Uitspraak inhoud

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer: 05/003366-23 Datum uitspraak : 7 juli 2025

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige militaire kamer

in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[verdachte], geboren op [geboortedag 1] 1987 in [geboorteplaats 1] ([geboorteland]), wonende aan de [adres 1] , [postcode 1] te [woonplaats 1] ,

raadsman mr. R.A. Bruinsma, advocaat in Amsterdam.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 juni 2022 tot en met 06 september 2022 te Amsterdam, althans (elders) in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

  • een vaartuig (sloep 7.20m van het merk Maxima, type 720 Retro Tender, kleur zwart) en/of

  • een (oranje) kussenset en/of

  • een biminitop (type Titan Sunmaster),

althans een of meer goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]

Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte (voorwaardelijk) opzet had op het tezamen en in vereniging helen van het vaartuig. Gelet op de betaalde prijs en de overige handelingen en gedragingen kan volgens de officier van justitie niet anders dan worden geconcludeerd, dat verdachte in ieder geval redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het vaartuig van diefstal afkomstig was.

Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van het tenlastegelegde. Verdachte heeft de nodige checks uitgevoerd voordat hij tot de aankoop van het vaartuig is overgegaan. De verdediging is daarom van mening dat niet zonder meer kan worden gesteld dat verdachte niet aan de op hem rustende onderzoeksplicht heeft voldaan.

Beoordeling door de militaire kamer Op 31 juli 2022 heeft de heer [aangever 1] aangifte gedaan van diefstal van zijn vaartuig, te weten: een sloep van het merk Maxime, type 720 Retro, kleur zwart, met een Honda motor, motornummer [motornummer 1] , voorzien van kenteken [kenteken] . Op de zijkant van de boot stond de naam ‘ [naam 1] ’ en aan de achterkant de thuishaven ‘ [naam 2] ’. Op 2 juni 2022 is het vaartuig voor het laatst gezien. Toen de partner van aangever op 30 juli 2022 in de jachthaven kwam, bleek het vaartuig te zijn weggenomen. De buurman die met zijn boot naast het vaartuig van aangever aan de stijger lag, vertelde dat het vaartuig van aangever al een paar weken weg was. Aangever heeft verklaard dat op het vaartuig onder andere een radio van het merk Fusion met LED speakers zit en een Garmin 6 inch navigatiesysteem, type NMEA2000.[2]

Op 14 juli 2022 is door [aangever 2] aangifte gedaan van diefstal van zijn vaartuig, te weten een Oud Huijzer Tender 700.[3] Verbalisant [verbalisant 1] heeft verklaard dat hij op 6 september 2022 tijdens het varen in het Amstelkanaal voorbij werd gelopen door een ander vaartuig, een zwarte Maxima 720 Tender, waarop drie personen zaten. De schipper werd door de verbalisant herkend als zijnde [naam 3] . Verbalisant [verbalisant 1] zag dat het vaartuig was voorzien van een registratienummer ‘Snelle motorboot’ en hij las op de romp het nummer [registratienummer 1] . Hierbij viel het verbalisant [verbalisant 1] direct op dat de manier waarop het registratienummer was aangebracht niet correct was. Verbalisant [verbalisant 1] heeft het registratienummer [registratienummer 1] opgevraagd en zag dat het vaartuig op naam stond van een persoon genaamd [verdachte] . Verder zag hij dat het Watercraft Identification Number (WIN-nummer) van het vaartuig was: [WIN-nummer] . Dit nummer voldeed niet aan de combinatie cijfers en letters zoals de fabrikant van Maxima Tenders dit doet.[4]

Verbalisant [verbalisant 1] heeft vervolgens onderzoek verricht naar de juiste identiteit van het vaartuig. Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt dat het WIN-nummer op een vaartuig op een zodanige manier is aangebracht dat dit niet zonder opzet te verwijderen is. Het is verbalisant [verbalisant 1] bekend dat door de fabrikant van Maxima vaartuigen in, dan wel aan het vaartuig een kenmerk wordt aangebracht waaruit de juiste identiteit van het vaartuig kan worden herleid. . Verbalisant [verbalisant 1] zag dat dit kenmerk niet op de plaats en wijze was aangebracht zoals de fabrikant van Maxima dit standaard doet. Verbalisant [verbalisant 1] zag dat het WIN-nummer op het door hem onderzochte vaartuig vals was en dat het originele kenmerk was verwijderd. Bij navraag bij de fabrikant van Maxima bleek dat het WIN-nummer [WIN-nummer] nooit is uitgegeven. Verbalisant [verbalisant 1] zag dat op de achterkant van het vaartuig de naam ‘ [naam 4] ’ stond. Hieronder was een verwijderde thuishaven leesbaar, te weten ‘ [naam 2] ’. Verder stond op de bakboord voorkant de naam ‘ [naam 4] ’. Hierachter was een verwijderde naam leesbaar, te weten ‘ [naam 1] ’. Op de bakboordzijde was een verwijderd registratienummer te zien. Verbalisant [verbalisant 1] zag [kenteken] staan. Verder zag hij dat het vaartuig was voorzien van een Honda buitenboord motor. Hierop was het motor serienummer niet aangebracht op een wijze zoals de fabrikant van Honda dit standaard doet. De vorm en opbouw van de karakters op de identificatieplaat van het motor serienummer was anders. Verbalisant [verbalisant 1] zag dat de identificatieplaat vals was. Normaal gesproken is het kenmerk zodanig aangebracht, dat het niet zonder opzet te verwijderen is.[5]

Op 4 september 2022 heeft de politie een vaartuig van het merk Oud Huyzer, type Tender, registratienummer [registratienummer 2] gecontroleerd. De schipper bleek [naam 5] . Het vaartuig had een vignet met het nummer [nummer 1] .[6] De verbalisant heeft vervolgens contact opgenomen met de aangever die onder proces-verbaal nummer PL1700-2022209208-5 aangifte heeft gedaan van diefstal van bovengenoemde Oud Huyzer. Aangever verklaarde desgevraagd, dat op bovengenoemde Oud Huyzer een biminitop zat van merk en type Titan Sunmaster.[7] Op de bovenkant van de buitenrand waren nog wel boorgaten te zien waar doorgaans een biminitop met bevestigingsvoetjes op bevestigd wordt. Verbalisant [verbalisant 2] die het onderzoek verrichtte, zag dat op een ander van diefstal afkomstig vaartuig, een zwarte maxima Tender 720, wel een biminitop zat van het merk en type Titan Sunmaster. Verbalisant [verbalisant 2] zag dat de gaten van de bevestigingsvoetjes van deze biminitop exact overeen kwamen met de gaten in de zijkant van bovengenoemde Oud Huyzer. Uit contact met de aangever van de zwarte Maxima 720, de heer [aangever 1] , volgde dat de Maxima 720 van [aangever 1] geen biminitop had. Volgens verbalisant [verbalisant 2] moet de biminitop dus na de diefstal aangebracht zijn.[8]

Verdachte heeft tijdens zijn verhoor verklaard dat de boot geen registratienummer had, hetgeen hij gek vond. Verder zag verdachte overal beschadigingen, de zijkant zat vol met zware krassen, de touwen hadden schade en er was elektrische schade, waardoor de boegschroeven links en rechts het niet deden. Ook de lichten deden het niet. Verdachte heeft verklaard dat je niet zou zeggen dat de boot maar een jaar of twee oud was. Daarnaast was het dak van de boot stuk, dit kon niet over de boot heen.[9] Tussenconclusie Op basis van het voorgaande stelt de militaire kamer vast dat het vaartuig dat verdachte onder zich had, te weten een zwarte Maxima 720 Tender, met rompnummer [registratienummer 1] en WIN-nummer [WIN-nummer] van diefstal afkomstig was. Het bevestigde WIN-nummer was nooit uitgegeven. Daarnaast was de verwijderde thuishaven ‘ [naam 2] ’ nog zichtbaar, evenals de verwijderde naam ‘ [naam 1] ’. Het vaartuig bevatte daarnaast geen registratienummer, het had de nodige schade bij aankoop en de lichten deden het niet. Daarnaast zat op de Maxima 720 Tender een biminitop bevestigd die er oorspronkelijk niet opzat en waarvan de gaten van de bevestigingsvoetjes exact overeenkwamen met de gaten in de zijkant van de gestolen Oud Huyzer, op de plek waar een biminitop had gezeten, maar was gestolen.

Aankoop van de boot Door verdachte zijn documenten aangeleverd met betrekking tot de aankoop van de [naam 4] . waaronder een kwitantie, daterend van 26 juli 2022, met als verkoper [naam 6] . Tevens stond hierbij het adres [adres 2] , [postcode 2] te [woonplaats 2] en het telefoonnummer [telefoonnummer 1] .[10]

Uit onderzoek is gebleken dat op het [adres 2] in [woonplaats 2] twee personen ingeschreven stonden, te weten: - [naam 7] [geboortedag 2] -1980;

  • [naam 8] [geboortedag 3] -1984.

[naam 6] kwam niet voor op dit adres.[11]

Uit een CIOT-bevraging blijkt dat het telefoonnummer van [naam 6] , [telefoonnummer 1] na 30 januari 2022 niet meer is uitgegeven aan een nieuwe gebruiker en sindsdien niet in gebruik kan zijn geweest.[12] Verdachte heeft in zijn eerste verhoor op 1 maart 2023 verklaard dat hij op 24 juli (de militaire kamer leest: 2022) op een bootfeest was bij de Nieuwe Meer. Hij heeft de boot gekocht van ene [naam 6] die ook op het bootfeest was. Ze kwamen in gesprek. Verdachte zei tegen [naam 6] dat hij een mooie boot had. [naam 6] vertelde dat de boot te koop was en dat hij boten in- en exporteert. Verdachte is de volgende dag, op 25 juli (de militaire kamer leest; 2022) naar [haven 1] gegaan en heeft daar de boot bekeken. Verdachte was toen alleen met [naam 6] . Deze afspraak was gemaakt tijdens het bootfeestje en toen zijn ook telefoonnummers uitgewisseld. Tijdens de afspraak is onderhandeld over de prijs. Ze kwamen toen uit op een bedrag van 31 á 32.000 euro. Verdachte had een Rolex om die [naam 6] mooi vond en laatstgenoemde wilde deze bij de onderhandelingen betrekken. [naam 6] vond de Rolex van verdachte 10.000 euro waard. Uiteindelijk zijn ze op een bedrag van 33.000 euro uitgekomen, met verrekening van de Rolex. Voor de onderhandelingen is nog een proefvaart gemaakt met de boot, waarbij alleen [naam 6] en verdachte aanwezig waren. Op 26 juli (de militaire kamer leest; 2022) heeft verdachte contant een voorschot van 5.000 euro betaald, het contract getekend en de registratienummers gecontroleerd. Dit vond plaats in [haven 1] bij de ligplek van [naam 6] . Op 27 juli (*de militaire kamer leest:*2022) was de overdracht van de boot, waarna verdachte de rest van het aankoopbedrag contant heeft betaald. Dit vond plaats in [haven 1] . De boot had geen registratienummer. Dat vond verdachte gek. Dat kwam volgens de verkoper omdat de boot begrensd was. Daarom was er volgens hem geen vaarbewijs nodig. Verdachte had al zijn vaarbewijzen, dus voor hem was de begrenzing niet nodig. Deze mocht de verkoper er van verdachte af halen. Verdachte heeft de boot zelf en de serienummers gecontroleerd op heling.nl. [naam 6] had in de [haven 1] ook een ligplaats die verdachte kon overnemen. Het seizoen was al betaald. Als verdachte contact had met [naam 6] was [naam 6] meestal degene die belde. Als verdachte hem belde, dan nam [naam 6] niet op. Verdachte heeft één keer met hem telefonisch gesproken. Na de aankoop heeft verdachte zijn boot uitgeleend aan een vriend/kennis, genaamd [naam 9] , die de boot zou repareren, Zij kennen elkaar al heel lang. De achternaam van [naam 9] weet verdachte niet. Hij heeft [naam 9] op 4 of 5 september (de militaire kamer leest: 2022) de sleutels van de boot gegeven. Verdachte heeft nog weinig contact met [naam 9] . Verdachte heeft niet gezien dat de boot bij de aankoop al een naam had. De naam ‘ [naam 4] ’ heeft verdachte samen met zijn partner bedacht toen hij de boot kocht. De naam heeft hij zelf op de boot aangebracht.[13]

