Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemene bepalingen
Titel VIII. Verval van het recht tot strafvordering en van de straf
Artikel 72

Artikel 72 (Stuiting verjaring strafvordering en gevolgen)

Laatste versie

1. Elke daad van vervolging stuit de verjaring, ook ten aanzien van anderen dan de vervolgde.

2. Na de stuiting vangt een nieuwe verjaringstermijn aan. Het recht tot strafvordering vervalt evenwel ten aanzien van overtredingen na tien jaren en ten aanzien van misdrijven indien vanaf de dag waarop de oorspronkelijke verjaringstermijn is aangevangen een periode is verstreken die gelijk is aan twee maal de voor het misdrijf geldende verjaringstermijn.

Uitleg in duidelijke taal

1. Elke daad van vervolging stuit de verjaring, ook ten aanzien van anderen dan de vervolgde.

Dit betekent letterlijk dat iedere handeling die als vervolging wordt aangemerkt, de lopende verjaringstermijn stopt (stuit). Deze stopzetting van de verjaring geldt ook voor andere personen dan degene tegen wie de vervolging is gericht.

2. Na de stuiting vangt een nieuwe verjaringstermijn aan. Het recht tot strafvordering vervalt evenwel ten aanzien van overtredingen na tien jaren en ten aanzien van misdrijven indien vanaf de dag waarop de oorspronkelijke verjaringstermijn is aangevangen een periode is verstreken die gelijk is aan twee maal de voor het misdrijf geldende verjaringstermijn.

Dit houdt in dat nadat de verjaring is gestopt (gestuit), er een volledig nieuwe verjaringstermijn begint te lopen. Het recht om iemand te vervolgen (recht tot strafvordering) vervalt echter (evenwel) ten aanzien van overtredingen na tien jaren, en ten aanzien van misdrijven indien vanaf de dag waarop de oorspronkelijke verjaringstermijn is aangevangen een periode is verstreken die gelijk is aan twee maal de voor dat specifieke misdrijf geldende verjaringstermijn.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

13 uitspraken gevonden
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:1087 - Verjaring Wft-delict en maximering gijzeling bij schadevergoedingsmaatregel - 8 juli 2025

ECLI:NL:HR:2025:10878 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verklaart het OM niet-ontvankelijk wegens absolute verjaring van een Wft-delict en doet dit uit doelmatigheid ook voor het nog niet verjaarde deel. Tevens wordt de duur van de gijzeling bij een schadevergoedingsmaatregel teruggebracht tot het wettelijk maximum van één jaar (360 dagen).

StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Strafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:1088 - Hoge Raad - 8 juli 2025

ECLI:NL:HR:2025:10888 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:6721 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 7 oktober 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:67217 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11549 - Rechtbank Rotterdam - 2 oktober 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:115492 oktober 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:5959 - Rechtbank Oost-Brabant - 29 september 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:595929 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:11270 - Rechtbank Rotterdam - 5 september 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:112705 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2025:5290 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 29 augustus 2025

ECLI:NL:GHARL:2025:529029 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtLetselschaderecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:3630 - Rechtbank Midden-Nederland - 22 juli 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:363022 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:3666 - Rechtbank Midden-Nederland - 22 juli 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:366622 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:3673 - Rechtbank Midden-Nederland - 22 juli 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:367322 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:3725 - Rechtbank Midden-Nederland - 22 juli 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:372522 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:1090 - Hoge Raad - 8 juli 2025

ECLI:NL:HR:2025:10908 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:8698 - Rechtbank Rotterdam - 2 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:86982 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Strafprocesrecht, Materieel Strafrecht