ECLI:NL:RBDHA:2025:17404 - Rechtbank Den Haag - 17 september 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
vonnis
Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/678533 / HA ZA 25-65
Vonnis van 17 september 2025
in de zaak van
**MR. CORNELIS WILHELMUS HENDRIKUS MARIA UITDEHAAG Q.Q.**te Veldhoven, in hoedanigheid van curator in het faillissement van Jet Effective B.V. te Schiphol-Oost, eiser, advocaat mr. M.J.G.A. Filemon te Veldhoven,
tegen
CULIMARQUE HOLDING B.V., te Rotterdam, gedaagde, advocaat mr. M.M. van Leeuwen te Rotterdam.
Partijen worden hierna de curator en Culimarque genoemd.
1 De procedure
1.1. Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
1.2. Op 1 juli 2025 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen en de advocaat van Culimarque hun standpunten naar voren gebracht en vragen van de rechtbank beantwoord. De griffier heeft hiervan aantekeningen gemaakt.
1.3. Ten slotte is vonnis nader bepaald op vandaag
2 Kern van de zaak
2.1. Deze zaak draait om de vraag of eind 2014 – begin 2015 een vliegtuig in eigendom is overgedragen van Culimarque aan de inmiddels gefailleerde Jet Effective B.V.. De rechtbank is van oordeel dat de partijbedoeling van degenen die destijds bij de beoogde overdracht betrokkenen waren, kenbaar is. Zij komt daarom niet toe aan een objectieve uitleg van documenten en (andere) verklaringen en gedragingen van die partijen. De conclusie van de rechtbank is dat de transactie - waar de eigendomsoverdracht van het vliegtuig onderdeel van was - uiteindelijk niet is doorgegaan en dat de eigendom van het vliegtuig bij Culimarque is gebleven.
3 De feiten
3.1. Culimarque (als verkoper) en Jet Effective B.V. (hierna: Jet Effective) (als koper) hebben een ‘Aircraft Bill of Sale’, gedateerd op 10 november 2014 (hierna: de koopovereenkomst), ondertekend. De koopovereenkomst betreft een vliegtuig van het merk Piper Aircraft Corporation, model PA-32R-301T, met registratienummer [nummer 1] en serienummer: [nummer 2] (hierna: het vliegtuig).
3.2. De koopovereenkomst vermeldt als koopprijs een bedrag van € 10.000,-. De koopovereenkomst vermeldt verder dat levering van het vliegtuig dezelfde dag plaats zal vinden op Rotterdam Airport.
3.3. De koopovereenkomst is namens Culimarque ondertekend door haar bestuurder [naam 1] (hierna: [naam 1] ) en namens Jet Effective door haar toenmalig bestuurder [naam 2] (hierna: [naam 2] ).
3.4. In een brief van 21 november 2014 schrijft de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: de ILT) aan Jet Effective dat zij van de vorige eigenaar van de [nummer 1] bericht heeft ontvangen dat het vliegtuig aan Jet Effective is overgedragen. De ILT verzoekt Jet Effective het toegezonden formulier betreffende de aanvraag tot wijziging tenaamstelling in het luchtvaartregister in te vullen en met de benodigde bijlagen aan de ILT te retourneren. Er is onder meer een bijlage bij de brief gevoegd betreffende verschuldigde leges van € 71,-.
3.5. Het formulier ‘Aanvraag wijziging tenaamstelling’ is ondertekend door [naam 2] en gedateerd op 3 december 2014. Bij de ondertekening wordt verklaard dat het verschuldigde tarief is gestort op de rekening van de ILT.
3.6. [naam 1] (namens Culimarque) en [naam 2] (namens Jet Effective) hebben ook een ’Statement Concerning holdership', gedateerd op 3 december 2014 (hierna: de houderschapsverklaring), ondertekend. Blijkens de houderschapsverklaring is Jet Effective de eigenaar van het vliegtuig en Culimarque de houder. De houderschapsverklaring vermeldt onder meer het volgende:
“4. Statement
Based upon a signed agreement between the two undersigned parties, and in conformity to the conditions of article 3.3 under 3a of the Netherlands Aviation Act, the holder will act as a holder of the above mentioned aircraft for the following period: From: upto and including: Present until further notice”
3.7. [naam 2] namens Jet Effective, aangeduid als “eigenaar”, en [naam 1] namens Culimarque, aangeduid als “houder”, hebben verder een ‘Gebruiksovereenkomst [nummer 1] ’ ondertekend, gedateerd op 3 november 2014 (hierna: de gebruiksovereenkomst). Daarin staat onder meer:
“(…)
- Eigenaar geeft in beheer aan houder de [nummer 1] , (…)
- Houder accepteert het beheer over de [nummer 1]
- (…)
- Houder zal alle operationele kosten zelfstandig voldoen, daaronder inbegrepen maar niet daartoe beperkt:
- Stallingskosten
- Verzekering
- (…)
- Onderhoud & reparatie (…)
- Jaarlijks zal houder aan eigenaar een bedrag vergoeden van EUR 1.495,00”
3.8. Het vliegtuig heeft sinds de aankoop door Culimarque in 2000 op de balans van (de boekhouding van) Culimarque gestaan. Het vliegtuig heeft nooit op de balans van Jet Effective gestaan.
3.9. Verschillende verzekeraars hebben in 2014, 2021, 2022 en 2023 facturen betreffende het vliegtuig gestuurd aan Culimarque, die Culimarque ook heeft voldaan.
3.10. In de periode tussen 2013 en 2022 hebben Vliegwerk Holland B.V. en andere onderhoudsbedrijven facturen met betrekking tot werkzaamheden aan het vliegtuig gestuurd aan Culimarque, die Culimarque ook heeft voldaan.
3.11. In de periode tussen 2014 en 2023 heeft R.J.L. Klumpes facturen met betrekking tot de stalling van het vliegtuig gestuurd aan Culimarque, die Culimarque ook heeft voldaan.
3.12. Bij vonnis van 17 maart 2020 heeft de rechtbank Noord-Holland het faillissement van Jet Effective uitgesproken en de curator aangesteld.
3.13. Bij brief van 2 maart 2023 heeft de beheerder van het luchtvaartuigregister van de ILT aan de curator en Culimarque medegedeeld dat het vliegtuig in het Nederlandse register voor burgerluchtvaartuigen staat ingeschreven en dat dit vliegtuig sinds 16 januari 2015 op naam staat van Jet Effective als eigenaar van het vliegtuig en dat Culimarque sindsdien is ingeschreven als houder van het vliegtuig. In deze brief vraagt de beheerder van het luchtvaartuigregister van de ILT de curator of hij bekend is met dit onderdeel van de boedel en of er naar aanleiding van voornoemde informatie door hem als curator stappen zullen worden ondernomen.
3.14. [naam 1] heeft nog dezelfde dag namens Culimarque gereageerd op de brief van de ILT. [naam 1] schrijft onder meer het volgende:
“De juiste registratie voor de [nummer 1] is op naam van Culimarque Holding B.V.
Er heeft nooit overdracht plaats gevonden aan Jet Effective B.V., enige registratie daartoe is abusievelijk. Het toestel heeft nooit op de balans van Jet Effective gestaan, de curator kan dat ongetwijfeld bevestigen.”
3.15. De curator heeft op 6 maart 2023 gereageerd op de brief van de ILT. De curator schrijft onder meer het volgende:
“Op basis van de door u toegezonden stukken kom ik vooralsnog tot de conclusie, dat het luchtvaartuig inderdaad tot de boedel van Jet Effective BV behoort. Ik zal hierover contact opnemen met de houder. Voor zover het luchtvaartuig behoort tot de boedel, zal ik mij inspannen om te komen tot verkoop daarvan.”