Tijdens het verhoor op 13 april 2023 heeft verdachte over het telefonisch contact met [naam 6] verklaard dat hij [naam 6] niet te pakken kreeg. Daarnaast heeft verdachte verklaard dat hij het vignet voor de boot heeft aangevraagd nadat hij de boot had gekocht.[14]

Tijdens het verhoor op 2 mei 2023 heeft verdachte verklaard dat hij de boot heeft aangekocht op 26 of 27 juli 2022 in [plaats 1] bij de garage van [naam 9] op de [adres 3] . Eén week later heeft hij met [naam 6] afgesproken in de [haven 1] . Dit was rond 2 of 3 augustus 2022. Daar was [naam 9] toen ook bijgekomen, want de boot werkte niet. De meeste communicatie over de boot heeft verdachte met [naam 9] gehad, omdat de boot bij [naam 9] lag voor reparatie. Hij heeft [naam 6] éénmaal gebeld maar geen contact met hem gekregen. Later in het verhoor heeft verdachte verklaard dat hij op de 27e (de militaire kamer leest: 27 juli 2022) aan het varen was vanaf de garage van [naam 9] naar [haven 1] . Dit was het moment dat hij de boot had opgehaald. Verdachte is met een vriend van hem, [naam 10] naar de garage gereden. Toen heeft verdachte alles gecontroleerd. Alles bleek in orde. Toen heeft de overdracht plaatsgevonden. [naam 6] , [naam 9] en [naam 10] waren hierbij aanwezig. Verder heeft verdachte verklaard dat [naam 9] aan verdachte op 24 juli 2022 heeft gevraagd of verdachte [naam 9] wilde brengen naar de Nieuwe Meer voor een bootfeest. Verdachte mocht die dag varen in een witte sloep, hij heeft de hele dag gevaren in de witte sloep. Later op de dag is hij naar het bootfeest gevaren en heeft hij de sloep weer afgegeven aan [naam 9] . [naam 9] en [naam 6] waren toen al op het bootfeest met de boot die verdachte uiteindelijk heeft gekocht. Verdachte heeft verklaard dat hij zich eerder vergist heeft in de datum van de proefvaart. Dit was een week later en dit was omdat de boot toen allerlei mankementen had. [naam 6] en [naam 9] waren bij de proefvaart aanwezig. Verdachte had al een keer eerder gevaren op de Maxima, dat was in de nacht van 24 op 25 juli 2022. Verdachte werd toen gebeld door [naam 9] met de vraag of hij de boot terug wilde varen, omdat ze geen licht hadden en gedronken hadden.[15]

Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op het bootfeest op 24 juli 2022 sprak met [naam 6] . Vóór 24 juli 2022 kende verdachte [naam 6] niet. Verdachte heeft de boot op het bootfeest op 24 juli 2022 voor het eerst gezien. De interesse voor de boot was gekomen tijdens het varen in de nacht van 24 op 25 juli 2022. Daar kwam een eventuele aankoop van de boot ter sprake, maar de eigenaar van de boot, [naam 6] , wilde de boot toen niet verkopen. In de nacht van 24 op 25 juli 2022 werd verdachte gebeld door [naam 9] , een goede kennis, dat ze waren aangehouden en niet verder mochten varen. Verdachte heeft hen die nacht opgehaald. Tijdens het varen kwam de koop van de boot ter sprake. Verdachte zag de boot toen voor het eerst. Verdachte vond de boot fijn varen en hij vroeg of de boot te koop was. Er werd toen gezegd dat de eigenaar de boot niet wilde verkopen. De volgende dag, op 25 juli 2022, werd verdachte gebeld door [naam 9] die zei dat verdachte de boot kon kopen als hij nog interesse had. De boot was toen op de werf van [naam 9] . Verdachte is op 25 juli 2022 met [naam 10] langs gegaan om de boot overdag te zien. [naam 6] , [naam 9] en [naam 10] waren hierbij aanwezig. Verdachte denkt dat hij op 26 juli 2022 met de boot heeft gevaren. Toen heeft verdachte ook een aanbetaling gedaan en een contract getekend. Op 27 juli 2022 heeft verdachte samen met [naam 10] de boot opgehaald. Verdachte heeft 18.500 euro cash betaald en een deel heeft hij met de Rolex betaald. Later heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij de boot had vanaf 24 juli 2022. Verdachte had voornamelijk via de telefoon contact met [naam 6] . Over het algemeen als verdachte [naam 6] belde, nam hij niet op. Verdachte denkt [naam 6] één keer via Whatsapp te hebben gesproken. Desgevraagd heeft verdachte verklaard dat hij het adres van [naam 6] dat op de kwitantie is geschreven niet heeft gecontroleerd. Hij weet niet hoe het kan dat [naam 6] niet op dit adres staat ingeschreven.[16]

[naam 10] is gehoord bij de rechter-commissaris. Hij heeft verklaard dat verdachte hem heeft gevraagd om mee te gaan naar de aankoop van de boot. [naam 10] is samen met verdachte naar [plaats 1] gegaan. Dat was de eerste ontmoeting. [naam 10] weet niet meer wanneer dit was. Zij hebben de boot toen gezien op de werf. De verkoper van de boot was niet aanwezig. [naam 10] denkt dat hij twee of drie keer is mee geweest naar de boot. De eerste ontmoeting was de inspectie. De tweede was één dag na de eerste ontmoeting. Tijdens deze ontmoeting is gesproken over de aankoopprijs en is de zaak afgerond. Bij deze ontmoeting waren dezelfde vier personen aanwezig als bij de eerste keer. Bij de derde ontmoeting zijn ze gaan varen. [naam 10] heeft verklaard dat hij vooral motorisch naar de boot heeft gekeken.[17]

Aanvraag vignet Ten tijde van de inbeslagname van de inbeslagname van de [naam 4] zat het doorvaarvignet [nummer 2] op het vaartuig bevestigd. Op 24 juli 2022 is de aanvraag voor dit doorvaarvignet gedaan door verdachte. Op de aanvraag was de naam van het vaartuig, te weten ‘ [naam 4] ’ ingevuld. Voor de aanvraag van het vignet was vanaf de bankrekening van verdachte op 24 juli 2022 om 11:08 uur 40 euro betaald middels iDEAL. Bij de aanvraag van het vignet waren twee foto’s bijgevoegd van het vaartuig. De foto's waren gemaakt ten tijde dat het vaartuig in het water lag in een haven. Op deze foto’s is te zien dat de naam ‘ [naam 4] ’ nog niet was aangebracht op de achterzijde van het vaartuig. Op de achterzijde van het vaartuig zat een biminitop bevestigd en het vaartuig was aan de bovenzijde afgesloten met een zwart dekzeil.[18]

Uit ontvangen informatie van de gemeente [plaats 1] blijkt dat bij de aanvraag van het doorvaarvignet op 24 juli 2022 naast de naam [naam 4] die is opgegeven, ook het registratienummer [registratienummer 1] , de Honda motor met motornummer [motornummer 2] en rompnummer [WIN-nummer] als kenmerken zijn opgegeven. Daarnaast zijn twee foto’s toegevoegd van de Maxima Tender 720. Het doorvaarvignet ( [nummer 3] ) is vervolgens op 18 augustus 2022 geactiveerd.[19]

Verdachte heeft in zijn verhoor op 1 maart 2023 verklaard, dat hij een week tot tien dagen na de aankoop het vignet heeft aangevraagd. Dit heeft hij online gedaan. Verdachte kreeg een fysiek vignet dat hij op de boot heeft geplakt. Als aan verdachte tijdens het verhoor de foto’s worden getoond die bij de aanvraag van het vignet op 24 juli 2022 zijn toegevoegd, verklaart verdachte dat dit zijn Maxima is.[20]

Op 13 april 2023 heeft verdachte verklaard dat hij het vignet heeft aangevraagd nadat hij de boot gekocht had. Hij weet niet meer of hij het aangevraagde vignet op de oude of nieuwe boot heeft gebruikt, hij en zijn vriendin hadden namelijk al een boot. Het is mogelijk om de sticker op meerdere boten te gebruiken. Als verdachte de foto van de boot wordt getoond die bij de aanvraag van het vignet is toegevoegd, verklaart hij dat dit zijn Maxima boot is. Hij denkt dat de foto door hemzelf is gemaakt.[21]

Tijdens het verhoor op 2 mei 2023 heeft verdachte verklaard dat hij het vignet niet heeft aangevraagd voor een specifieke boot. Pas later kwam hij erachter dat je het vignet moet registeren voor een boot. Verdachte dacht dat de aanvraag voldoende was om mee te kunnen varen. Op 18 augustus 2022 heeft verdachte het vignet geregistreerd op de naam ‘ [naam 4] ’.[22]

Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij op 24 juli 2022 het vignet had aangevraagd. Die dag had verdachte op verzoek van [naam 9] een witte sloep vanuit Noord naar het bootfeest gevaren. De aanvraag voor het vignet was voor verdachte niet duidelijk. Pas later heeft verdachte foto’s toegevoegd, waarna het vignet is geactiveerd. Verdachte kreeg een paar dagen na de aanvraag het vignet. Hij had er toen niks mee gedaan. Pas toen hij zijn boot gekocht had en erachter kwam dat het vignet niet geactiveerd was, heeft hij het geregistreerd voor de [naam 4] . De twee foto’s van de [naam 4] zijn pas op 18 augustus 2022 toegevoegd. De foto’s zijn gemaakt op 27 of 28 juli 2022. Verder heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij bij het aanvragen van het vignet een aantal gegevens moest invullen, waaronder een naam voor de boot. [naam 4] vond hij een mooie naam, als hij een boot zou kopen dan zou hij deze [naam 4] noemen.[23]

Tussenconclusie De militaire kamer stelt op basis van het voorgaande vast dat verdachte veel wisselende verklaringen heeft afgelegd over de aankoop van de boot, onder andere met betrekking tot de totstandkoming van de aankoop van de Maxima, de data waarop dit heeft plaatsgevonden, de locatie waar de aankoop dan wel bezichtiging heeft plaatsgevonden en de personen die hierbij betrokken, danwel aanwezig zijn geweest. Dat verdachte de boot heeft gekocht van [naam 6] is geenszins gebleken, nu op het opgegeven adres twee willekeurige personen wonen en het telefoonnummer dat op de kwitantie is geschreven en van [naam 6] zou zijn, al sinds 30 januari 2022 niet meer was uitgegeven en dus niet actief is. Bovendien stroken de verklaringen van verdachte niet met de datum van de aanvraag van het vignet, die al op 24 juli 2022 in de ochtend is gedaan en waarbij zowel foto’s van de Maxima 720 Tender zijn toegevoegd alsook de naam ‘ [naam 4] ’ is opgegeven. Daarnaast bevat de kwitantie, die dateert van 26 juli 2022, hetzelfde rompnummer en motornummer als de nummers die door verdachte zijn opgegeven ten tijde van de aanvraag van het vignet op 24 juli 2022.

Gelet hierop stelt de militaire kamer vast dat verdachte al op 24 juli 2022 wist dat hij de Maxima 720 Tender zou aankopen. Dat verdachte de foto’s pas bij de activering van het vignet heeft toegevoegd, dan wel het vignet heeft aangevraagd op 24 juli 2022 voor een witte sloep, acht de militaire kamer gelet op het voorgaande niet aannemelijk geworden.

Ligplaats Verdachte heeft in zijn verhoor op 1 maart 2023 verklaard dat [naam 6] een ligplek had in [haven 1] , welke hij kon overnemen voor de rest van het jaar. [naam 6] zei dat het vaartuig op de ligplaats kon blijven. Verdachte moest alleen contact opnemen met de havenmeester voor het volgende seizoen. Het huidige seizoen was al betaald door [naam 6] . Verdachte heeft contact gehad met de vervangend havenmeester. [naam 11] , de havenmeester was er toen niet. Wel heeft verdachte contact gehad met de vervanger van [naam 11] . Verdachte weet niet hoelang [naam 6] al in [haven 1] lag.[24]

Door de KMar zijn administratieve gegevens gevorderd van verdachte bij de [haven 1] . Havenmeester [naam 11] vertelde dat er geen administratieve gegevens bekend waren op naam van verdachte.[25]

Daarnaast zijn bij de [haven 1] administratieve gegevens gevorderd op naam van [naam 6] , geboren op [geboortedag 4] 1993 te [geboorteplaats 2] . Havenmeester [naam 11] vertelde, dat er geen administratieve gegevens bekend waren op naam van [naam 6] .[26]

Verbalisant [verbalisant 3] en [verbalisant 4] hebben de [haven 1] bezocht. In gesprek met de havenmeester hebben zij hem de foto van de boot getoond, welke door verdachte was gebruikt voor het aanvragen van een doorvaarvignet. De havenmeester verklaarde dat deze boot lag aan een steiger welke van hem was. De boot werd door hem echter niet herkend. Voor zover hij wist lagen er in de gehele haven geen boten van het merk Maxima, type 720. Volgens de havenmeester zou de boot op de foto niet op slot liggen en gebruik maken van eigen lijnen. Mogelijk betrof dit een passant of een boot die er illegaal was neergelegd.[27]

Door de KMar zijn de contactgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] , in gebruik bij verdachte, over de periode van 14 juli 2022 tot en met 21 september 2022 ontvangen. Hieruit blijkt dat verdachte op 23 juli 2022 met vier verschillende jachthavens contact heeft tussen 11:06:27 en 11:07:35 uur. Op 23 juli 2022 belt verdachte tussen 11:06:27 en 12:07:35 met [haven 2] , [haven 3] en [haven 4] .[28]

In het verhoor op 2 mei 2023 heeft verdachte verklaard dat hij belde met andere jachthavens, omdat zijn vriendin ook een boot heeft en hij wilde kijken of er plek was voor deze boot.[29] Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat de ouders van zijn vriendin een boot hadden die in een loods in [plaats 2] lag. Ze hadden besloten om deze boot na ongeveer twee jaar uit de jachthaven te halen.[30]

Tussenconclusie De militaire kamer acht de verklaring van verdachte dat [naam 6] een ligplek had in [haven 1] die hij kon overnemen niet aannemelijk geworden nu zowel van verdachte als van [naam 6] geen administratieve gegevens bekend waren. Tevens hebben – voor zover bij de havenmeester bekend – in de gehele haven geen boten van het merk Maxima, type 720 gelegen. Dat verdachte precies rond dezelfde data als waarop hij de Maxima 720 Tender kocht op zoek was naar een ligplek voor de boot van zijn vriendin, dan wel de boot van de ouders van zijn vriendin, acht de militaire kamer eveneens niet aannemelijk geworden. Daargelaten de wisselende verklaringen die verdachte hierover heeft afgelegd, valt niet in te zien waarom verdachte één dag voorafgaand aan de dag van aankoop van zijn nieuwe boot voor zijn schoonouders contact opneemt met meerdere jachthavens om een nieuwe ligplaats te zoeken voor hun boot die al twee jaar in een loods in [plaats 2] ligt. [naam 5] Verdachte heeft verklaard dat hij de enige gebruiker is van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] .[31] Uit onderzoek is gebleken dat verdachte en [naam 5] meermaals contact met elkaar hebben gehad. Uit opgevraagde gegevens van de jachthaven bleek dat [naam 5] een ligplaats had in [haven 1] . Uit opgevraagde belcontacten van het telefoonnummer van verdachte bleek dat er op de dagen dat de boot zou zijn gekocht en betaald, meermaals contact is geweest met het telefoonnummers van [naam 5] . Op 24 juli 2022 (de dag van het bootfeest) belt verdachte twee keer naar [naam 5] . Op 26 juli 2022 (dag van het tekenen van het contract) is er één keer een contactpoging van verdachte naar [naam 5] en één inkomende oproep. Eén dag later, op 27 juli 2022 (ten tijde van de overdacht van de boot) is er in totaal zeven keer over en weer contact en op 18 augustus 2022 (de dag van de activering van het vignet) is er vijf keer contact met [naam 5] .[32]

Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat [naam 5] een kennis van hem is, die met zijn boot ook in [haven 1] lag. Verdachte had eind juli en begin augustus 2022 contact met [naam 5] , omdat hij hem om informatie vroeg, met name over het bootfeest en over de [haven 1] . Verdachte verklaart dat hij op 18 augustus 2022 waarschijnlijk contact met hem had, omdat hij iets moest activeren en heeft gevraagd hoe [naam 5] dat had gedaan.[33]

Uit het politiesysteem blijkt dat [naam 5] op 4 september 2022 werd staande gehouden op een vaartuig van het merk Oud Huyzer. Tijdens onderzoek aan deze Oud Huyzer bleek dat deze van diefstal afkomstig was. Deze boot was voorzien van een binnenhavengeldvignet voorzien van nummer [nummer 1] . Uit onderzoek bleek dat dit vignet geregistreerd stond op naam van [naam 3] . De foto welke bij dit vignet was gevoegd, bleek van een Maxima 720 te zijn. Verdachte heeft tijdens zijn verhoor op 13 april 2023 verklaard dat deze boot op de foto zijn boot was, de Maxima. Daarnaast zou de boot van het merk Oud Huyzer, voordat deze gestolen werd, beschikken over een biminitop van het merk en type Titan Sunmaster. Deze was niet aanwezig toen de boot in beslag werd genomen op 4 september 2022.[34] Tijdens de inbeslagname van de Maxima, de boot van verdachte, is een biminitop aangetroffen van hetzelfde merk en hetzelfde type als de biminitop op de Oud Huyzer.[35]

Op 25 juli 2022 zagen verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] om 00:44 uur op de Amstel in Amsterdam een Maxima 720 Tender varen, met onder andere [naam 3] aan boort. Zij hebben besloten de boot te controleren vanwege het tijdstip. Er is niet geverbaliseerd dat de boot geen boordverlichting voerde. Verbalisant [verbalisant 6] zag dat op de boot een rood waternetvignet was bevestigd met nummer [nummer 1] . [36] Verbalisanten hebben de boot gecontroleerd en onder meer vastgesteld dat er een 100pk motor in de bun zat maar dat de boot geen registratienummers had. Zij hebben niet geverbaliseerd dat de motor begrensd was. Zij hebben medegedeeld dat de boot niet verder mocht varen omdat niemand aan boord een vaarbewijs had. Verbalisanten hebben [naam 3] proces-verbaal aangezegd wegens onder andere het niet aangebracht hebben van registratienummers.[37]

De havenmeester van [haven 1] heeft desgevraagd verklaard dat hij alle ligplaatshouders van de rechterzijde van de I-pier kende, met uitzondering van [naam 5] . Hij wist niet wat voor boot hij had. Het zou het eerste jaar zijn dat hij een ligplaats had in de haven.[38]

Tussenconclusie Zowel [naam 5] als [naam 3] zijn bekenden van verdachte. Rondom de aankoop van de Maxima 720 Tender heeft verdachte meermalen contact met [naam 3] . [naam 3] is op 25 juli 2022 staande gehouden op de Maxima 720 Tender met doorvaarvignet [nummer 1] . Verdachte heeft tussen 24 juli 2022, de dag van de aankoop van de Maxima en de aanvraag van het doorvaarvignet, en 18 augustus 2022, de dag van de activatie van het doorvaarvignet, meerdere keren contact met [naam 5] . [naam 5] is vervolgens op 4 september 2022 aangehouden op een Oud Huyzer, die gestolen bleek te zijn. Uit onderzoek bleek dat de biminitop, die op deze Oud Huyzer zat, ontbrak. De biminitop die vervolgens is aangetroffen op de Maxima 720 Tender, onder verdachte in beslag genomen, waarbij de gaten van de bevestigingsvoetjes van deze biminitop exact overeen kwamen met de gaten in de zijkant van Oud Huyzer. Op de Maxima 720 Tender zat voordat deze gestolen werd geen biminitop.

Op de Oud Huyzer zat doorvaarvignet [nummer 4] bevestigd, die eerder was aangevraagd op naam van [naam 3] en waarbij bij de aanvraag een foto van de Maxima 720 Tender was toegevoegd, die door verdachte is herkend als ‘zijn Maxima’. Verdachte heeft verklaard dat de biminitop op zijn Maxima (ook wel ‘ [naam 4] ’) kapot was. Voor alle voorgaande bevindingen heeft hij geen verklaring kunnen geven.

De Maxima 720 Tender behoorde volgens de verbalisanten kennelijk gelet op het motorvermogen registratienummers te voeren.

Concluderend De militaire kamer ziet zich voor de vraag gesteld of verdachte wist dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het om een gestolen vaartuig ging, oftewel of sprake was van opzet of schuld. De militaire kamer overweegt daartoe het volgende.

De militaire kamer acht – gelet op alle voorgaande bewijsmiddelen in samenhang bezien – bewezen dat verdachte wist dat de Maxima Tender 720 die hij onder zich had en de daarop bevestigde biminitop van diefstal afkomstig waren. Verdachte heeft meerdere wisselende verklaringen afgelegd over de wijze waarop hij de boot heeft aangekocht, wanneer dit is geweest en wie daarbij betrokken waren. Dit maakt zijn verklaringen niet betrouwbaar.

Dat verdachte de boot daadwerkelijk van [naam 6] heeft gekocht, kan niet worden vastgesteld, en is ook gelet op het navolgende niet zonder meer aannemelijk geworden. Het telefoonnummer van [naam 6] dat op de overgelegde kwitantie staat, is sinds januari 2022 niet meer uitgegeven, zodat het niet geloofwaardig is dat verdachte via dat telefoonnummer contact heeft gehad met [naam 6] . Oncontroleerbaar is verder dat verdachte en [naam 6] daadwerkelijk een aankoopbedrag van € 18.500,- zijn overeengekomen, waarvan verdachte vervolgens (daadwerkelijk) een deel cash heeft betaald en een deel door afgifte van zijn Rolex. Bovendien is het zeer de vraag of sprake is van een marktconforme prijs, nu taxatie van de boot en de Rolex niet heeft plaatsgevonden, mede gezien de schade die de boot zou hebben, welke schade overigens evenmin exact is komen vast te staan. Volgens verdachte deden de lichten het bijvoorbeeld niet vanwege electraschade, terwijl de verbalisanten de boot op 25 juli 2022 ’s nachts hebben gecontroleerd en er geen gewag van maken dat de Maxima 720 Tender geen boordverlichting voerde, terwijl het voeren van boordverlichting ’s nachts verplicht is.

Verder wekt het bevreemding dat tijdens de controle door de politie op 25 juli 2022 is geconstateerd de Maxima geen registratienummers voerde terwijl dat gelet op het motorvermogen kennelijk wel moest. Verdachte heeft wel verklaard het gek te vinden dat er geen registratienummer op zat, maar zegt in dat verband te zijn afgegaan op een mededeling door [naam 6] dat de boot zou zijn begrensd tot 20 km/u. Bij de controle van de sloep door de politie op 25 juli 2022 is echter niet van een begrenzing gebleken, terwijl verdachte dit zelf kennelijk ook niet heeft gecontroleerd noch geconstateerd. Dit maakt de toelichting door verdachte over het ontbreken van de registratienummers niet zonder meer aannemelijk.

Voorts vermag de militaire kamer niet in te zien dat het voor een verbalisant meteen zichtbaar was dat de naam van de boot ‘ [naam 1] ” en de naam van de thuishaven ‘ [naam 2] ’ van de boot waren verwijderd, maar dat verdachte zegt dit niet te hebben gezien. Dit is temeer opmerkelijk omdat hij de naamsticker [naam 4] zelf heeft aangebracht, nota bene op de plek waar de naam van de thuishaven [naam 2] is verwijderd. Dit maakt zijn verklaring dat hij niet heeft gezien dat er namen van de boot zijn verwijderd, niet aannemelijk.

Verdachte heeft ook geen aannemelijke verklaring gegeven voor het feit dat hij op 24 juli 2022 om 11:08 uur al een doorvaartvignet heeft aangekocht op naam van [naam 4] , terwijl hij toen nog niet over de boot beschikte, sterker nog, toen nog niet over het bestaan van die boot wist. Dit klemt temeer omdat hij naast de naam ook het registratienummer [registratienummer 1] , de Honda motor met motornummer [motornummer 2] en rompnummer [WIN-nummer] als kenmerken heeft opgegeven. Bovendien is gebleken dat dit valse gegevens zijn. Tot slot heeft de militaire kamer geen reden er aan te twijfelen dat verdachte al bij de aanvraag op 24 juli 2022 foto’s van de Maxima 720 Tender heeft gevoegd, zoals hiervoor is weergegeven, nu er ook op 24 juli 2022 de verschillende (valse) nummers van de Maxima zijn opgegeven.

Daarmee acht de militaire kamer wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling. De militaire kamer spreekt verdachte partieel vrij voor het deel van de tenlastelegging dat ziet op de heling van de kussenset, aangezien op basis van het dossier niet vast te stellen is dat verdachte redelijkerwijs kon vermoeden of wist dat de kussens van diefstal afkomstig waren. Daarnaast spreekt de militaire kamer verdachte vrij voor het deel van de tenlastelegging dat ziet op het tezamen en vereniging plegen van de opzetheling, nu het dossier hier onvoldoende bewijs voor biedt.

3 De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 juni 2022 tot en met 06 september 2022 te Amsterdam, althans (elders) in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

  • een vaartuig (sloep 7.20m van het merk Maxima, type 720 Retro Tender, kleur zwart) en/of

  • een (oranje) kussenset en/of

  • een biminitop (type Titan Sunmaster),

althans een of meer goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoedendat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4 De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

opzetheling.

5 De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6 De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7 De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot tot het verrichten van 100 uren werkstraf subsidiair 50 dagen hechtenis.

Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd.

De beoordeling door de militaire kamer De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De militaire kamer heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan opzetheling van een vaartuig en een biminitop. Een delict als opzetheling bevordert het plegen van vermogensdelicten, zoals diefstallen, nu door het plegen van opzetheling het de daders van vermogensdelicten makkelijk wordt gemaakt de van misdrijf verkregen goederen af te zetten. Aldus heeft verdachte bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen goederen, met alle nadelige gevolgen voor de rechtmatige eigenaren van dien. De militaire kamer neemt dit verdachte des temeer kwalijk nu verdachte het feit heeft begaan toen hij nog in dienst was als militair bij Defensie. Waardoor van hem mocht worden verwacht dat hij het juiste voorbeeld geeft.

Uit het uittreksel Justitiële documentatie van verdachte van 22 mei 2025 blijkt dat hij niet eerder voor soortgelijke delicten is veroordeeld.

Alles afwegende is de militaire kamer van oordeel dat de oplegging de door de officier van justitie geëiste taakstraf van 100 uren passend en geboden is. Bij deze strafoplegging is – evenals door de officier van justitie is gedaan – rekening gehouden met de ouderdom van de zaak.

8 De beoordeling van de civiele vorderingen

Vordering benadeelde partij [aangever 2] De benadeelde partij [aangever 2] heeft in verband het tenlastegelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 8492,24 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.

Standpunten De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen voor zover deze ziet op de kosten van de biminitop, van € 1.050,- (inclusief montage en BTW), met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.

De verdediging heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de vordering.

Overweging van de militaire kamer Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De biminitop die is aangetroffen op de Maxima 720 Tender die verdachte onder zich had, bleek afkomstig van de Oud Huyzer van [aangever 2] . Daarmee stelt de militaire kamer vast dat er een rechtstreeks verband is tussen de heling en de diefstal van de biminitop.

Voor de overige schadeposten is niet of onvoldoende gebleken dat de schade rechtstreeks is toegebracht door de opzetheling. Daarom zal de militaire kamer de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.

Verdachte is vanaf 6 september 2022 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.

De militaire kamer ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

Vordering benadeelde partij [aangever 1] De benadeelde partij [aangever 1] heeft in verband met het tenlastegelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 49.975,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht. Ter zitting heeft de benadeelde partij verklaard, dat de verzekering vanwege de diefstal van de sloep een bedrag van € 40.000,- heeft uitgekeerd.

Standpunten De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen tot een bedrag van € 2.675,-, bestaande uit de gemaakte kosten voor de ligplaats van € 1.700,- voor in totaal drie jaren en een benzinetank van € 275,- , met toekenning van de wettelijke rente. Daarnaast vordert de officier van justitie oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Tot slot heeft de officier van justitie gevorderd dat de hoofdelijkheid ten aanzien van de vordering wordt uitgesproken.

De verdediging heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de vordering.

Overweging van de militaire kamer Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De schadeposten voldoende onderbouwd en komen redelijk voor.

Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.

