Arrest inhoud

20 februari 2015

Eerste Kamer

nr. 14/01473

LZ/MD

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

1. [eiseres 1], 2. [eiser 2], 3. [eiser 3],allen wonende te [woonplaats], EISERS tot cassatie, advocaat: mr. M.A.R. Schuckink Kool,

t e g e n

DE PRINCIPAAL B.V.,gevestigd te Amsterdam, VERWEERSTER in cassatie, niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en De Principaal.

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. de vonnissen in de zaak 512918/HA ZA 12-356 van de rechtbank Amsterdam van 13 juni 2012 en 5 december 2012;

b. het arrest in de zaak 200.120.823/01 SKG van het gerechtshof Amsterdam van 7 januari 2014.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. Tegen De Principaal is verstek verleend. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 lid 1 RO.

3 Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Beslissing

De Hoge Raad: verwerpt het beroep; veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van De Principaal begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. Drion en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op 20 februari 2015.