ECLI:NL:RBDHA:2024:14917 - Rechtbank Den Haag - 27 augustus 2024
Uitspraak
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.25130
V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. G.J. Dijkman)
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend, omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op zijn bezwaar.
Overwegingen
De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is.
Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld.
Eiseres heeft op 9 augustus 2023 bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een mvv nareis. Verweerder moet uiterlijk binnen negentien weken een beslissing op bezwaar nemen. Dit is gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken.
De rechtbank bepaalt in deze zaak met toepassing van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb, dat verweerder een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee de in de uitspraak bepaalde beslistermijn nu nog wordt overschreden door verweerder. Daarbij geldt wel een maximum van € 7.500,-. Conclusie en gevolgen
Het beroep is gegrond. Dat betekent dat eiseres gelijk krijgt en dat verweerder binnen twaalf weken alsnog een beslissing op bezwaar bekend moet maken. Als verweerder dat niet doet, moet hij een dwangsom betalen. Omdat het beroep gegrond is, krijgt eiseres ook een vergoeding voor de proceskosten die hij heeft gemaakt. Verweerder moet dit betalen. Volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) is dit een vast bedrag omdat eiseres een professionele (juridische) hulpverlener heeft ingeschakeld om voor hem een beroepschrift in te dienen. Omdat de zaak alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden, wordt een lager bedrag toegekend (wegingsfactor 0,5). Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden. Toegekend wordt € 437,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 875,- en een wegingsfactor 0,5). Ook moet verweerder het door eiseres betaalde griffierecht vergoeden.
Beslissing
De rechtbank:
-
verklaart het beroep gegrond;
-
vernietigt het met een besluit gelijk te stellen niet tijdig nemen van een besluit;**-**draagt verweerder op om binnen twaalf weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit op het bezwaar te nemen, als verweerder geen herstel verzuim biedt en geen nader onderzoek nodig vindt;
-
bepaalt dat verweerder aan eiseres een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag, waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,-;- bepaalt dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 187,- vergoedt;- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 437,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, rechter, in aanwezigheid van J.B. Thepass, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
28 augustus 2024
Bent u het niet eens met deze uitspraak?Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.
Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
Dit staat in artikel 76, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
Op grond van artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
Artikel 8:55d, derde lid, van de Awb.
ECLI:NL:RBDHA:2023:3590.