Daarom is de militaire kamer van oordeel dat de vordering voor wat betreft de huur van de steiger, ex € 1.700,-, de kosten voor de aanschaf van de navigatie, ex € 8.000,- en de kosten voor de benzinetank net voor de diefstal, ex € 275,- kan worden toegewezen. Dit komt neer op een totaalbedrag van € 9.975,-. Ten aanzien van de kosten voor de aanschaf van het navigatiesysteem merkt de militaire kamer volledigheidshalve nog op dat uit het dossier blijkt dat op de gestolen Maxima 720 Tender een Garmin navigatiesysteem zat. De politie heeft tevens geconstateerd dat dit ging om een niet fabrieksmatig aangebracht navigatiesysteem. Gelet hierop is de militaire kamer van oordeel dat het navigatiesysteem onderdeel was van de gestolen Maxima Tender 720 en derhalve voor vergoeding in aanmerking komt.

De militaire kamer begrijpt uit de toelichting van de benadeelde partij ter terechtzitting dat de gevorderde kosten van € 40.000,- euro voor de aankoop van de boot inmiddels zijn vergoed door de verzekering, waardoor de militaire kamer de benadeelde partij voor dat deel van de vordering niet-ontvankelijk zal verklaren.

Verdachte is vanaf 6 september 2022 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.

De militaire kamer ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

Vordering benadeelde partij [benadeelde] De benadeelde partij [benadeelde] heeft in verband met het tenlastegelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 4.500,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.

Standpunten De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard omdat uit de vordering en bijgevoegde factuur met daarop verschillende handgeschreven aantekeningen niet duidelijk wordt wat er precies aan kussens is geleverd. De benadeelde partij heeft aangegeven dat er zeven kussen ontbreken, maar de kussenset bestaat kennelijk uit negen kussens. Gelet op het voorgaande is de vordering lastig te beoordelen.

De verdediging heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de vordering.

Overweging van de militaire kamer Er is niet of onvoldoende gebleken dat de materiële schade rechtstreeks is toegebracht door de opzetheling, aangezien op basis van het dossier niet vast te stellen is dat verdachte wist dat de kussens van diefstal afkomstig waren. Daarom zal de militaire kamer de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.

9 De beoordeling van het beslag

Standpunten De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de Maxima 720 Tender terug moet naar de rechtmatige eigenaar. De verzekering zal in dit geval in rechten treden. De officier van justitie heeft tevens gevorderd dat op de Maxima bevestigde biminitop en kussens eveneens terug moeten naar de rechtmatige eigenaren.

De verdediging heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van het beslag.

Overweging van de militaire kamer De militaire kamer zal de teruggave van de Speedboot Maxima 720 Tender inclusief kussens en biminitop (omschrijving PL1300-2022188278-V15486) aan de rechthebbenden gelasten omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.

10 De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 36f, 417bis van het Wetboek van Strafrecht.

11 De beslissing

De militaire kamer:

 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;

 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;

 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;

 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;

 legt op een taakstraf van 100 (honderd) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 50 (vijftig) dagen;

Vordering benadeelde partij [aangever 2]

 veroordeelt verdachte in verband met het feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [aangever 2] van € 1.050,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;

 verklaart de benadeelde partij [aangever 2] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;

 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;

 bepaalt dat als de medeverdachte(n) (een deel van) het schadebedrag betaalt/betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;

Vordering benadeelde partij [aangever 1]

 veroordeelt verdachte in verband met het feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [aangever 1] van € 9.975,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;

 verklaart de benadeelde partij [aangever 1] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;

 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;

 bepaalt dat als de medeverdachte(n) (een deel van) het schadebedrag betaalt/betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;

Vordering benadeelde partij [benadeelde]

 verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;

 gelast de teruggave van de Speedboot 720 Tender (inclusief kussens en biminitop) aan de rechthebbenden.

Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 7] van de Koninklijke Marechaussee, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 27BALMAIN / 27CAB220004, gesloten op 8 juni 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.

Proces-verbaal aangifte, p. 123.

Aanvullend proces-verbaal aangifte (PL1700-2022209208-5).

Proces-verbaal van bevindingen, p. 127-128.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 137-183.

Proces-verbaal van bevindingen (PL1300-2022186209-2).

Proces-verbaal van bevindingen (PL1300-2022186209-5).

Proces-verbaal van bevindingen (PL1300-2022186209-5).

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 45.

Bijlage 3 bij proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 66.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 263.

Proces-verbaal verstrekking gevorderde gebruikersgegevens, p. 253-254.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 44-54.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 56-62.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 70-78.

Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 juni 2025.

Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 10] bij de rechter-commissaris, d.d. 19 februari 2025.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 212-213.

Proces-verbaal van bevindingen (incl. bijlagen). p. 158-168.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 44-54.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 56-62.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 70-78.

Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 juni 2025.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 44-54.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 64.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 65.

Proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 62-63.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 230.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 74.

Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 juni 2025.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 58.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 234-237.

Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 juni 2025.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 73-74.

Proces-verbaal contact verdachte en [naam 5] , p. 234 e.v.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 169.

Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2022155289-1.

Proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 267.


Voetnoten

Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 7] van de Koninklijke Marechaussee, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 27BALMAIN / 27CAB220004, gesloten op 8 juni 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.

Proces-verbaal aangifte, p. 123.

Aanvullend proces-verbaal aangifte (PL1700-2022209208-5).

Proces-verbaal van bevindingen, p. 127-128.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 137-183.

Proces-verbaal van bevindingen (PL1300-2022186209-2).

Proces-verbaal van bevindingen (PL1300-2022186209-5).

Proces-verbaal van bevindingen (PL1300-2022186209-5).

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 45.

Bijlage 3 bij proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 66.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 263.

Proces-verbaal verstrekking gevorderde gebruikersgegevens, p. 253-254.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 44-54.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 56-62.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 70-78.

Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 juni 2025.

Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 10] bij de rechter-commissaris, d.d. 19 februari 2025.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 212-213.

Proces-verbaal van bevindingen (incl. bijlagen). p. 158-168.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 44-54.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 56-62.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 70-78.

Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 juni 2025.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 44-54.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 64.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 65.

Proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 62-63.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 230.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 74.

Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 juni 2025.

Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 58.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 234-237.

Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 23 juni 2025.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 73-74.

Proces-verbaal contact verdachte en [naam 5] , p. 234 e.v.

Proces-verbaal van bevindingen, p. 169.

Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2022155289-1.

Proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 267.