Terug naar bibliotheek
Titel I. Van faillissement
Vierde afdeling. Van de voorzieningen na de faillietverklaring en van het beheer des curators
Artikel 105

Artikel 105 (Inlichtingen- en medewerkingsplicht gefailleerde)

Laatste versie

1. De gefailleerde is verplicht de curator, de schuldeiserscommissie en de rechter-commissaris alle inlichtingen te verschaffen als dit van hem wordt verlangd, op de wijze als daarbij is bepaald. De gefailleerde licht de curator eigener beweging in over feiten en omstandigheden waarvan hij weet of behoort te weten dat deze voor de omvang, het beheer of de vereffening van de boedel van belang zijn.

2. De gefailleerde die in het buitenland vermogensbestanddelen heeft, zoals banktegoeden of onroerend goed, is verplicht:

a. de curator daarover in te lichten; en b. alle medewerking te verlenen, waaronder zo nodig de verschaffing van een volmacht, om de curator de beschikking te geven over die buitenlandse vermogensbestanddelen.

3. Indien de gefailleerde in enige gemeenschap van goederen is gehuwd of in enige gemeenschap van goederen een geregistreerd partnerschap is aangegaan, rust de plicht om inlichtingen te geven op ieder van de echtgenoten onderscheidenlijk van de geregistreerde partners voor zover het faillissement de gemeenschap betreft.

Uitleg in duidelijke taal

1. De gefailleerde is verplicht de curator, de schuldeiserscommissie en de rechter-commissaris alle inlichtingen te verschaffen als dit van hem wordt verlangd, op de wijze als daarbij is bepaald. De gefailleerde licht de curator eigener beweging in over feiten en omstandigheden waarvan hij weet of behoort te weten dat deze voor de omvang, het beheer of de vereffening van de boedel van belang zijn.

Dit betekent letterlijk dat de persoon die failliet is verklaard (de gefailleerde) verplicht is om de curator, de schuldeiserscommissie en de rechter-commissaris alle inlichtingen te geven (verschaffen) wanneer dit van hem wordt gevraagd (verlangd), en wel op de manier die daarbij is aangegeven (bepaald). Daarnaast moet de gefailleerde de curator uit eigen initiatief (eigener beweging) informeren over feiten en omstandigheden waarvan hij weet, of redelijkerwijs behoort te weten, dat deze belangrijk zijn voor de omvang, het beheer of de afwikkeling (vereffening) van de failliete boedel.

2. De gefailleerde die in het buitenland vermogensbestanddelen heeft, zoals banktegoeden of onroerend goed, is verplicht:

Dit betekent letterlijk dat de gefailleerde die bezittingen (vermogensbestanddelen) in het buitenland heeft, bijvoorbeeld geld op een buitenlandse bankrekening (banktegoeden) of vastgoed (onroerend goed) in het buitenland, verplicht is om het volgende te doen:

a. de curator daarover in te lichten; en

Dit houdt in dat de gefailleerde verplicht is de curator over deze buitenlandse vermogensbestanddelen te informeren; en

b. alle medewerking te verlenen, waaronder zo nodig de verschaffing van een volmacht, om de curator de beschikking te geven over die buitenlandse vermogensbestanddelen.

Dit houdt in dat de gefailleerde verplicht is om alle medewerking te verlenen, wat inhoudt dat hij, indien nodig, een volmacht moet geven (verschaffen), zodat de curator controle (de beschikking) kan krijgen over die vermogensbestanddelen in het buitenland.

3. Indien de gefailleerde in enige gemeenschap van goederen is gehuwd of in enige gemeenschap van goederen een geregistreerd partnerschap is aangegaan, rust de plicht om inlichtingen te geven op ieder van de echtgenoten onderscheidenlijk van de geregistreerde partners voor zover het faillissement de gemeenschap betreft.

Dit betekent letterlijk dat als de gefailleerde getrouwd is in gemeenschap van goederen, of een geregistreerd partnerschap is aangegaan in gemeenschap van goederen, de verplichting om inlichtingen te verstrekken rust op beide echtgenoten of beide geregistreerde partners afzonderlijk (onderscheidenlijk), voor zover het faillissement betrekking heeft op die gemeenschap van goederen.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad30x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:161

ECLI:NL:HR:2014:16124 januari 2014Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad20x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1338

ECLI:NL:HR:2014:13386 juni 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtInsolventierecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AD9144

ECLI:NL:HR:2002:AD914415 februari 2002Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2997 - Misbruik van bevoegdheid en motiveringsplicht bij faillissementsverhoor door rechter-commissaris

ECLI:NL:HR:2016:299723 december 2016Dit wetsartikel wordt 12 keer genoemd in deze uitspraak

De bevoegdheid van de rechter-commissaris om een faillissementsverhoor te gelasten is ruim, maar wordt begrensd door misbruik van bevoegdheid. In bijzondere omstandigheden, zoals na een finale kwijting en eerdere afzegging, moet de rechter-commissaris motiveren waarom een verhoor alsnog noodzakelijk is.

Civiel RechtInsolventierecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:51

ECLI:NL:HR:2014:5110 januari 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:2019 - Niet overleggen administratie bewijst niet automatisch bedrieglijke verkorting schuldeisersrechten

ECLI:NL:HR:2020:201915 december 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het niet overleggen van de administratie na faillissement is onvoldoende om het opzet op bedrieglijke verkorting van de rechten van schuldeisers te bewijzen. Daarvoor moet vaststaan dat er een aanmerkelijke kans op benadeling ontstond. Een bewezenverklaring kan desondanks in stand blijven bij gebrek aan belang.

StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BK8635

ECLI:NL:HR:2010:BK86355 maart 2010Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1776

ECLI:NL:HR:2021:177626 november 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:102

ECLI:NL:HR:2021:10222 januari 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1546

ECLI:NL:HR:2014:154627 juni 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak