Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemeene bepalingen
Titel II. De verdachte
Artikel 27

Artikel 27 (Definitie verdachte, uitbreiding rechten, tolkbijstand)

Laatste versie

1. Als verdachte wordt vóórdat de vervolging is aangevangen, aangemerkt degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit.

2. Daarna wordt als verdachte aangemerkt degene tegen wie de vervolging is gericht.

3. De aan de verdachte toekomende rechten komen tevens toe aan de ambtenaar die in de uitoefening van zijn functie geweld heeft gebruikt en ten aanzien van welk geweldgebruik een feitenonderzoek als bedoeld in artikel 511a is ingesteld en de veroordeelde tegen wie een strafrechtelijk financieel onderzoek is ingesteld of te wiens aanzien op een vordering van het openbaar ministerie als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht niet onherroepelijk is beslist.

4. De verdachte die de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst, is bevoegd zich te laten bijstaan door een tolk.

Uitleg in duidelijke taal

1. Als verdachte wordt vóórdat de vervolging is aangevangen, aangemerkt degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit.

Dit lid definieert wie als verdachte wordt aangemerkt vóórdat de vervolging is aangevangen. Het stelt dat dit degene is te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit.

2. Daarna wordt als verdachte aangemerkt degene tegen wie de vervolging is gericht.

Dit lid verduidelijkt dat nadat de vervolging is aangevangen, als verdachte wordt aangemerkt degene tegen wie de vervolging is gericht.

3. De aan de verdachte toekomende rechten komen tevens toe aan de ambtenaar die in de uitoefening van zijn functie geweld heeft gebruikt en ten aanzien van welk geweldgebruik een feitenonderzoek als bedoeld in artikel 511a is ingesteld en de veroordeelde tegen wie een strafrechtelijk financieel onderzoek is ingesteld of te wiens aanzien op een vordering van het openbaar ministerie als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht niet onherroepelijk is beslist.

Dit lid bepaalt dat de aan de verdachte toekomende rechten tevens toekomen aan:

  • de ambtenaar die in de uitoefening van zijn functie geweld heeft gebruikt en ten aanzien van welk geweldgebruik een feitenonderzoek als bedoeld in artikel 511a is ingesteld;
  • en de veroordeelde tegen wie een strafrechtelijk financieel onderzoek is ingesteld of te wiens aanzien op een vordering van het openbaar ministerie als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht niet onherroepelijk is beslist.

4. De verdachte die de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst, is bevoegd zich te laten bijstaan door een tolk.

Dit lid stelt dat de verdachte die de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst, bevoegd is zich te laten bijstaan door een tolk.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

14 uitspraken gevonden
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:848 - Parket bij de Hoge Raad - 9 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:8489 september 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten, Europees Recht
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2025:7199 - Rechtbank Amsterdam - 30 september 2025

ECLI:NL:RBAMS:2025:719930 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:5744 - Verkrachting, vrijheidsberoving en mishandeling: steunbewijs en strafmaat bij eendaadse samenloop - 12 september 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:574412 september 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De rechtbank Oost-Brabant acht verkrachting, vrijheidsberoving en mishandeling bewezen op basis van een consistente aangifte die wordt ondersteund door forensisch, technisch en getuigenbewijs. De rechtbank past eendaadse samenloop toe en legt, na strafkorting wegens overschrijding van de redelijke termijn, een gevangenisstraf van 30 maanden op.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Noord-Nederland

ECLI:NL:RBNNE:2025:3980 - Rechtbank Noord-Nederland - 2 oktober 2025

ECLI:NL:RBNNE:2025:39802 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2025:931 - Conclusie A-G: Vormverzuim bij aanhouding en de reikwijdte van art. 359a Sv - 16 september 2025

ECLI:NL:PHR:2025:93116 september 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De A-G adviseert de Hoge Raad de straf te vernietigen. Het hof oordeelde ten onrechte dat een vormverzuim (neerschieten verdachte) niet onder artikel driehonderdnegenenvijftig a Sv valt omdat hierover bij de rechter-commissaris daarover geklaagd had kunnen worden. Ook is het oordeel onbegrijpelijk dat een mogelijke civiele schadevergoeding strafvermindering uitsluit.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2025:5294 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 28 augustus 2025

ECLI:NL:GHARL:2025:529428 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Penitentiair Strafrecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2025:5295 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 28 augustus 2025

ECLI:NL:GHARL:2025:529528 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Parket bij de Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2025:710 - Parket bij de Hoge Raad - 15 juli 2025

ECLI:NL:PHR:2025:71015 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:18116 - Rechtbank Den Haag - 24 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1811624 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht
StrafrechtStrafprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:15747 - Rechtbank Den Haag - 3 september 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:157473 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht
StrafrechtStrafprocesrecht
Gerechtshof 's-Hertogenbosch

ECLI:NL:GHSHE:2025:2300 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 22 augustus 2025

ECLI:NL:GHSHE:2025:230022 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht, Mensenrechten
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:14891 - Rechtbank Den Haag - 7 augustus 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:148917 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtJeugdstrafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:9668 - Rechtbank Rotterdam - 22 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:966822 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2025:4284 - Rechtbank Overijssel - 1 juli 2025

ECLI:NL:RBOVE:2025:42841 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak