Vermogensbelasting Rechtspraak Updates

De Hoge Raad oordeelt dat de APV-regeling op stelselniveau de toets van artikel 1 EP en 14 EVRM doorstaat. De keuze van de wetgever om ter voorkoming van een heffingsvacuüm vermogen toe te rekenen aan erfgenamen is niet kennelijk ontbloot van redelijke grond.

De transparantierechtspraak blijft relevant voor de vraag of vermogen daadwerkelijk is afgezonderd. Pas als vaststaat dat sprake is van een reële vermogensafzondering, komt de wettelijke regeling voor afgezonderd particulier vermogen (APV) van artikel 2.14a Wet IB 2001 in beeld.

De Hoge Raad oordeelt dat bij de berekening van het werkelijke rendement in box 3 niet-gerealiseerde waardestijgingen moeten worden meegenomen. Het eigen gebruik van een onverhuurde tweede woning telt echter niet als rendement. De heffing over een uitkering wegens overlijdensschade is niet in strijd met het recht.

Voor de bepaling van het werkelijk rendement in box 3 telt de ongerealiseerde waardeverandering van een tweede woning mee, berekend via de WOZ-waarden (t-1 methode). Het voordeel uit eigen gebruik wordt op nihil gesteld. Kosten voor verbetering zijn geen rendement, in tegenstelling tot onderhoudskosten.