Arrest inhoud

3 april 2015

Eerste Kamer

14/05985

LZ/AS

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[verzoeker],thans verblijvende in de penitentiaire inrichting te Nieuwegein, VERZOEKER tot cassatie, advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.

Verzoeker zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].

1 Het geding in feitelijke instantie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. het bevel in de zaak C/16/13/759 F van de rechter-commissaris in de Rechtbank Midden-Nederland van 9 oktober 2014;

b. de beschikking in de zaak 13/759 F van de rechtbank Midden-Nederland van 20 november 2014.

De beschikking van 20 november 2014 is aan deze beschikking gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van de rechtbank heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van [verzoeker] heeft bij brief van 5 maart 2015 op die conclusie gereageerd. Bij brief van 9 maart 2015 heeft die advocaat een reactie op die conclusie van [verzoeker] zelf ingediend. Laatstgenoemde reactie heeft de Hoge Raad terzijde gelegd zowel omdat zij niet is opgesteld door een advocaat, als buiten de termijn van art. 44 lid 3 Rv is ingediend.

3 Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 3 april 2015.