Artikel 7:2 (Hoorplicht en kennisgeving bij bezwaar)
1. Voordat een bestuursorgaan op het bezwaar beslist, stelt het belanghebbenden in de gelegenheid te worden gehoord.
2. Het bestuursorgaan stelt daarvan in ieder geval de indiener van het bezwaarschrift op de hoogte alsmede de belanghebbenden die bij de voorbereiding van het besluit hun zienswijze naar voren hebben gebracht.
Uitleg in duidelijke taal
1. Voordat een bestuursorgaan op het bezwaar beslist, stelt het belanghebbenden in de gelegenheid te worden gehoord.
Dit betekent dat een bestuursorgaan, voordat het een beslissing neemt over het bezwaar, belanghebbenden de mogelijkheid moet bieden om te worden gehoord.
2. Het bestuursorgaan stelt daarvan in ieder geval de indiener van het bezwaarschrift op de hoogte alsmede de belanghebbenden die bij de voorbereiding van het besluit hun zienswijze naar voren hebben gebracht.
Dit houdt in dat het bestuursorgaan over deze mogelijkheid (om gehoord te worden) ten minste de indiener van het bezwaarschrift informeert, alsook de belanghebbenden die bij de voorbereiding van het oorspronkelijke besluit hun zienswijze naar voren hebben gebracht.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2011:BP2132
ECLI:NL:HR:2009:BI3751
ECLI:NL:HR:2016:114
ECLI:NL:HR:2019:1619
ECLI:NL:HR:2021:966 - Vereenvoudigde afdoening zonder zitting (art. 8:54 Awb) niet in strijd met EU-recht
Artikel 8:54 Awb, dat een rechter toestaat een beroep kennelijk ongegrond te verklaren zonder zitting, is niet in strijd met artikel 47 Handvest of het EU-verdedigingsbeginsel. De procedure van verzet (art. 8:55 Awb), met mogelijkheid tot een hoorzitting, biedt een afdoende rechtsbescherming.
ECLI:NL:HR:2019:59
ECLI:NL:HR:2020:1728
ECLI:NL:HR:2020:1011
ECLI:NL:HR:2018:2306
ECLI:NL:HR:2022:1739 - Hoorplicht, proceskostenvergoeding en toepassing van gewijzigde tarieven
Een bestuursorgaan hoeft niet op een expliciete afwijzing van de hoorplicht te wachten. Wanneer een hof een proceskostenvergoeding van de rechtbank opnieuw moet berekenen, dient het de tarieven toe te passen die gelden ten tijde van de eigen uitspraak, niet die van de rechtbank.