Uitspraak inhoud

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Leeuwarden

parketnummer 18.215689.23

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 9 oktober 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 17 en 18 september 2025.. Verdachte is op beide dagen verschenen, bijgestaan door mr. B.P.M. Canoy, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. G. Wilbrink. Het onderzoek is gesloten ter terechtzitting van 25 september 2025.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, - kort gezegd - ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan:

  1. primair mensenhandel in vereniging door middel van seksuele uitbuiting ten aanzien

van [slachtoffer 1] in de periode van 1 maart 2023 tot en met 31 mei 2023, te Leeuwarden, in elk geval in Nederland subsidiair medeplichtigheid aan het primaire feit

  1. primair mensenhandel in vereniging door middel van seksuele uitbuiting ten aanzien

van [slachtoffer 2] in de periode van 1 mei 2023 tot en met 31 oktober 2023, te Drachten, in elk geval in Nederland subsidiair uitlokking van het primaire feit meer subsidiair medeplichtigheid aan het primaire feit

  1. medeplegen van mensensmokkel uit winstbejag ten aanzien van [slachtoffer 1]

  2. medeplegen van mensensmokkel uit winstbejag ten aanzien van [slachtoffer 2]

De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in de bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

Inleiding

In de periode van maart 2023 tot en met 30 januari 2024 werden door de politie Noord-Nederland prostitutiecontroles gedaan in diverse woningen in Friesland naar aanleiding van seksadvertenties met signalen van mensenhandel. In de betreffende woningen, waaronder in de woning van verdachte, werden [nationaliteit] prostituees aangetroffen. Uit het politieonderzoek volgt dat verschillende Chinese en Belgische personen zich bezighielden met de prostitutie van deze dames. De politie heeft het onderzoek afgebakend en gericht op een (mogelijk) lokaal netwerk in Noord-Nederland. Het openbaar ministerie heeft vervolgens verdachte en vier medeverdachten (te weten medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] ) gedagvaard wegens (het spelen van een rol bij) de seksuele uitbuiting en mensensmokkel van een of meer van de aangetroffen [nationaliteit] prostituees.

De rechtbank zal hieronder eerst - kort samengevat - de standpunten van de officier van justitie en de verdediging weergeven. Daarna volgen algemene overwegingen met betrekking tot mensenhandel en mensensmokkel, overwegingen met betrekking tot de rol van verdachte hierbij en het oordeel van de rechtbank.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 en feit 4.

De officier van justitie heeft er met betrekking tot feit 1 en 2 in algemene zin op gewezen dat de verschillende verdachten in het onderzoek met elkaar communiceerden over de verhuur van woningen voor prostitutie. Er was sprake van huisvesten van prostituees waarbij is geprofiteerd van inkomsten uit sekswerk met het oogmerk van uitbuiting, waarbij gebruik werd gemaakt van de dwangmiddelen misbruik van een kwetsbare positie en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht.

De officier van justitie heeft voorts verwezen naar stukken in het dossier waaruit onder meer kan worden afgeleid dat verdachte hier financieel voordeel van het huisvesten van [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) en [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) uit heeft behaald.

Standpunt van de verdediging De raadsman heeft betoogd dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van de feiten 1, 2, 3 en 4.

Met betrekking tot feiten 1 en 2 heeft de raadsman het volgende aangevoerd. Niet is gebleken dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] seksueel zijn uitgebuit. Van dwangmiddelen is niet gebleken. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben niet verklaard over dwang en het enkele feit dat ze de taal niet spreken maakt niet dat sprake was van onvrijwilligheid.

Met betrekking tot de feiten 3 en 4 heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte er geen rekening mee hoefde te houden dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] illegaal in Nederland waren.

Oordeel van de rechtbank

Juridisch kader mensenhandel Mensenhandel is strafbaar gesteld in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Dit artikel staat in titel XVIII, de titel die ziet op de misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid. Uit de wetsgeschiedenis en de jurisprudentie over dit wetsartikel volgt dat mensenhandel is gericht op uitbuiting. Uitbuiting moet daarbij beperkt worden uitgelegd. Het belang van het individu staat voorop; dat belang is het behoud van zijn of haar lichamelijke of geestelijke integriteit en vrijheid. De in artikel 273f Sr verboden gedragingen beïnvloeden de wil, waaronder is begrepen de keuzemogelijkheid van het slachtoffer, in die zin dat zij leiden tot het ontbreken van vrijwilligheid, waartoe ook behoort het ontbreken of de vermindering van de mogelijkheid een bewuste keuze te maken. Dit gebrek aan een vrije keuze komt nader tot uitdrukking in de verschillende bestanddelen die deel uitmaken van artikel 273f Sr.

De opbouw van de (aan verdachte ten laste gelegde) sub-onderdelen van artikel 273f Sr is als volgt. Er is telkens een gedraging (bij sub 1 o.a. huisvesten, bij sub 4 het dwingen/bewegen zich beschikbaar stellen voor het verrichten van arbeid of diensten, bij sub 6 en 9 voordeel trekken) beschreven. In het geval van sub 1, 4 en 6 is vereist dat verdachte daarbij gebruik heeft gemaakt van een dwangmiddel (dwang, (dreiging met) geweld, (dreiging met) een andere feitelijkheid, afpersing, fraude, misleiding, misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of misbruik van een kwetsbare positie). Er dient een causaal verband te bestaan tussen het gebruik van het dwangmiddel en de gedraging. Ten aanzien

van alle ten laste gelegde sub-onderdelen geldt dat sprake dient te zijn van (oogmerk van) uitbuiting.

De vraag of - en zo ja, wanneer - sprake is van 'uitbuiting' in de zin van de artikel 273f, eerste lid, Sr is niet in algemene termen te beantwoorden, maar sterk verweven met de omstandigheden van het geval. Bij de beantwoording van die vraag komt onder meer betekenis toe aan de aard en duur van de tewerkstelling of de te verrichten activiteit, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt en het economisch voordeel dat daarmee door de verdachte wordt behaald. 1 De rechtbank ziet deze elementen als communicerende vaten: een beperkt gewicht van de ene factor kan worden gecompenseerd door een groter gewicht van de andere factoren. In het geval van prostitutiewerkzaamheden zal er - gelet op de aard van het werk en de forse inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer - in het geval van gebruik van enig dwangmiddel en enig financieel gewin bij de verdachte al snel sprake zijn van uitbuiting.

Uitbuiting veronderstelt altijd een zekere mate van onvrijwilligheid of onderwerping van degene die wordt uitgebuit. Instemming van het slachtoffer met de beoogde of bestaande uitbuiting is niet relevant indien één van de in artikel 273f Sr genoemde dwangmiddelen is gebruikt.

Ten aanzien van het dwangmiddel misbruik van een kwetsbare positie overweegt de rechtbank dat een kwetsbare positie onder andere het gevolg kan zijn van illegale binnenkomst of illegaal verblijf, ongedocumenteerde status, verslaving of een psychische of lichamelijke handicap. Ten aanzien van het dwangmiddel misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht overweegt de rechtbank dat dit veelal uit de omstandigheden kan worden afgeleid.

Voor een bewezenverklaring van (een van) de misbruik-dwangmiddelen is vereist dat een verdachte zich ook daadwerkelijk bewust was van de relevante feitelijke omstandigheden waaruit de kwetsbare positie of het overwicht voortvloeit, dan wel verondersteld moet worden voort te vloeien, in die zin dat voorwaardelijk opzet ten aanzien van die omstandigheden bij hem aanwezig moet zijn.

Vaststelling van de feiten

De rechtbank stelt de volgende feiten en omstandigheden vast.2 Naar aanleiding van een seksadvertentie met signalen van mensenhandel heeft de politie een afspraak gemaakt met prostituée “ [werknaam slachtoffer 1] ”, naar later bleek [slachtoffer 1] . Hierbij werd het adres [adres] in Leeuwarden opgegeven. Tijdens de afspraak op 11 mei 2023 trof de politie op het genoemde adres zowel [slachtoffer 1] als verdachte aan. [slachtoffer 1] is afkomstig uit [nationaliteit] . Ze sprak amper een paar woorden Engels. Ze gaf aan dat de seksadvertentie van een vriendin was en dat deze vriendin de woning had geregeld. De vriendin had betaald voor de woning aan de man die daar aanwezig was (de rechtbank begrijpt: verdachte).3

In de telefoon van [slachtoffer 1] zijn chatgesprekken aangetroffen, onder andere met het telefoonnummer van verdachte. Vanaf de telefoon van verdachte is een foto van een man voor een portiek aan [slachtoffer 1] verzonden, waarbij wordt aangegeven “Somebody for you”.3

Verdachte heeft verklaard dat hij in de ten laste gelegde periode verslaafd was aan drugs. Toen hij geen geld had om een dealer te betalen, stelde de dealer voor om een vrouw in zijn woning onder te brengen. Verdachte stemde hiermee in. Vervolgens werd [werknaam slachtoffer 1] (de rechtbank begrijpt:

[slachtoffer 1] ) gebracht door een man en een vrouw in een auto met Belgisch kenteken. Verdachte werd gevraagd om [slachtoffer 1] te beschermen. [slachtoffer 1] verrichtte prostitutiewerk in de woning. Verdachte ontving meerdere keren 400,- van de dealer die hem had voorgesteld om de vrouw in de woning te nemen.4

Medeverdachte [medeverdachte 3] , eveneens een drugsverslaafde, is een bekende van verdachte. [medeverdachte 3] had ruimte in zijn woning en verdachte heeft geregeld dat er ook iemand naar hem zou gaan.4

In de telefoon van [medeverdachte 3] zijn sms-berichten aangetroffen van verdachte. Op 23 mei 2023 stuurde verdachte aan [medeverdachte 3] : “ [verdachte] hier ik heb wat moois voor je geld veel elke week is het interessant voor je” en “je hoeft er ook niks voor te doen alleen akkoord geven en je hand ophouden elke week contant”. Op 24 mei 2023 stuurde verdachte aan [medeverdachte 3] “Jonge ik heb de fotos door gezet naar mijn contact ik hoor vandaag of morgen wanneer die dame gaat beginnen jij hoort het meteen van mij wand dan kom ik ook al zij komt en betaal ik je gelijk 375 voor de hele week groeten je hoort mij in de loopt van de dag mij". Op 27 mei 2023 stuurde verdachte aan [medeverdachte 3] “Morgen overdag 1 uur kom ik even bij je moest vandaag allemaal dingen regelen voor die Dames en me baas”.5

Op 3 oktober 2023 hield de politie een prostitutiecontrole op het adres [adres] in Drachten, waar [medeverdachte 3] woont. Op dit adres had de politie een seksafspraak gemaakt via een advertentie op [website] van een dame met de werknaam “ [werknaam slachtoffer 2] ”. Deze advertentie bevatte signalen van mensenhandel zoals extreme seksuele handelingen en onveilige seks. In de woning trof de politie zowel [slachtoffer 2] als [medeverdachte 3] aan. [slachtoffer 2] is een [nationaliteit] vrouw die geen Nederlands of Engels bleek te spreken of verstaan. [slachtoffer 2] verklaarde dat zij in de illegale prostitutie werkzaam is, dat zij schulden heeft bij een [nationaliteit] criminele organisatie en dat een vriend in Spanje genaamd [vriend slachtoffer 2] haar helpt met advertenties, klanten en woningen. Ze heeft de eigenaar van de woning, die tijdens de controle ook in de woning aanwezig was (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3] ) 700,- gegeven als huur voor zeven dagen. 6

[medeverdachte 3] verklaarde dat de op 3 oktober 2023 in zijn woning aangetroffen vrouw, [slachtoffer 2] , niet de eerste [nationaliteit] vrouw was die in zijn woning heeft verbleven. Verdachte was bij hem gekomen met het idee om iemand te laten logeren, waarbij de bedoeling “prostitutie” was. Vervolgens werd de eerste vrouw gebracht door [nationaliteit] mensen. Een van hen was de chef; zij betaalde [medeverdachte 3] 700,- voor een verblijf in de woning van een of twee weken. Verdachte had telefonisch contact met de mensen die de [nationaliteit] vrouw brachten en was in de woning aanwezig toen zij werd gebracht. [slachtoffer 2] is een tijd later in de woning van [medeverdachte 3] gekomen. Zij was er ineens. [medeverdachte 3] heeft over haar (komst) geen contact gehad met verdachte en denkt dat ze de sleutel had gekregen van een andere [nationaliteit] vrouw. [medeverdachte 3] kreeg 700,- van [slachtoffer 2] . Van dit geld heeft verdachte niets gekregen.7

Beoordeling van de feiten met betrekking tot [slachtoffer 1] (feit 1 en 3)

De verdediging stelt zich op het standpunt dat geen gebruik is gemaakt van dwangmiddelen en dat [slachtoffer 1] (dus) niet is uitgebuit. De rechtbank deelt dit standpunt niet.

[slachtoffer 1] is afkomstig uit [nationaliteit] , sprak amper een paar woorden Engels en sprak - zo veronderstelt de rechtbank - geen Nederlands. [slachtoffer 1] had geen Nederlandse verblijfsvergunning. Zij mocht hier dus niet verblijven of werken en was dus illegaal in Nederland. Naar mag worden verondersteld had zij evenmin een sociaal netwerk of vangnet in Nederland. Om te kunnen voorzien in haar onderhoud was zij dus volledig afhankelijk van degenen die haar in staat stelden het prostitutiewerk te doen. Dat zij in een kwetsbare positie verkeerde en geenszins verkeerde in een vergelijkbare positie als een mondige Nederlandse prostituee staat voor de rechtbank dan ook vast. De rechtbank acht gebruik van de dwangmiddelen van misbruik van een kwetsbare positie en misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht daarom bewezen. Niet is gebleken dat gebruik is gemaakt van één van de andere dwangmiddelen.

Zoals overwogen onder het juridische kader is in het geval van prostitutiewerkzaamheden onder gebruik van enig dwangmiddel en met enig financieel gewin bij de verdachte al snel sprake van uitbuiting.

Nu verdachte wist van de omstandigheden waaruit de kwetsbare positie van [slachtoffer 1] en het overwicht van anderen op [slachtoffer 1] voortvloeide, verdachte [slachtoffer 1] heeft gehuisvest zodat zij prostitutiewerk zou gaan doen en hier financieel van heeft geprofiteerd, acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de seksuele uitbuiting van [slachtoffer 1] .

Er was naar het oordeel van de rechtbank sprake van plegen in vereniging, nu anderen zorgden voor het vervoer, de seksadvertentie en seksafspraken van [slachtoffer 1] , en verdachte contact onderhield met die ander(en) en blijkens de verklaring van Huang3 ook via een van die anderen betaald kreeg voor de huisvesting van [slachtoffer 1] . Daarbij weegt de rechtbank ook mee dat verdachte een wezenlijke materiele bijdrage heeft geleverd aan het bestaan van het illegale prostitutienetwerk, omdat hij naast het voorgaande ook andere(n) heeft benaderd om vrouwen in hun woning te huisvesten. De rechtbank acht feit 1, mensenhandel gepleegd ten opzicht van [slachtoffer 1] , dan ook wettig en overtuigend bewezen.

Met betrekking tot feit 2, mensensmokkel gepleegd ten aanzien van [slachtoffer 1] , is de rechtbank onder verwijzing naar de hiervoor opgenomen overwegingen en bewijsmiddelen zoals opgenomen in de voetnoten 3 en 4 van oordeel dat vast is komen te staan dat verdachte [slachtoffer 1] uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het verschaffen van verblijf, terwijl hij ernstige redenen had te vermoeden dat haar verblijf wederechtelijk was. Verdachte wist immers dat [slachtoffer 1] een [nationaliteit] was en dat zij in de illegale prostitutie werkte. De rechtbank acht de onder 2 ten laste gelegde mensensmokkel dan ook bewezen. Nu niet is gebleken van een nauwe en bewuste samenwerking met een ander, acht de rechtbank medeplegen van dit feit niet bewezen.

Beoordeling van de feiten met betrekking tot [slachtoffer 2] (feit 2 en 4) De rechtbank constateert dat [slachtoffer 2] op 3 oktober 2023 is aangetroffen in de woning van [medeverdachte 3] . Hoewel verdachte - zowel blijkens zijn eigen verklaring als blijkens die van [medeverdachte 3] - degene was die ervoor heeft gezorgd dat [medeverdachte 3] in mei 2023 begon met het huisvesten van [nationaliteit] prostituees, blijkt niet dat verdachte vier maanden later ook betrokken was bij het huisvesten van [slachtoffer 2] . Verdachte heeft verklaard dat hij na het huisvesten van de eerste [nationaliteit] vrouw bij [medeverdachte 3] meende dat “de stekker eruit werd getrokken” en dat hij later pas hoorde dat [medeverdachte 3] op eigen houtje was doorgegaan. [medeverdachte 3] heeft met betrekking tot [slachtoffer 2] verklaard dat zij opeens in zijn woning was; over enig aandeel van

verdachte hierin heeft hij, noch [slachtoffer 2] , verklaard.

Gelet op het voorgaande acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte enige rol heeft gespeeld in de (mogelijke) seksuele uitbuiting en mensensmokkel van [slachtoffer 2] en zal verdachte dan ook vrijspreken van deze feiten.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht feiten 1 en 3 wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:

hij in de periode van 1 maart 2023 tot en met 31 mei 2023, op het adres [adres] te Leeuwarden, tezamen en in vereniging met een of meerdere andere mededaders, (A) een ander, te weten mevrouw [slachtoffer 1] , met de werknaam “ [werknaam slachtoffer 1] ”, telkens

haar seksuele handelingen met een derde, (sub 9) en (B) telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van een ander, te weten mevrouw [slachtoffer 1] , met de werknaam “ [werknaam slachtoffer 1] ”, (sub 6) immers hebben hij, verdachte, en zijn mededader(s):

aldus terwijl die [slachtoffer 1] zich in een kwetsbare positie bevond en van verdachte en zijn mededaders afhankelijk was, waaraan die [slachtoffer 1] zich niet heeft kunnen onttrekken en ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] geen weerstand aan verdachte en zijn mededaders heeft kunnen bieden;

hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2023 tot en met 31 mei 2023, op het adres [adres] te Leeuwarden, een ander, te weten mevrouw [slachtoffer 1] , uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, immers heeft hij, verdachte: die [slachtoffer 1] in een kamer van de woning van verdachte op het adres [adres] te Leeuwarden ondergebracht en een kamer in die woning ten behoeve van verblijf en het verrichten van prostitutiewerkzaamheden aan die [slachtoffer 1] verhuurd, terwijl hij, verdachte, ernstige redenen had te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was.

Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op de eendaadse samenloop van:

  1. primair Mensenhandel, gepleegd in vereniging, meermalen gepleegd;

  2. Mensensmokkel.

Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten. Strafbaarheid van verdachte De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 primair, 2 primair, 3 en 4 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden.

Standpunt van de verdediging De raadsman heeft gepleit voor oplegging van ten hoogste een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest, wat eventueel kan worden aangevuld met een voorwaardelijk deel of met een taakstraf. De raadsman heeft erop gewezen dat verdachte na een jarenlange drugsverslaving is afgekickt en dat hij Leeuwarden achter zich heeft gelaten. Verdachte woont nu bij zijn moeder in Ter Apel en heeft zeven dagen in de week dagbesteding. Als verdachte terug naar de gevangenis zou moeten, raakt hij alles mogelijk kwijt.

Oordeel van de rechtbank Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de reclasseringsrapportages van o.a. 4 maart 2025, het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 7 september 2024, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.

De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van mensenhandel in vereniging en aan mensensmokkel. Verdachte heeft zijn woning beschikbaar gesteld aan een [nationaliteit] vrouw, zodat zij in die woning illegaal prostitutiewerk kon doen. De vrouw was illegaal in Nederland en sprak geen Nederlands en Engels. Verdachte heeft door het huisvesten van de vrouw haar seksuele uitbuiting mede mogelijk gemaakt en heeft hier financieel van geprofiteerd.

Dit zijn ernstige strafbare feiten. Mensenhandel waarbij het slachtoffer in de prostitutie wordt gebracht, is een vergaande vorm van uitbuiting waarbij de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer ondergeschikt worden gemaakt aan de zucht naar geldelijk gewin van de uitbuiter. De psychische gevolgen van dergelijke uitbuiting kunnen voor een slachtoffer, zo is algemeen bekend, groot zijn.

Bij de bepaling van de hoogte van gevangenisstraf neemt de rechtbank met betrekking tot de mensenhandel in acht dat zij - in tegenstelling tot de officier van justitie - uitgaat van seksuele uitbuiting en mensensmokkel ten opzichte van één vrouw in plaats van twee.

De LOVS-oriëntatiepunten voor de straftoemeting gaan bij een bewezenverklaring van seksuele uitbuiting van één slachtoffer uit van een korte onvoorwaardelijke gevangenisstraf of een taakstraf wanneer sprake is van een categorie I zaak, wat naar het oordeel van de rechtbank het geval is. Voor mensensmokkel in de zin van het verschaffen van verblijf zijn geen oriëntatiepunten.

Gelet op de grote rol die verdachte heeft gespeeld in de seksuele uitbuiting van de [nationaliteit] vrouw en het profijt dat hij ervan heeft gehad, acht de rechtbank een maandenlange gevangenisstraf aan de orde. De rechtbank constateert tegelijkertijd dat het erop lijkt dat verdachte, bepaald geen onbekende van de rechtbank, na jarenlange verslavingsproblematiek geen drugs meer gebruikt en zijn leven een andere wending heeft gegeven. Zowel in het belang van verdachte als van de maatschappij hecht de rechtbank eraan dat deze positieve ontwikkeling niet wordt tenietgedaan door het uitzitten van een gevangenisstraf met alle mogelijke gevolgen van dien. De rechtbank ziet hierin, alsmede in het tijdsverloop, reden om het

onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf te beperken tot de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, te weten bijna zes maanden (174 dagen), en daarnaast drie maanden (90 dagen) gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 55, 58, 63, 197a en 273f van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 2 en 4 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.

Verklaart het onder 1 primair en 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.

Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.

Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 264 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 90 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.

Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Maring, voorzitter, mr. H. Eising en mr. M.M. Spooren, rechters, bijgestaan door mr. C.L. van der Woude, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 oktober 2025.

Mrs. Eising en Van der Woude zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage

Tenlastelegging

hij (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2023 tot en met 31 mei 2023, althans op of omstreeks 11 mei 2023, (op het adres [adres] en/of op een of meerdere andere locaties) te Leeuwarden, in elk geval (op een of meerdere locaties) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meerdere andere mededaders, althans alleen, (A) een ander, te weten (mevrouw) [slachtoffer 1] , (althans een vrouw/persoon) met de werknaam “ [werknaam slachtoffer 1] ”, (telkens)

heeft

(B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van een ander, te weten (mevrouw) [slachtoffer 1] , (althans een vrouw/persoon) met de werknaam “ [werknaam slachtoffer 1] ”,

(sub 6)

immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededaders:

(zulks) terwijl die ander, te weten die [slachtoffer 1] :

(aldus) terwijl die [slachtoffer 1] zich in een kwetsbare positie bevond en/of van verdachte en/of zijn mededaders afhankelijk was, waaraan die [slachtoffer 1] zich niet heeft kunnen onttrekken en ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] geen weerstand aan verdachte en/of zijn mededaders heeft kunnen bieden;

althans, indien en voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden

een of meerdere (mede)daders (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2023 tot en met 31 mei 2023, althans op of omstreeks 11 mei 2023, (op het adres [adres] en/of op een of meerdere andere locaties) te Leeuwarden, in elk geval (op een of meerdere locaties) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meerdere (andere) mededaders, althans alleen, (A) een ander, te weten (mevrouw) [slachtoffer 1] , (althans een vrouw/persoon) met de werknaam “ [werknaam slachtoffer 1] ”, (telkens)

heeft

(B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van een ander, te weten (mevrouw) [slachtoffer 1] , (althans een vrouw/persoon) met de werknaam “ [werknaam slachtoffer 1] ”, (sub 6)

immers hebben/heeft die (mede)daders:

seksadvertentie vermeld en/of laten vermelden dat die [slachtoffer 1] tegen betaling haar seksuele diensten aanbiedt en/of seksuele handelingen verricht, en/of

(zulks) terwijl die ander, te weten die [slachtoffer 1] :

(aldus) terwijl die [slachtoffer 1] zich in een kwetsbare positie bevond en/of van die (mede)daders afhankelijk was, waaraan die [slachtoffer 1] zich niet heeft kunnen onttrekken en ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] geen weerstand aan die (mede)daders heeft kunnen bieden,

bij en/of tot het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2023 tot en met 31 mei 2023, althans op of omstreeks 11 mei 2023, (op het adres [adres] en/of op een of meerdere andere locaties) te Leeuwarden, in elk geval (op een of meerdere andere locaties) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met

een of meerdere andere mededaders, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,

immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededaders:

hij (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2023 tot en met 31 oktober 2023, althans op of omstreeks 3 oktober 2023, (op het adres [adres] en/of op een of meerdere andere locaties) te Drachten, in elk geval (op een of meerdere locaties) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met (de heer) [medeverdachte 3] en/of een of meerdere andere mededaders, althans alleen, (A) een ander, te weten (mevrouw) [slachtoffer 2] , (althans een vrouw/persoon) met de werknaam “ [werknaam slachtoffer 2] ”, (telkens)

heeft

en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die anderen zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard, (sub 4) en/of

  • gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van hun/haar seksuele handelingen met en/of voor een derde, (sub 9) en/of

(B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van een ander, te weten (mevrouw) [slachtoffer 2] , (althans een vrouw/persoon) met de werknaam “ [werknaam slachtoffer 2] ”, (sub 6)

immers hebben/heeft hij, verdachte, en/of die [medeverdachte 3] en/of die andere mededaders:

(zulks) terwijl die anderen, te weten die [slachtoffer 2] :

(aldus) terwijl die [slachtoffer 2] zich in een kwetsbare positie bevond en/of van verdachte en/of die [medeverdachte 3] en/of zijn andere mededaders afhankelijk was, waaraan die [slachtoffer 2] zich niet heeft kunnen onttrekken en ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] geen weerstand aan verdachte en/of die [medeverdachte 3] en/of zijn andere mededaders heeft kunnen bieden;

althans, indien en voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden

(De heer) [medeverdachte 3] (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2023 tot en met 31 oktober 2023, althans op of omstreeks 3 oktober 2023, (op het adres [adres] ) te Drachten, in elk geval (op een of meerdere andere locaties) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meerdere mededaders, althans alleen, (A) een ander, te weten (mevrouw) [slachtoffer 2] , (althans een vrouw/persoon) met de werknaam “ [werknaam slachtoffer 2] ”, (telkens)

heeft

(B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van een of meerdere anderen, te weten (mevrouw) [slachtoffer 2] , (althans een vrouw/persoon) met de werknaam “ [werknaam slachtoffer 2] ”, (sub 6)

immers hebben/heeft die [medeverdachte 3] en/of zijn mededaders:

(zulks) terwijl die ander, te weten die [slachtoffer 2] :

(aldus) terwijl die [slachtoffer 2] zich in een kwetsbare positie bevond en/of van die [medeverdachte 3] en/of de mededaders van die [medeverdachte 3] en/of verdachte en/of de mededaders van verdachte afhankelijk was, waaraan die [slachtoffer 2] zich niet heeft kunnen onttrekken en ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] geen weerstand aan die [medeverdachte 3] en/of de mededaders van die [medeverdachte 3] en/of verdachte en/of de mededaders van verdachte heeft kunnen bieden,

welk(e) feit(en) hij, verdachte, (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2023 tot en met 31 oktober 2023, althans op of omstreeks 3 oktober 2023, (op het adres [adres] en/of op een of meerdere andere locaties) te Drachten, in elk geval (op een of meerdere andere locaties) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meerdere mededaders, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft uitgelokt door giften en/of beloften en/of bedreiging en/of door het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen,

immers hebben/heeft hij, verdachte, en/of zijn mededaders:

  • meerdere malen, althans eenmaal, aan die [medeverdachte 3] gevraagd of die [medeverdachte 3] geld zou willen verdienen en/of die [medeverdachte 3] , ten behoeve van verblijf en/of prostitutie, (een kamer in) de woning (van die [medeverdachte 3] ) op het adres [adres] in Drachten zou willen (onder)verhuren en/of (tegen betaling) ter beschikking zou willen stellen aan een of meerdere ( [nationaliteit] ) vrouwen,

althans een of meerdere anderen, en/of

althans, indien en voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden

Een of meerdere (mede)daders (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2023 tot en met 31 oktober 2023, althans op of omstreeks 3 oktober 2023, (op het adres [adres] en/of op een of meerdere andere locaties) te Drachten, in elk geval (op een of meerdere andere locaties) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meerdere (andere) mededaders, althans alleen, (A) een ander, te weten (mevrouw) [slachtoffer 2] , (althans een vrouw/persoon) met de werknaam “ [werknaam slachtoffer 2] ”, (telkens)

heeft

  • gedwongen dan wel bewogen verdachte en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van hun/haar seksuele handelingen met en/of voor een derde, (sub 9) en/of

(B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van een ander, te weten (mevrouw) [slachtoffer 2] , (althans een vrouw/persoon) met de werknaam “ [werknaam slachtoffer 2] ”, (sub 6)

immers hebben/heeft die (mede)daders:

(zulks) terwijl die ander, te weten die [slachtoffer 2] :

(aldus) terwijl die [slachtoffer 2] zich in een kwetsbare positie bevond en/of van die (mede)daders afhankelijk was, waaraan die [slachtoffer 2] zich niet heeft kunnen onttrekken en ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] geen weerstand aan die (mede)daders heeft kunnen bieden,

bij en/of tot het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2023 tot en met 31 oktober 2023, althans op of omstreeks 3 oktober 2023, (op het adres [adres] en/of op een of meerdere andere locaties) te Drachten, in elk geval (op een of meerdere andere locaties) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met (de heer) [medeverdachte 3] en/of een of meerdere andere mededaders, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft,

immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of die [medeverdachte 3] en/of zijn andere mededaders:

3*.* hij (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2023 tot en met 31 mei 2023, althans op of omstreeks 11 mei 2023, (op het adres [adres] ) te Leeuwarden, in elk geval (op een of meerdere locaties) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meerdere mededaders, althans alleen, een ander, te weten (mevrouw) [slachtoffer 1] , uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, of haar, daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers hebben/heeft hij, verdachte, en/of zijn mededaders: die [slachtoffer 1] in (een kamer van) de woning (van verdachte en/of een ander) op het adres [adres] te Leeuwarden ondergebracht en/of (een kamer in) die woning (ten behoeve van verblijf en/of het verrichten van prostitutiewerkzaamheden) aan die [slachtoffer 1] verhuurd en/of (tegen betaling) ter beschikking gesteld en/of (tegen betaling) voor die die [slachtoffer 1] geregeld,

terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was;

hij (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2023 tot en met 31 oktober 2023, althans op of omstreeks 3 oktober 2023, (op het adres [adres] en/of een of meerdere andere locaties) te Drachten, in elk geval (op een of meerdere locaties) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met (de heer) [medeverdachte 3] en/of een of meerdere andere mededaders, althans alleen, een ander, te weten (mevrouw) [slachtoffer 2] , uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, of haar, daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers hebben/heeft hij, verdachte, en/of die [medeverdachte 3] en/of zijn andere mededaders: die [slachtoffer 2] in (een kamer van) de woning (van die [medeverdachte 3] ) op het op het adres [adres] te Drachten ondergebracht en/of (een kamer in) die woning (ten behoeve van verblijf en/of het verrichten van prostitutiewerkzaamheden) aan die [slachtoffer 2] verhuurd en/of (tegen betaling) ter beschikking gesteld en/of (tegen betaling) voor die [slachtoffer 2] geregeld, terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was;

althans, indien en voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden

(De heer) [medeverdachte 3] (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2023 tot en met 31 oktober 2023, althans op of omstreeks 3 oktober 2023, (op het adres [adres] ) te Drachten, in elk geval (op een of meerdere locaties) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meerdere andere mededaders, althans alleen, een ander, te weten (mevrouw) [slachtoffer 2] , uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, of haar, daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft,

immers hebben/heeft die [medeverdachte 3] en/of zijn mededaders: die [slachtoffer 2] in (een kamer van) de woning ondergebracht en/of (een kamer in) die woning (ten behoeve van verblijf en/of het verrichten van prostitutiewerkzaamheden) aan die [slachtoffer 2] verhuurd en/of (tegen betaling) ter beschikking gesteld en/of (tegen betaling) voor die [slachtoffer 2] geregeld, welk(e) feit(en) hij, verdachte, (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2023 tot en met 31 oktober 2023, althans op of omstreeks 3 oktober 2023, (op het adres [adres] en/of een of meerdere andere locaties) te Drachten, in elk geval (op een of meerdere andere locaties) in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meerdere mededaders, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft uitgelokt door giften en/of beloften en/of bedreiging en/of door het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen,

immers hebben/heeft hij, verdachte, en/of zijn mededaders:

terwijl hij, verdachte, en/of die [medeverdachte 3] en/of die andere mededaders van verdachte en/of die [medeverdachte 3] wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat dat verblijf wederrechtelijk was.

  1. HR 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI7099 (Chinese Horeca), HR 24 november 2015,

ECLI:NL:HR:2015:3309.

2 Alle in dit vonnis in de voetnoten opgenomen bewijsmiddelen zijn afkomstig uit het dossier van Politie

Noord-Nederland met nummer [nummer] d.d. 16 mei 2024, tenzij anders is vermeld.

3 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 november 2023, opgenomen op p.82 e.v.

4 Het verhoor van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 17 september 2025.

5 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 november 2023, opgenomen op p.240 e.v.

6 Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 november 2023, opgenomen op p.78 e.v.

7 Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 3] d.d. 11 oktober 2023, opgenomen op p.464 e.v.