ECLI:NL:RBDHA:2024:11999 - Rechtbank Den Haag - 25 juli 2024
Uitspraak
Genoemde wetsartikelen
Uitspraak inhoud
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.15759
V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. O.C. Bondam),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Eiser heeft beroep ingesteld.
Overwegingen
Voor het wettelijk kader en de aan het beroep ten grondslag liggende overwegingen verwijst de rechtbank naar de aan deze uitspraak gehechte bijlage.
Is de beslistermijn overschreden?
( x) Ja( ) Nee
( x) Ja( ) Nee
Is het beroep gegrond? ( ) NeeHet beroep is kennelijk niet-ontvankelijk omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. (x) Ja
Binnen welke termijn moet verweerder alsnog een besluit nemen? ( ) Verweerder heeft geen bijzondere omstandigheden gesteld. De rechtbank stelt daarom een nadere termijn vast van veertien dagen vanaf de datum waarop de uitspraak naar partijen wordt verstuurd.
( x) Er is sprake van bijzondere omstandigheden. Er zijn achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank acht een nadere beslistermijn tot uiterlijk 13 september 2024 redelijk. Hierbij wordt zowel recht gedaan aan het belang van verweerder om een zorgvuldige beslissing te nemen, als aan het belang van eiser om op korte termijn een beslissing te krijgen op de aanvraag. Ook wordt daarmee de uiterste termijn van 21 maanden zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn niet overschreden.( ) Er is sprake van bijzondere omstandigheden. Er zijn achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank acht een nadere beslistermijn van maximaal ___________ weken na de datum van verzending van deze uitspraak redelijk. Hierbij wordt zowel recht gedaan aan het belang van verweerder om een zorgvuldige beslissing te nemen, als aan het belang van eiser om op korte termijn een beslissing te krijgen op de aanvraag.
( ) Er is sprake van bijzondere omstandigheden, de rechtbank heeft verweerder echter eerder al een termijn gesteld zonder dat verweerder heeft beslist. De rechtbank stelt daarom een nadere termijn vast van veertien dagen vanaf de datum waarop de uitspraak naar partijen is verstuurd. ( ) Er is sprake van bijzondere omstandigheden, met de door verweerder genoemde termijn wordt echter de uiterste termijn overschreden van 21 maanden zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn. De rechtbank ziet daarom aanleiding om verweerder op te dragen zo snel mogelijk op de asielaanvraag te beslissen, maar uiterlijk twee weken na verzending van deze uitspraak.
Is er aanleiding om een rechterlijke dwangsom op te leggen?
( x) Ja( ) Nee
Hoe hoog is de rechterlijke dwangsom als verweerder niet binnen deze termijn beslist? (x) € 100 per dag met een maximum van € 7.500.( ) Een ander bedrag.
Is er aanleiding om proceskosten vast te stellen?
( x) Ja( ) Nee
Hoe hoog zijn de te vergoeden proceskosten? De volgende proceskosten worden toegekend:
( x) 1 punt voor het indienen van het beroepschrift( ) 1 punt voor de nadere reactie(s)
( ) 0,5 punt voor een nadere reactiemet een waarde per punt van € 875 en een wegingsfactor 0,5.
Beslissing
De rechtbank:
( x) verklaart het beroep gegrond;
( x) draagt verweerder op uiterlijk op 13 september 2024 een besluit bekend te maken met inachtneming van deze uitspraak;
( x) bepaalt dat verweerder aan eiser een dwangsom van (x) € 100 verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500;
( x) veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 437,50.
Deze uitspraak is gedaan op 25 juli 2024 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Bijlage
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak? Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.
Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
Artikel 4:17 van Awb.
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 30 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3352.
Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
Op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
Gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.