3.16. Eveneens op 6 maart 2023 heeft de curator aan Culimarque geschreven:
“Van het luchtvaartregister ontving ik correspondentie (…). Op basis van de door mij bestudeerde stukken kom ik tot de conclusie, dat het vliegtuig met serienummer [nummer 2] tot de boedel van Jet Effective BV behoort.
U (althans Culimarque Holding BV) bent de houder van voormeld toestel. Graag verneem ik van u waar het toestel zich thans bevindt.”
3.17. [naam 1] heeft in reactie hierop op 7 maart 2023 het volgende geschreven aan de curator:
“Met enige verbazing heb ik kennis genomen van de inhoud van uw bericht.
Om enig misverstand weg te nemen; het betreffende luchtvaartuig is nimmer in eigendom overgedragen aan Jet Effective B.V. maar (nog altijd en sinds vele jaren) in volledig en onbezwaard eigendom van Culimarque Holding B.V.
We (Culimarque Holding B.V. en de directie van Jet Effective hebben destijds wel gesproken over een mogelijke overdracht (een sale-and-lease-back-transactie) maar we zijn nooit tot overeenstemming gekomen. Ofschoon we toen wel de benodigde documenten ter voorbereiding van de beoogde overdracht wel hebben ingevuld, hadden deze nooit ingezonden mogen worden aan de inspectie daar we nooit tot volledige overeenstemming zijn gekomen en er ook geen transactie plaatsgevonden en er is nimmer een betaling geweest aan Culimarque Holding B.V. en het toestel staat onafgebroken op de balans van Culimarque Holding B.V.
Het betreft hier dus een administratieve dwaling en zij zullen contact opnemen met de inspectie teneinde dit recht te zetten. ”
3.18. De curator schrijft daarop in zijn e-mail van 8 maart 2023:
“Uit de mij ter beschikking staande stukken blijkt, dat wel degelijk sprake is van een (schriftelijke) door partijen ondertekende koopovereenkomst. Op basis van de overeenkomst heeft u zelf de Inspectie Leefomgeving en Transport op de hoogte gesteld van de overdracht van het toestel. Voorts werd een statement concerning holdership door partijen opgesteld en ondertekend, waaruit blijkt van de eigendom van Jet Effective BV.
Conclusie is dan ook, Dat Jet Effective BV wel degelijk als eigenaar heeft te gelden.”
3.19. [naam 1] heeft daarop per e-mail van 9 maart 2023 als volgt gereageerd:
“Zoals ik al aangaf is de overeenkomst nooit gestand gedaan; er is geen betaling (in welke vorm aan wie dan ook) door ons ontvangen met betrekking tot de verkoop en er is nooit een feitelijke levering geweest. Zulks moge temeer duidelijk zijn omdat het toestel al die tijd feitelijk bij ons ononderbroken in gebruik is geweest zonder enige vergoeding aan derden.
Kortom, er heeft geen verkoop plaatsgevonden en al zeker geen lease-back. Het toestel is nog altijd in feitelijk eigendom van Culimarque Holding, wat ook uit onze administratie blijkt. Dat de stukken bij de Inspectie zijn ingediend is een administratieve fout die niet eerder door ons was opgemerkt.”
3.20. Op 9 maart 2023 heeft [naam 2] een brief gestuurd aan de curator. [naam 2] schrijft in deze brief onder meer het volgende:
“Heden heeft de heer [naam 1] van Culimarque Holding B.V. contact met mij opgenomen inzake de door hem ontvangen berichten over de destijds voorgenomen overname van het vliegtuig met registratie [nummer 1] . Ik kan u berichten dat ik destijds namens Jet Effective B.V. deze voorgenomen transactie met hem besproken heb en, vooruitlopende op de verwachtte positieve uitkomst van deze gesprekken, alvast de bij een dergelijke transactie behorende formulieren ingevuld en ondertekend heb. Echter heeft de transactie nooit plaatsgevonden; er is nimmer een feitelijke overdracht geweest en we hebben nooit de overnamesom aan Culimarque Holding voldaan. Er is daarna ook nimmer (zoals wel voorgenomen) een lease-back overeenkomst gesloten en, vanzelfsprekend, zijn hier dus ook geen betalingen voor ontvangen door Jet Effective. Het niet gestand doen van de overeenkomst is gebaseerd op zakelijke overwegingen; de belangen van Jet Effective enerzijds en Culimarque Holding anderzijds bleke niet parallel te lopen en veronderstelde ik het risico voor Jet Effective te groot.
Ik ben altijd in de veronderstelling geweest dat de documenten vernietigd zouden zijn, wat gezien het niet tot overeenstemming (kunnen) komen mij logisch voor kwam. Naar nu blijkt is zulks niet gebeurd en zijn deze abusievelijk toch naar de Inspectie gestuurd.
Voor zover er enige onduidelijkheid zou kunnen bestaan; het betreffende vliegtuig is nimmer aan Jet Effective overgedragen en/of in exploitatie genomen. Er zijn geen betalingen terzake van deze voorgenomen transactie gedaan.”
3.21. Op 6 april 2023 heeft de curator conservatoir beslag tot afgifte gelegd op het vliegtuig.
3.22. Op 20 april 2023 heeft de curator Culimarque in kort geding gedagvaard. De curator heeft afgifte van het vliegtuig gevorderd. Culimarque heeft een eis in reconventie ingesteld tot opheffing van het beslag.
3.23. Bij vonnis van 14 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank de vordering van de curator afgewezen en de vordering in reconventie van Culimarque tot opheffing van het beslag toegewezen. De curator is niet in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak.
4 Het geschil
4.1. De curator vordert – zakelijk weergegeven – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
Subsidiair:
- verklaart voor recht dat de (rechtshandelingen tot) overdracht van het vliegtuig aan Culimarque in strijd is (zijn) met dan wel vernietigd is (zijn) op grond van artikel 42 Faillissementswet (hierna: Fw), althans artikel 47 Fw, en dat het vliegtuig tot de faillissementsboedel behoort,
Primair en subsidiair:
-
Culimarque gebiedt om binnen vijf weken na betekening van het vonnis aan de curator het vliegtuig en de bijbehorende documentatie af te geven, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per dag(deel) dat zij niet of niet geheel aan deze veroordeling voldoet,
-
voorwaardelijk, namelijk voor het geval het vliegtuig zich niet meer onder Culimarque bevindt en/of Culimarque niet in staat is om het vliegtuig aan de curator in deugdelijke staat af te geven: verklaart voor recht dat Culimarque jegens de curator onrechtmatig heeft gehandeld door het vliegtuig zonder recht of titel onder zich te houden en het vliegtuig uit haar macht te laten geraken, althans het vliegtuig niet in deugdelijke staat te behouden, en dat Culimarque gehouden is om alle als gevolg daarvan ontstane schade aan de curator te vergoeden, en Culimarque te veroordelen tot vergoeding van deze schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
-
Culimarque veroordeelt tot betaling van de proceskosten (inclusief nakosten en beslagkosten), vermeerderd met de wettelijke rente.
4.2. Culimarque voert verweer dat strekt tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van de curator in de proceskosten.
4.3. Op de stellingen van partijen wordt, voor zover relevant, nader ingegaan bij de beoordeling. 5. De beoordeling
5.1. De hoofdvraag die in deze procedure voorligt, is of de eigendom van het vliegtuig op enig moment in de periode van november 2014 tot en met januari 2015 is overgedragen van Culimarque aan Jet Effective, zoals de curator stelt en Culimarque betwist. Vooropgesteld moet daarbij worden dat voor de overdracht van het vliegtuig door Culimarque aan Jet Effective een op dat rechtsgevolg gerichte wil van genoemde partijen noodzakelijk is (artikel 3:33 BW
5.2. De curator heeft zijn vorderingen onderbouwd met een aantal documenten, zoals de koopovereenkomst en de houderschapsverklaring (r.o. 3.1 en 3.6), die in de periode november 2014 tot januari 2015 zijn opgesteld en ondertekend. Volgens de curator leveren deze documenten dwingend bewijs op ter ondersteuning van zijn standpunt dat het vliegtuig is overdragen aan Jet Effective. Daarnaast heeft de curator gewezen op het door [naam 2] ondertekende formulier van de ILT (r.o. 3.5), de registratie van de eigenaarschap van Jet Effective in het burgerluchtvaartuigregister, en het gegeven dat daarvoor leges zijn betaald door Culimarque.
5.3. Culimarque heeft primair betwist dat de eigendom van het vliegtuig is overgegaan op Jet Effective. Zij heeft in dit kader onder meer aangevoerd dat de voor overdracht vereiste wilsovereenstemming ontbreekt. Culimarque heeft gewezen op de e-mails en schriftelijke verklaring van [naam 1] respectievelijk [naam 2] van begin maart 2023 (r.o. 3.14, 3.17, 3.19 en 3.20). Hieruit blijkt volgens Culimarque dat Culimarque en Jet Effective eind 2014 weliswaar van plan waren de eigendom van het vliegtuig aan Jet Effective over te dragen door middel van een sale en lease-back constructie, waarbij Jet Effective het vliegtuig van Culimarque zou kopen en Culimarque het vliegtuig als houder tegen betaling zou kunnen (blijven) gebruiken. Culimarque had in het najaar van 2014 liquiditeitsproblemen en heeft eerst geprobeerd een geldlening te krijgen bij de bank met vestiging van een hypotheekrecht op het vliegtuig. Dit bleek niet haalbaar, omdat het vliegtuig geen registergoed is. Vervolgens is het plan ontstaan om met Jet Effective een sale en lease-back constructie aan te gaan. De bestuurder van Jet Effective ( [naam 2] ) kreeg echter twijfels vanwege de (aansprakelijkheids)risico’s die gemoeid zijn met het in eigendom hebben van een vliegtuig voor personenvervoer en Culimarque kon uiteindelijk op een andere manier (via een gelieerde vennootschap) aan liquiditeit komen. Culimarque (in de persoon van [naam 1] ) en Jet Effective (in de persoon van [naam 2] ) hebben dus van de transactie afgezien. Het vliegtuig is niet aan Jet Effective geleverd en er zijn nooit afspraken gemaakt (over bijvoorbeeld rente en kosten) om de lease-back constructie vorm te geven, aldus nog steeds Culimarque. Volgens Culimarque zijn de documenten die in het kader van de voorbereiding van de transactie waren opgesteld abusievelijk door een medewerker van Culimarque naar de beheerder van het luchtvaartregister van de ILT gestuurd. Culimarque is hier pas jaren later, in maart 2023, op geattendeerd door een bericht van de ILT. [naam 1] heeft toen meteen aan de ILT en de curator laten weten dat sprake was van een vergissing en dat het vliegtuig nooit in eigendom is overgedragen aan Jet Effective. Subsidiair heeft Culimarque het standpunt ingenomen dat zij begin 2015 weer eigenaar is geworden van het vliegtuig door terug-overdracht. Meer subsidiair heeft Culimarque het standpunt ingenomen dat zij weer eigenaar van het vliegtuig is geworden door verkrijgende verjaring.
5.4. De curator heeft tijdens de mondelinge behandeling zijn standpunt, dat het vliegtuig aan Jet Effective is overgedragen, nader toegelicht. Volgens hem zijn er in de periode van november 2014 tot en met januari 2015, dus in een tijdsbestek van drie maanden, tien documenten opgesteld in het kader van de voorgenomen sale-leaseback constructie. Dit duidt erop dat het vliegtuig is overgedragen. Het is volgens de curator niet logisch dat het opstellen en ondertekenen van al die documenten steeds weer op een vergissing zou berusten. De verklaringen van [naam 1] en [naam 2] , die een familiaire band hebben, zijn volgens de curator ongeloofwaardig en doen bij hem het vermoeden rijzen dat het doel van de eigendomsoverdracht van het vliegtuig was om het vliegtuig buiten het bereik van de schuldeisers van Culimarque te houden.
5.5. De rechtbank komt tot de conclusie dat het vliegtuig nooit aan Jet Effective is overgedragen, omdat de gemeenschappelijke partijbedoeling van Culimarque en Jet Effective (uiteindelijk) niet was gericht op de verkoop van het vliegtuig. Nu de inhoud van de partijbedoeling kan worden vastgesteld op basis van onder meer informatie van de destijds direct betrokken bestuurders, komt de rechtbank niet toe aan de uitleg van voor derden en voor de curator kenbare (al dan niet schriftelijke) verklaringen en gedragingen van Culimarque en Jet Effective. Daarbij merkt de rechtbank op dat geen sprake is van een situatie zoals bedoeld in artikel 3:36 BW, waarin derden te goeder trouw hebben gehandeld op basis van de koopovereenkomst, de registratie in het register voor burgerluchtvaartuigen of andere documenten betreffende de (niet-geëffectueerde) overdracht van het vliegtuig.
5.6. De rechtbank passeert het betoog van de curator dat de verklaringen van [naam 1] en [naam 2] over de voorgenomen, maar niet-geëffectueerde, sale en lease-back transactie ongeloofwaardig zijn. Uit het dossier en hetgeen ter zitting is besproken maakt de rechtbank op dat de door de curator bedoelde tien documenten die er volgens hem op wijzen dat het vliegtuig in de periode tussen november 2024 en januari 2015 aan Jet Effective is overgedragen (in het bijzonder de koopovereenkomst, de houderschapsverklaring, de gebruiksovereenkomst en het ondertekende formulier van de ILT) moeten worden beschouwd als één pakket documenten. Deze zijn – in een relatief korte periode – opgesteld en ondertekend, met als doel de voorgenomen transactie uit te voeren om het liquiditeitsprobleem bij Culimarque op te lossen. De transactie ging uiteindelijk niet door, omdat partijen het over de voorwaarden van de lease-back constructie niet eens zijn geworden. Daarover zijn ook geen documenten opgesteld en ondertekend. Dat de transactie eind 2014 al voor een belangrijk deel was voorbereid, waardoor sprake is van meerdere documenten die wijzen in de richting van het aangaan van de transactie, noopt naar het oordeel van de rechtbank niet tot de conclusie dat de verklaringen van [naam 1] (in zijn e-mails aangehaald in r.o. 3.14, 3.17, 3.19) en [naam 2] (in zijn brief, aangehaald in r.o. 3.20) over de gang van zaken rondom de voorgenomen transactie ongeloofwaardig zijn.
5.7. Bij dat laatste weegt mee dat nergens uit blijkt dat Jet Effective de overeengekomen koopprijs van € 10.000,- ooit heeft betaald. Hetzelfde geldt voor de vergoeding van € 1.495 per jaar die Culimarque volgens de gebruiksovereenkomst aan Jet Effective zou moeten betalen. Bovendien heeft [naam 1] namens Culimarque, in reactie het op bericht van de ILT van 2 maart 2023, direct geantwoord dat er nooit een overdracht van het vliegtuig heeft plaatsgevonden en dat de registratie daarvan op een misverstand berust (r.o. 3.14). Ook in de dagen daarop – en bijvoorbeeld niet pas toen al een gerechtelijke procedure aanhangig was - hebben zowel [naam 1] als [naam 2] hun (eensluidende) visie op de gang van zaken eind 2014 gegeven (r.o. 3.17, 3.19 en 3.20). Hun weergave van de gang van zaken is ook gaandeweg de gerechtelijke procedures die inmiddels tussen partijen zijn gevoerd onveranderd gebleven.
