Terug naar bibliotheek
Boek 3. Vermogensrecht in het algemeen
Titel 11. Rechtsvorderingen
Artikel 314

Artikel 314 (Aanvang verjaringstermijn onrechtmatige toestand bezit)

Laatste versie

1. De termijn van verjaring van een rechtsvordering tot opheffing van een onrechtmatige toestand begint met de aanvang van de dag, volgende op die waarop de onmiddellijke opheffing van die toestand gevorderd kan worden.

2. De termijn van verjaring van een rechtsvordering strekkende tot beëindiging van het bezit van een niet-rechthebbende begint met de aanvang van de dag, volgende op die waarop een niet-rechthebbende bezitter is geworden of de onmiddellijke opheffing gevorderd kon worden van de toestand waarvan diens bezit de voortzetting vormt.

Uitleg in duidelijke taal

1. De termijn van verjaring van een rechtsvordering tot opheffing van een onrechtmatige toestand begint met de aanvang van de dag, volgende op die waarop de onmiddellijke opheffing van die toestand gevorderd kan worden.

Dit betekent letterlijk: De termijn van verjaring van een rechtsvordering tot opheffing van een onrechtmatige toestand begint met de aanvang van de dag, volgende op die waarop de onmiddellijke opheffing van die toestand gevorderd kan worden.

2. De termijn van verjaring van een rechtsvordering strekkende tot beëindiging van het bezit van een niet-rechthebbende begint met de aanvang van de dag, volgende op die waarop een niet-rechthebbende bezitter is geworden of de onmiddellijke opheffing gevorderd kon worden van de toestand waarvan diens bezit de voortzetting vormt.

Dit betekent letterlijk: De termijn van verjaring van een rechtsvordering strekkende tot beëindiging van het bezit van een niet-rechthebbende begint met de aanvang van de dag, volgende op die waarop een niet-rechthebbende bezitter is geworden of de onmiddellijke opheffing gevorderd kon worden van de toestand waarvan diens bezit de voortzetting vormt.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad247x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:309 - Verjaring van Grond: Eigendomsverlies is Onrechtmatige Daad

ECLI:NL:HR:2017:30924 februari 2017Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Eigendomsverkrijging door een bezitter te kwader trouw (art. 3:105 BW) is mogelijk, ook als de eigenaar het land had moeten inspecteren om de inbezitneming te ontdekken. De voormalig eigenaar kan vervolgens wel schadevergoeding vorderen op grond van onrechtmatige daad, eventueel in de vorm van teruglevering van de grond.

Civiel RechtGoederenrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:2463

ECLI:NL:HR:2015:24634 september 2015Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:62 - Bevrijdende Verjaring: Onrechtmatige Daad bij Wetenschap van Eigendom Bevestigd

ECLI:NL:HR:2023:6220 januari 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad bevestigt de regel uit het Gemeente Heusden-arrest: wie grond in bezit neemt wetende dat die van een ander is, handelt onrechtmatig. Na voltooiing van de verjaring kan de voormalig eigenaar schadevergoeding vorderen, doorgaans de teruglevering van de grond.

Civiel RechtGoederenrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BO1763

ECLI:NL:HR:2010:BO176317 december 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGoederenrecht, Vastgoedrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2022:1940

ECLI:NL:HR:2022:194023 december 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2015:399

ECLI:NL:HR:2015:39920 februari 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak