Artikel 81 (Beperkte motivering en kamerbezetting cassatie)
1. Indien de Hoge Raad oordeelt dat een aangevoerde klacht niet tot cassatie kan leiden en niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, kan hij zich bij de vermelding van de gronden van zijn beslissing beperken tot dit oordeel.
2. Het beroep in cassatie wordt behandeld en beslist door drie leden van een meervoudige kamer, van wie een als voorzitter optreedt.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien de Hoge Raad oordeelt dat een aangevoerde klacht niet tot cassatie kan leiden en niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, kan hij zich bij de vermelding van de gronden van zijn beslissing beperken tot dit oordeel.
Dit betekent letterlijk: Als de Hoge Raad oordeelt dat een ingediende klacht niet kan leiden tot vernietiging van de uitspraak (cassatie) en niet dwingt (noopt) tot het beantwoorden van rechtsvragen die van belang zijn voor de eenheid van het recht (rechtseenheid) of de ontwikkeling van het recht (rechtsontwikkeling), dan kan de Hoge Raad, wanneer hij de redenen (gronden) van zijn beslissing vermeldt, volstaan met enkel dit oordeel te noemen.
2. Het beroep in cassatie wordt behandeld en beslist door drie leden van een meervoudige kamer, van wie een als voorzitter optreedt.
Dit betekent letterlijk: Het beroep in cassatie wordt in behandeling genomen en er wordt over beslist door drie leden van een meervoudige kamer (een kamer met meerdere rechters). Eén van deze drie leden treedt op als voorzitter.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2016:252 - Overzichtsarrest immateriële schadevergoeding bij overschrijding redelijke termijn in belastingzaken - 18 februari 2016
De Hoge Raad geeft een integraal overzicht van de regels voor de toekenning van immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in belastingzaken. Het arrest consolideert en verduidelijkt bestaande jurisprudentie en introduceert enkele nieuwe oordelen.
ECLI:NL:HR:2022:853 - Hoge Raad - 9 juni 2022
ECLI:NL:HR:2008:BD2578 - Hoge Raad - 16 juni 2008
ECLI:NL:HR:2018:1935 - Hoge Raad bevestigt [B]/Dexia-regel: geen afwijking door lagere rechter - 11 oktober 2018
De Hoge Raad oordeelt dat een lagere rechter niet mag afwijken van de [B]/Dexia-regel. De omstandigheid dat Dexia contracteerde met een klant geadviseerd door een onvergunde tussenpersoon, is zo ernstig dat Dexia de volledige schade moet vergoeden, ongeacht eigen schuld van de klant.
ECLI:NL:HR:2005:AO9006 - Hoge Raad - 21 april 2005
ECLI:NL:HR:2019:590 - Negatieve Verklaring voor Recht, Zorgplicht Adviseur en Buitengerechtelijke Kosten - 11 april 2019
Dit arrest verduidelijkt de voorwaarden voor een negatieve verklaring voor recht, oordeelt dat advies van een in-huis adviseur van de aanbieder is verdisconteerd in het 'hofmodel', en stelt dat gestandaardiseerde buitengerechtelijke werkzaamheden niet voor separate vergoeding in aanmerking komen.
ECLI:NL:HR:2019:793 - Overzichtsarrest vordering benadeelde partij: schadebegroting en motivering - 27 mei 2019
De Hoge Raad geeft een overzicht van de regels voor de vordering van de benadeelde partij. Dat de omvang van schade is geschat (art. 6:97 BW), staat toewijzing niet in de weg, mits de rechter zijn oordeel toereikend motiveert aan de hand van vaststaande feiten.
ECLI:NL:HR:2006:AU9130 - Hoge Raad - 10 april 2006
ECLI:NL:HR:2015:660 - Hoge Raad - 19 maart 2015
ECLI:NL:HR:2022:752 - Interne compensatie, redelijke termijn en discriminerende proceskostenvergoeding in BPM-zaak - 26 mei 2022
Interne compensatie is toegestaan, ook als dit een op Unierecht gebaseerde vordering tenietdoet. De coronapandemie rechtvaardigt niet zonder meer verlenging van de redelijke termijn. Een lagere proceskostenvergoeding voor BPM-zaken is in strijd met het discriminatieverbod en moet buiten toepassing blijven.