serienummer 10] (proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 327), en/of;

  • een pistool, van het merk Beretta, model 70, kaliber 7.65br, [serienummer 11]

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 327 + 328), en/of;

  • een pistool, van het merk Beretta, model 70, kaliber 7.65br, [serienummer 12]

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 328 + 329), en/of;

  • een pistool, van het merk Beretta, model 70, kaliber 7.65br, [serienummer 13]

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 329 + 330), en/of;

  • een semi-automatische karabijn, van het merk Grand Power, model Stribog SP9 A1,

kaliber 9x19mm, [serienummer 14] (proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 331 & 332), en/of;

  • een aanvalsgeweer, onbekend merk, model AR15, kaliber .410, serienummer onbekend

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 331), en/of;

  • een pistool, van het merk Grand Power, model P1F Ultra, kaliber 9x19mm, serienummer

onleesbaar (proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 335), en/of;

  • een pistool, van het merk CZ, type P10S, kaliber 9x19mm, [serienummer 15] (proces-

verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 335 & 336), en/of;

  • een aanvalsgeweer, onbekend merk, model AR15, kaliber .410, serienummer onbekend

(proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 333 & 334), en/of;

  • een aanvalsgeweer, van het merk Cugir, type PM md.65, kaliber 7.62x39mm,

[serienummer 16] (proces-verbaal-Onderzoek vuurwapens en munitie [adres 2] te [plaats] , [proces-verbaalnummer] , zaaksdossier vuurwapens, p. 334), en/of; en/of onderdelen van dergelijke vuurwapens (te weten een of meerdere demper(s), lo(o)p(en) en/of een patroonhouder(s)) en/of munitie van categorie II en/of III voorhanden heeft/hebben gehad;

2. zij op of omstreeks 29 januari 2024 te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad

  • 2 kilogram (blokken) cocaïne (aangetroffen op [adres 2] ),

in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

3. zij op of omstreeks 29 januari 2024 te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen een groot (contant) geldbedrag ter waarde van € 219.555,- (aangetroffen op [adres 2] ), althans (van) één of meerdere geldbedragen,

  • heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of gebruik

heeft gemaakt, terwijl zij, verdachte, en/of haar mededaders wisten, althans redelijkerwijs moesten vermoeden, dat dat/die geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.