5.8. De rechtbank stelt verder vast dat Culimarque en Jet Effective ook na januari 2015 steeds hebben gehandeld alsof Culimarque de eigenaar van het vliegtuig was. Het vliegtuig heeft altijd op de boekhoudkundige balans van Culimarque gestaan en zij heeft steeds de kosten van de verzekering, de stalling en het onderhoud van het vliegtuig betaald. Dit laatste blijkt ook uit de door Culimarque overgelegde facturen voor verzekering, onderhoud en stalling (r.o. 3.9 tot en met 3.11). Volgens de curator is dat geen indicatie dat, zoals [naam 1] en [naam 2] schrijven, de eigendom van het vliegtuig steeds bij Culimarque is gebleven, gelet op de gebruiksovereenkomst van 3 november 2014. Hierin is overeengekomen dat Culimarque als houder van het vliegtuig de kosten voor onder meer stalling, verzekering en onderhoud en reparatie zou dragen. De gebruiksovereenkomst maakt echter onderdeel uit van het pakket documenten dat in de periode van november 2014 tot en met januari 2015 is opgesteld en ondertekend in de kader van de voorgenomen transactie, waarvan partijen uiteindelijk hebben afgezien. De rechtbank hecht aan de gebruiksovereenkomst daarom niet dezelfde betekenis als de curator.
5.9. De curator heeft ook nog aangevoerd dat uit het feit dat Culimarque de leges voor de wijziging van de registratie bij de ILT heeft betaald, volgt dat het vliegtuig wel degelijk aan Jet Effective is overgedragen. Ook dat argument gaat niet op. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Culimarque onbetwist aangevoerd dat de medewerker van Culimarque die per abuis de in het kader van de voorgenomen transactie opgestelde en ondertekende documenten aan de ILT heeft toegezonden, ook degene was die de vervolgens door de ILT geheven leges van € 71,- heeft betaald. Culimarque heeft toegelicht dat voor bedragen onder € 500,- geen toestemming nodig was van een leidinggevende. Gelet hierop acht de rechtbank verklaarbaar dat Culimarque de leges heeft betaald, in weerwil van het feit dat partijen hebben afgezien van de overdracht van het vliegtuig aan Jet Effective.
5.10. De curator heeft verder aangevoerd dat de koopovereenkomst en de houderschapsverklaring strekken tot dwingend bewijs tussen partijen. De rechtbank gaat ook aan dat argument voorbij. Nog los van de vraag of artikel 157 lid 2 Rv
5.11. Nu het primaire verweer van Culimarque slaagt, komt de rechtbank niet toe aan de beoordeling van haar subsidiaire verweren betreffende terug-overdracht aan Culimarque en verkrijgende verjaring. Dat leidt ertoe dat de rechtbank evenmin toekomt aan de beoordeling van de subsidiair door de curator ingestelde vorderingen, die uitgaan van de premisse dat het vliegtuig is terug-overgedragen aan Culimarque.
5.12. De conclusie van het voorgaande is dat alle vorderingen van de curator zullen worden afgewezen.
Proceskosten
5.13. De curator is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De kosten aan de zijde van Culimarque worden begroot op:
-
griffierecht € 688,-
-
salaris advocaat € 1.228,- (2,0 punten × tarief II á € 614,-)
-
nakosten € 178,- (plus de verhoging zoals in de beslissing vermeld)
Totaal € 2.094,-
Uitvoerbaar bij voorraad verklaring
5.14. Nu dit onbestreden is gevorderd, zal de rechtbank haar beslissing voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
6 De beslissing
De rechtbank
6.1. wijst de vorderingen van de curator af,
6.2. veroordeelt de curator in de proceskosten van Culimarque van € 2.094,-, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving. Als de curator niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis wordt betekend, dan moet hij € 92,- extra betalen aan nakosten, plus betekeningskosten,
6.3. verklaart dit vonnis voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Kelkensberg en in het openbaar uitgesproken op 17 september 2025.
Burgerlijk Wetboek
Vgl. conclusie A-G Hartlief van 16 oktober 2020, ECLI:NL:PHR:2020:966, rov. 3.2.5.
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
type: 3516